Zomer 1996

POMMES d'AMOUR

Als je het vliegveld van Mahébourg verlaat ruik je de geuren van het eiland. Specerijen, kruiden, hibiscus, aromatische bougainville. Dit is Mauritius in de Indische oceaan, een klein eiland zo’n 800 kilometer ten oosten van Madagascar. Het koestert zich in de wellustige vorm van een oester en dobbert weldadig in die turquoise oceaan.
     
Pure exotiek is het. Met exclusieve planten en dieren. Een eiland met onwaarachtig witte stranden, wuivende palmen en grote suikerrietplantages, die de Nederlanders daar in de 17e eeuw hebben aangelegd.

God had Mauritius als model, toen hij de hemel moest ontwerpen, schreef Mark Twain en Charles Baudelaire liet hier de gloed van de tropen van de palmen regenen.
      Eiland van liefde, want pasgetrouwden, die het zich kunnen permitteren brengen hier hun wittebroodsweken door. De plaatselijke luchtvaartmaatschappij Air Mauritius speelt daar slim op in, want zij hebben een Spouse-tarief in de aanbieding. Als je je trouwboekje laat zien, krijg je honderden Euro’s korting.

Op de tweebaansweg van Mahébourg naar de hoofdstad Port Louis in de huurauto, merk je trouwens maar weinig van al die sprookjestaferelen. Dit eiland meet slechts 60 bij 50 kilometer, maar er woont 1 miljoen inwoners. Dat betekent dat het heel druk is op de weinige wegen. Men rijdt hard en iedereen haalt in. Na twintig kilometer heb ik de auto al drie keer de berm in moeten sturen. Dat is niets bijzonders, want dat doen ze bijna allemaal.
      Ook in de hoofdstad is het rumoerig. Dat wil zeggen tot een uur of zes ’s avonds. Daarna wordt het verschrikkelijk stil en zijn alle winkels dicht. Ook de restaurants sluiten, want men wordt geacht hier tussen de middag te dineren.

Het land heeft een opmerkelijke koloniale geschiedenis. In de vijftiende eeuw waren de Portugezen er de baas en heette het Isla do Cerne. De Hollanders namen het in 1598 over en doopten het Mauritius naar prins Maurits. Daarna kwamen de Fransen, die de naam Ile de France bedachten en na het tijdperk Napoleon werd het overgenomen door de Engelsen.
      Gevolg: een uiterst kleurrijke mengeling van rassen, talen en godsdiensten. Er wonen Afrikanen, Indiërs, Tamils, Chinezen en nog wat Europeanen. Engels is de officiële taal, maar veruit de meeste mensen spreken Creools, een taal die afgeleid is van het Frans.
      ‘Hoe gaat het’ is: ’Ki manière’, ‘Ik begrijp je niet: ’Mo pas comprend’ en ‘Ik heb dorst’: ‘Mo soif‘.

Voor z’n dertig Euro kun je een hotelkamer in Port Louis nemen. Inclusief kakkerlakken. Als je in één van de prestigieuze hotels aan de Bounty-stranden een kamer wil, kun je beneden de 500 dollar per nacht nauwelijks terecht.
      En het Royal Palm Beach hotel in Grand Baie, waar onder veel anderen Nelson Mandela, Boris Becker en Robert de Niro vaste gasten zijn -of waren-, begint anno 2007 bij 1.050 Euro per nacht. De presidentssuite kost 3.405 Euro.
     
Je kunt op het terras van dat hotel wel erg lekker en nog redelijk betaalbaar eten.  Als je de ingevlogen tarbot, zwezerik, truffel en kaviaar tenminste overslaat
      Er zijn ook plaatselijke gerechten.
      Curry de Mouton à la Mauricienne bijvoorbeeld. 
Een langdurig gemarineerd gerecht van gestoofde lamsbout, waarvan de chef-kok mij desgevraagd het recept gaf. 
      Hierbij horen diverse chutneys.

Toen ik het gerecht thuis wilde klaarmaken stuitte ik op chutney de Pommes d’Amour.
      Wat waren dat eigenlijk Pommes d’Amour?
Het woordenboek gaf geen uitkomst en ook na en paar telefoontjes kwam ik er niet achter.
      Maar opeens wist ik het. Op de markt in Port Louis had ik ze in vrij grote hoeveelheden zien liggen: het waren natuurlijk passievruchten.
      De chutney was goed, maar smaakte toch heel anders dan toen in dat Palm Beach hotel.
Ook niet zo vreemd, want één van mijn vrienden wist het:
     
      Pommes d'Amour zijn gewoon tomaten!