Hong Kong-Auckland

Voorjaar 2003

Een emigratie op de gok

De jonge vrouw naast me kijkt vertwijfeld. Haar man is in diepe slaap. De baby van drie maanden krijst en moet nodig een schone luier. Het kleine meisje van negentien maanden trekt aan haar moeder en huilt ook.
      ‘Geef maar hier’, zeg ik.
Ze neemt me op en drukt de baby in mijn armen.
      De man keert zich om. Hij snurkt licht.

We zitten naast elkaar in het middenstuk van een Boeing 747, die op weg is van Hong Kong naar Auckland in Nieuw-Zeeland. Zij heet Ilse en komt uit Tielt in West-Vlaanderen. Ik schat haar niet ouder dan 25.
      Zij haalt een luier en een paar doekjes uit haar bagage, neemt de baby weer over en probeert in de krappe ruimte de vereiste handelingen te verrichten. Dat lukt niet erg best. Ze gooit er een paar vloeken uit.
       Het kleine meisje kruipt bij mij op schoot. De man slaapt door.
Een minuut of tien later is alles in orde. De baby slaapt in haar armen; het kleine meisje bij mij.

Ze hebben in België vrijwel alles verkocht; hun overige spullen zitten in een container ergens aan boord van een schip. Ze gaan emigreren.

      ‘Hij wil het’, zegt ze en kijkt hem dierbaar aan.
      ‘Hij wil het dolgraag. Al een jaar of vijf.
      Drie jaar geleden zijn we hier voor ’t eerst geweest; vorig jaar nog een keer.
      Wij gaan ons ergens ten zuiden van Auckland vestigen.
      Daar is het zo mooi. Zo ontzettend mooi. En zo rustig. Zo heerlijk rustig’.

      ‘Hebben jullie dan al een huis?’, vraag ik maar eens.

      ‘Nee’, zegt ze.

      ‘Oh!’

      ‘We gaan eigenlijk op goed geluk. Hij is bouwvakker. Hij kan alles met z’n handen en wil in Nieuw-Zeeland alles aanpakken. En ik ben verpleegster. Die hebben ze ook hard nodig‘.

      ‘Jullie hebben dus ook geen emigratiepapieren?, vraag ik.
      ‘Dat lijkt me nogal een gok. Ik bedoel: met die kleine kinderen enzo’.

      ‘Wie niet gokt, wie niet waagt’, zegt ze.
      ‘Als je in Nieuw-Zeeland wilt slagen dan kùn je slagen.
      Dat hebben ze ons echt bevestigd’.

Ik kijk haar aan; zie hoe vredig haar man en kleine kindertjes liggen te slapen en denk:
      ’ Met zo’n mentaliteit zal het ze vast wel lukken’.

      ‘Weet je,’ zegt ze ‘we hebben natuurlijk een visum en een verblijfsvergunning aangevraagd.
      Je moet dan allerlei vragen beantwoorden en daar krijg je punten voor.
Opleiding, werkervaring; vragen over je gezondheid en oh. ja: je moet ook een soort bewijs van goed gedrag overleggen. En je moet natuurlijk Engels kunnen spreken en schrijven
      Als je dan honderd punten hebt kun je in aanmerking komen voor een zoals ze dat noemen Skilled Migrant visum.
We hebben dat allemaal gedaan, maar kwamen net niet aan honderd punten. Maar als je werkervaring in Nieuw-Zeeland hebt, krijg je punten extra.
      En zo gaan we het doen. We hebben nu een temporary visum'.

Vlak voor de landing in Auckland wordt de man wakker.

Hij wijst naar beneden en zegt: 
      ’Ilse. Ons beloofde land’.

 

Auckland-Hongkong

 Voorjaar 2003

Hooligans & Gentlemen uit Samoa

Op de radio was verslaggever Hans Brian, die zei dat rugbyers eruitzien als hooligans maar spelen als gentlemen. Hij zei dat naar aanleiding van het wereldkampioenschap rugby, dat vorige week vrijdag in Frankrijk begonnen is. Het toernooi duurt maar liefst zes weken. Nieuw-Zeeland is favoriet. Frankrijk, Engeland, Australië en Zuid Afrika maken ook een kans.
     
Direct nadat ik dit gehoord had, zocht ik op of Samoa van de partij was. Het antwoord is:
Ja, Samoa doet mee.
     
Gisteren speelde het team tegen Zuid Afrika en verloor met 59-7. Daardoor zijn ze al vrijwel zeker uitgeschakeld, want ze moeten ook nog tegen het sterke Engeland. Van de Verenigde Staten en Tonga kunnen ze winnen, maar dat zal niet helpen.
     
Waarom ik daarin geïnteresseerd ben?
In maart 2003 zat ik in het vliegtuig op weg van Wellington in Nieuw Zeeland naar Hong Kong in China.We maakten een tussenlanding in Auckland en daar stapte een zeer donker gezelschap keurig uniform geklede mannen in. Ze waren bijna allemaal heel groot en stevig gebouwd.
      Er ging er één naast me zitten. Een prachtig atleet. Mooie man. Gebeeldhouwd gezicht. Gentleman en absoluut geen hooligan. De stewardess van New Zealand Airlines kende hem. Zij gaf hem een knipoog en een glaasje Jus d’Orange, dat hij in heel kleine teugjes op dronk.

      ‘Joe’, zei hij. ‘Ik ben Joe’.
      ‘Wie zij waren’, vroeg ik maar eens.
‘Zij’ waren het nationale Rugbyteam van Samoa, een eilandje in de Stille Zuidzee, zo‘n 3.000 kilometer boven Nieuw Zeeland. Zij gingen via Hong Kong naar Engeland, waar ze een paar oefenwedstrijden zouden spelen ter voorbereiding op het wereldkampioenschap dat een paar maanden later in Australië zou worden gehouden.

      SAMOA!. 
Wat wist ik van Samoa.

      Eerlijk gezegd wist ik heel weinig van Samoa, maar omdat zij kennelijk goed waren in rugby dacht ik dat het wel een voormalige Britse kolonie zou zijn.
Joe moest daar een beetje om lachen.
      ‘Nee’ zei hij. ’Wij zijn in een ver verleden Duits geweest’.
     
‘Waarom is rugby dan zo populair?
      ‘Heel eenvoudig’, zei Joe. ‘Na de eerste wereldoorlog zijn wij een tijd bezet geweest door Nieuw-Zeeland. Zij hebben die sport bij ons geïntroduceerd. En wij bleken er goed in. Zelf ging ik bijvoorbeeld al in Nieuw-Zeeland spelen toen ik twaalf jaar was. Die competitie daar is erg sterk. Maar de competitie in Engeland is nog sterker. En daar speel ik nu al drie jaar. Het bevalt me goed. Ook het leven in Engeland. Ik bedoel… Nieuw-Zeeland is eh… niet zo spannend‘. Hij keek naar de stewardess, die alweer vroeg of hij iets nodig had.
     
Of ze een kans zouden maken daar op dat kampioenschap in Australië .
‘Nee’, zei Joe.
      ‘Nieuw Zeeland gaat waarschijnlijk winnen. En weet je waarom? Er spelen veel spelers uit Samoa in. Die hebben zich voor veel geld laten naturaliseren. Mij hebben ze dat ook gevraagd, maar ik heb het geweigerd.    
      ’Andersom spelen er bij ons een paar Nieuw-Zeelanders mee, maar ja dat zijn niet de besten.’
In het vliegtuig zaten zo’n twintig passagiers met mondkapjes voor. Ruim een week eerder was de Sars-epidemie in Hong Kong uitgebroken en op dat moment was nog absoluut niet duidelijk hoe erg het zou worden. Een uur voordat we zouden landen kregen ook alle spelers en begeleiders van het rugbyteam een mondkapje uitgereikt.
     
‘Sorry’, zei Joe glimlachend. 
      ‘Succes’, zei ik.


P.S.
Samoa eindigde in 2003 op het wereldkampioenschap als derde in zijn poule en werd daarmee in de eerste ronde uitgeschakeld. Het verloor toen ook van Engeland en Zuid Afrika en won van Uruquay en Georgië .
Nieuw Zeeland werd derde en Engeland wereldkampioen.