Oezbekistan & Kirgizië
In de lente van 1998 maakte ik een reis door Centraal Azie.
Daar schreef in de afgelopen jaren een paar stukjes over.
Die heb ik even op een rijtje gezet
Londen-Tasjkent
Voorjaar 1998
Jevgeni, een Oezbeek
‘Het eten wordt ieder jaar beter’, zegt de man naast mij vergenoegd. ‘Vindt u ook niet?’
Even wilde ik zeggen: ’dan moet het de vorige keren wel erg slecht zijn geweest’.
Maar dat zou niet beleefd zijn.
Dus ik zeg: ’Ik zou het niet weten, want dit is de eerste keer dat ik met Uzbekistan Airways vlieg‘.
De jongeman naast me is een jaar of 25. Hij is mager, pikzwart haar, een gebruind gezicht en donkere spleetogen.
Hij draagt modieuze kleren en reist kennelijk regelmatig met deze maatschappij. Dit moet een geslaagde Oezbeek zijn.
We zijn op weg van Londen naar Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan in Centraal Azië .
Hij heet Jevgeni.
‘Maar dat is toch een Russische naam?’
Hij legt het me allemaal uit. Zijn ouders zijn Oezbeken.
Ze gingen in 1966 naar Moskou nadat hun huis bij de aardbeving in Tasjkent instortte. Alles verwoest. Alles kwijt.
Ze moesten wel.
‘Ik ben in Moskou geboren. Ze gaven mij een Russische naam, omdat Oezbeken in Moskou gediscrimineerd worden.
Ik ben vernoemd naar Jevgeni Onegin, u weet wel uit die roman van Alexander Poesjkin. Heeft Tsjaikovski nog een opera van gemaakt'.
GEORGIA STATE UNIVERSITY
Jevgeni studeert al vier jaar economie aan de Georgia State University in Atlanta USA. ‘Ze noemen me daar Jef ’.
Hij is wel eens naar een honkbalwedstrijd van de Braves geweest, maar begrijpt de spelregels niet. Basketbal vindt hij leuker.
En ja; het kan heel warm worden in Atlanta.
Zijn ouders wonen weer in Oezbekistan. Het werd na het uiteenvallen van de Sovjet Unie steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden.
Zijn vader -een taxi-chauffeur- kreeg steeds minder werk, omdat de Russen elkaar de mooiste klussen toeschoven. En zijn moeder werkte als schoonmaakster in zo’n groot staatshotel.
Maar daar was steeds minder werk omdat de toeristen liever naar moderne hotels gingen of een huisje in het centrum van Moskou huurden.
Zij gingen terug naar Tasjkent en Jevgeni, die een uitstekend student was, kreeg een beurs van de Oezbeekse overheid.
Hij moet het geld wel terugbetalen en heeft een soort morele verplichting om terug te gaan als hij afgestudeerd is.
‘Maar ik weet niet of ik dat doe. Amerika bevalt me namelijk uitstekend. En ik heb een vriendin. Ze komt uit Puerto Rico. Wat moet zij daar?
En als ik in Amerika een baan heb kan ik die lening ook veel sneller terugbetalen. Bovendien: ik spreek geen Oezbeeks.
Mijn ouders hebben mij in het Russisch opgevoed. Ze spraken zelden Oezbeeks met elkaar. Durfden ze niet‘.
Hij tast in zijn tas en haalt een scriptie te voorschijn.Een verhandeling over de huidige stand van de economie in Oezbekistan.
En dan: ’Wilt u dit hoofdstuk eens lezen. En er een mening over geven’.
Ik kijk hem aan.
’Dat wil ik wel doen, maar ik ben geen econoom en ik ga voor ’t eerst naar Oezbekistan’.
‘Daar gaat het niet om. Het gaat om ‘t principe’.
Ik lees het hoofdstuk en denk:‘ Waarschijnlijk heeft hij gelijk’.
DOUBLE LANDLOCKED
De theorie van Jevgeni is de volgende: Oezbekistan is -in zijn termen- een double landlocked country.
Je moet altijd door minstens twee andere landen om bij een zeehaven te komen. Dat is slecht voor de exportpositie.
Oezbekistan is in potentie een rijk land. Olie en vooral gas is er volop.
Maar olie of gas per tankauto door twee andere landen naar een zeehaven brengen is verschrikkelijk duur. De aanleg van pijpleidingen evenzo. Bovendien moet je dan toestemming van die landen krijgen. Turkmenistan bijvoorbeeld.
“Weet u wel wat voor achterlijk land dat is?
Als die toestemming geven moet je kapitalen betalen. En dan nog worden vrachtwagenchauffeurs slachtoffer van corruptie. Overheid, politie, iedereen is daar corrupt‘.
‘Landbouwproducten hebben we ook. Katoen. Graan.
Maar ook daarvoor geldt dat het allemaal zeer duur wordt als het geëxporteerd moet worden.
Weet u dat wij prachtige juwelen hebben. Kleding.
We zouden zoveel meer kunnen als we maar niet double landlocked waren.’
Als we nog zo’n uurtje moeten vliegen zegt hij:
‘Weet u dat er nog maar één ander land in de wereld is dat double landlocked is?
‘Nee Jef, dat weet ik niet’.
‘Welk land denkt u?’
Dat moet ik kunnen bedenken want ik kijk al mijn leven lang op kaarten en in atlassen.
‘Geef me even‘, zeg ik en ga de continenten langs.
Noord, midden en Zuid Amerika. Paraquay? Nee natuurlijk niet.
Afrika dan. Centraal Afrikaanse republiek? Rwanda? Oeganda? Nee. Nee. Nee.
Azie: Bhutan? Nee. Grenst aan China. Tadjikistan ook.
Europa. Tsjechië ? Hongarije? Luxemburg? Nee. Nee. Nee.
‘Weet je ‘t zeker Jef?’
‘Ja’ zegt hij. Ik heb het precies nagegaan‘.
‘Nou ik ben benieuwd‘.
Dan komt het antwoord:
LIECHTENSTEIN.
Tasjkent Oezbekistan
Voorjaar 1998
Corrupte agenten & olifanten met giftige slagtanden
‘Zullen we het eens op z’n Russisch doen’, zegt Boris.
Hij pakt de fles single malt whisky en vult twee limonadeglaasjes. Dan leegt hij in één teug zijn glas.
‘Lekker’, zegt hij.
En hij herhaalt nog eens dat dit de eerste keer in zijn leven is, dat hij whisky drinkt.
‘Nu jij Ronald. Op z‘n Russisch!’
Boris wordt vertrouwelijk. Hij is geen Oezbeek, maar komt uit Novosibirsk in Siberië.
Maar hij woonde al in Tasjkent, toen dat nog bij de Sovjet Unie hoorde.
‘Het wordt hier wel steeds moeilijker voor ons. Die Oezbeken schuiven elkaar alle klussen toe. Ze krijgen voorrang als er een baantje is en worden voorgetrokken als er huizen worden toegewezen'.
Hij werkt bij een agentschap, dat er ondermeer voor zorgt om journalisten als ik te helpen.
’Als er problemen zijn, moet je me onmiddellijk bellen’.
Anderhalf uur later is de fles leeg en Boris stomdronken.
’Ik ga wel even naar beneden’, stamelt hij. ’Daar hebben ze nog wel wodka’.
Op de gang valt hij over een stoel, blijft liggen en wordt benaderd door een paar hoeren.
Ik sluit mijn kamer goed af en val onmiddellijk in slaap.
Locatie: De 8-ste verdieping van hotel Uzbekistan in Tasjkent de hoofdstad van Oezbekistan in Centraal Azië .
LELIJKE STAD
De volgende dag slenter ik maar wat door de lelijke stad, die in 1966 vrijwel volledig verwoest werd door een aardbeving.
Geheel volgens de Sovjet-tradities werd de stad op ranzige wijze herbouwd met brede straten, grote pleinen en sombere hoge flatgebouwen, gespeend van ook maar het geringste spoortje creatieve architectuur.
Als ik ergens een paar foto’s maak, word ik aangehouden door twee agenten.
Ze vragen mijn papieren, zien dat ik geen Rus ben en gebaren dat ik mee moet naar het politiebureau.
Hoewel ze alleen maar in het Russisch praten, wordt mij duidelijk, dat er ‘iets’ niet in orde is met mijn visum. Ze wijzen ernaar.
In een klein gesloten kamertje op het bureau probeer ik duidelijk te maken, dat ik wil bellen. Met Boris natuurlijk. Die moet me hier maar uit krijgen.
Maar de agenten staan dat niet toe. Ik moet betalen om ‘het probleem’ op te lossen. Zevenduizend Som -ongeveer 75 US$-.
Dat is heel veel geld in dit land, waar het gemiddeld maandinkomen niet meer dan vijfduizend Som is.
Er zijn mensen, die beweren dat ze in zo’n geval niet betalen. Dat ze gewoon afwachten, wat er dan gebeurt.
Ik wantrouw die verhalen. In ieder geval ben ik niet zo’n held.
Ik betaal gewoon.
Het bureau ligt aan het voormalige Karl Marxplein. Even verderop was het Leninplein. Het beeld van Lenin is van zijn sokkel gehaald. Nu staat er een pompeus standbeeld met een goudkleurige wereldbol.
Daarop is maar één land aangebracht: Oezbekistan. Naar verhouding veel te groot.
Als je er goed naar kijkt, zie je dat de omtrek van dit land op een hond lijkt. Gevolg van de bizarre wijze, waarop Stalin ooit de grenzen van zijn immense rijk trok.
Het Karl Marxplein heet nu Amir Temurplein naar de nieuwe held van Oezbekistan.
Amir Temur, ook wel Tamerlan de Aardschudder of Timur Lenk dan wel Timur de Kreupele was een enorme schoft.
Hij leefde in de veertiende eeuw en was één van de laatste wereldveroveraars.
HET VERLOREN HART
Ik ga op een terrasje zitten. Recht tegenover het enorme standbeeld, waarbij Amir Temur op een paard zit.
Ik sla ’Het verloren hart van Azie’ van Colin Thubron open. En lees over ‘De Aardschudder’.
‘Geen zweem van mededogen verstoorde zijn voortgang.
Zijn slachtingen overtroffen die van al zijn voorgangers.
De torenhoge piramides van schedels, die hij achter zich liet, waren welbewuste waarschuwingen.
Nadat hij Perzië onder de voet had gelopen en de Kaukasus had geplunderd, sloeg hij de restanten van de Gouden Horde terug tot Moskou en lanceerde een onbezonnen aanval op India, waar twintigduizend Mongolen doodvroren.
In de Gangesvlakte voor Delhi lieten de eskadrons gepantserde olifanten met vergiftigde snijplaten aan hun slagtanden een kortstondige huiver door de Mongoolse gelederen gaan.
Een jaar later trokken de Mongolen terug de bergen over.
Ze lieten een land achter dat zich een eeuw lang niet zou herstellen met vijf miljoen doden aan de Indiase kant‘.
AFKOOPSOM
Ik leg het boek weg en bel Boris. Een half uur later is hij er.
Hij is absoluut niet verbaasd dat ik op het politiebureau een afkoopsom heb moeten betalen.
’Dat doen ze altijd. De volgende keer, ga ik wel met je mee‘.
En dan:
‘Overigens krijg ik nog geld van je, want ik heb gisteren op het vliegveld moeten betalen om jou snel door de douane te krijgen. Dat heb je toch wel gemerkt?’
Hij heeft gelijk. In het vliegtuig zaten twaalf niet-Oezbeken, die er een paar uur over deden om ter plekke een visum te bemachtigen.
Op zeker ogenblik verscheen Boris, die mij als eerste mee naar buiten nam.
‘Hoeveel krijg je dan van me?’
‘Zevenduizend Som’, zegt hij.
Osh Kirgizië
Voorjaar 1998
Het achterland van God's wraak
Naast mij Kasper Doornbusch (met baard) met de familie Jilkiankan.
(Foto's: Janny Doornbusch)
GRENSOVERGANG
De waarschuwingen zijn voor niets geweest.
Bij de grensovergang tussen Andizjan in de Ferganavallei van Oezbekistan en het stadje Osh in Kirgizië is niets aan de hand.
Een slagboom die open staat en een man in een oude autobus, die gebaart dat we toch vooral moeten doorrijden.
Ik zit in een auto met Janny Doornbusch, een vrouw van middelbare leeftijd met lang vuurrood henna-haar.
Ze valt op hier Janny. Maar dat vindt ze niet erg.
Zij woont in een buitenwijk van Osh met haar man Kasper.
Hij is een Nederlandse politiecommissaris die een anti-drugs project van de Verenigde Naties leidt.
Osh is namelijk het verzamelpunt van grote hoeveelheden opium en heroïne, die vanuit Afghanistan via het Pamirgebergte in Tadjikistan naar Kirgizië worden gesmokkeld.
De drugs gaan van hieruit naar Europa, de Verenigde Staten en het verre Oosten.
OUDER DAN ROME
Osh is oud. Ruim 3.000 jaar.
’Ouder dan Rome’, staat er op borden in en rond de stad. Van die ouderdom is in de stad overigens niets te merken.
Het is zeer armoedig en architectonisch niet interessant.
Oude monumentale gebouwen, bijzondere pleinen, mooie beeldhouwwerken of anderszins interessante objecten zijn er niet of ze zijn verdwenen.
Ranzige nonchalance onder de Sovjet-periode heeft ervoor gezorgd, dat deze stad die ooit een belangrijke pleisterplaats op de Zijderoute was, verloederd en uitgewoond is.
Aan de rand van de stad ligt een ruggengraat van drie bergen, die de vorm van een zwangere vrouw heeft.
Zij heet de troon van Salomo.
Op de top ligt een naar Mekka gerichte kapel, waarin zich het graf van Salomo bevindt.
De bergrug is een bedevaartsplek voor vrouwen , die maar niet zwanger willen worden. Als wij de berg bestijgen komen we dan ook veel vrouwen tegen. ‘Eén keer de Salomo beklimmen en het komt wel goed‘. Zeggen ze in Osh.
Kasper heeft een oude jeep.
We gaan met z’n drieen richting China en Tadjikistan en komen in een spannende onbekende verre wereld.
De weg is slecht.
We komen vrijwel geen auto’s meer tegen. Mensen rijden op ezels of op paarden.
Een gevleugelde uitdrukking hier is:
‘At attan kiyan jat’ en dat betekent :
’Als je geen paard hebt, heb je ook geen benen’.
LENINPIEK & PIEK KOMMUNIZMA
Overal zijn bergen. Vaak groen bemost, soms roodbruin uitgeslagen.
Regelmatig zitten er angstaanjagende spelonken in vanwege aardverschuivingen.
In de verte zie je de sneeuwbergen met namen als de Leninpiek en de piek Kommunizma.
Ze zijn hoger dan 7.000 meter.
ONEINDIGE ONAARDSE ONHEILSPELLENDE SCHOONHEID!
De zomer komt eraan en dat betekent dat sommige mensen uit Osh hun nomadenbestaan weer opnemen.
Ze vestigen zich in dit ruige gebied in joerten; ronde vilten tenten.
Wij kloppen aan bij de familie Jilkiankan en worden uiterst hartelijk ontvangen.
ALCOHOLISCHE PAARDENMELK
De familie spreekt een beetje Russisch; Janny & Kasper ook en zo leren wij, dat deze mensen tot oktober hier blijven wonen.
Ze hebben een paar paarden.
Die worden niet alleen als vervoermiddel gebruikt maar de merries worden gemolken en daarvan worden diverse producten gemaakt.
Onder andere Koumis.
Zurige licht alcoholische melk, die lekker combineert met de zoete broodjes, de koekjes, de noten en het fruit dat men ons voorzet.
DRIELANDENWERELD
Wij zetten de tocht voort en komen in de drielandenwereld Kirgizië -Tadjikistan-China.
Bij de grensovergang worden de vrachtauto’s door medewerkers van Kasper tegengehouden. De chauffeurs moeten alles uitladen.
Daarna moeten ze hun wielen één voor één verwijderen. De banden moeten van de velgen, koplampen moeten gedemonteerd worden; kortom alles wordt eraan gedaan om het de chauffeurs zo moeilijk mogelijk te maken.
Zo’n controle duurt al gauw tien tot twaalf uur. En dan lopen ze de kans dat ze het verderop nog een keer moeten overdoen.
Het gevolg is dat de smokkelauto's de route door het Pamirgebergte steeds meer mijden.
Maar daarmee is het probleem niet opgelost.
De grens is groot en ontoegankelijk voor de mensen van de V.N. omdat hun mandaat niet zo ver reikt.
Mensen op paarden en ezels of zelfs te voet gaan hier de grens over met grote hoeveelheden drugs.
Het duurt allemaal wat langer dan met de vrachtauto’s maar het is wel zo effectief.
TERUG IN OSH
Terug in Osh valt me nu pas goed op, dat de Kirgiezen en Oezbeken in aparte wijken wonen, maar wel met elkaar de enorme grote markt bevolken.
De Kirgiezen hebben gevorkte baarden, Chinese trekken en Kirgiezenogen zoals die beschreven worden in De Toverberg van Thomas Mann.
Ze hebben hoge witvilten hoeden op het hoofd. De vrouwen hullen zich in traditionele kledij met uiterst felle kleuren.
De Oezbeken hebben een meer Mongools uiterlijk. Vrouwen alweer vaak in rood, roze, paars en gifgroen.
Mannen met wijde broeken en zwart-witte platte hoedjes. Veel mensen hebben gouden tanden.
HEVIGE RELLEN
In 1990 waren er in Osh en omgeving hevige rellen tussen Oezbeken en Kirgiezen. Volgens officiële cijfers vielen er 300 doden en meer dan duizend gewonden.
In Osh beweert men dat de aantallen veel hoger waren.
De pers werd geweerd, maar er zijn amateur-opnames gemaakt, die de meest verschrikkelijke beelden te zien geven.
Beelden bijvoorbeeld van baby’s, die aan vleeshaken zijn opgehangen.
Dit tot grote ontzetting van de mensen, die bezweren deze beelden gezien te hebben.
Als je vraagt of dit soort rellen zich kunnen herhalen, stuit je zowel bij Kirgiezen als Oezbeken op een muur van achterdocht en stilzwijgen.
Maar volgens Russen, die er nog wonen is de situatie in feite nog uiterst gespannen.
Zij verlaten het land dan ook en masse.
Centraal Azië.
Het achterland van Gods wraak (of ook wel):
De gesel van God.
Tasjkent Oezbekistan
Voorjaar 1998
Eten met een Bollywood-diva
Ik doe boodschappen met Shandira.
We lopen op de markt van Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan. We trekken veel aandacht Shandira en ik.
Zij is bloedmooi: één van de beroemdste filmsterren in dit land.
Een soort Bollywood-diva.
Maar de Oezbeekse filmindustrie is volkomen ingestort en daarom werkt zij bij de plaatselijke vestiging van een Nederlandse bank als p.r.functionaris.
En omdat ik ‘s avonds met haar bij de directeur thuis Oezbeekse plov ga eten doen wij de inkopen.
Op de markt wijkt iedereen voor Shandira.
‘Wie is toch die man naast haar?’, denken ze.
GELIGE WORTELS
De huishoudster annex kokkin heeft een heel lijstje gemaakt.
We kopen prei, uien, grote gelige wortels, spitskool, rozijnen, een sliert knoflookbollen, korianderzaad, komijnzaad, saffraan, groene thee, rode en witte wijn, hoewel dit laatste niet op het lijstje staat. ‘Koken in wijn is veel lekkerder‘, zegt Shandira.
We nemen voor onze plov lamsvlees.
Dat moet van Shandira.
Meestal gebruikt men in Oezbekistan schapenvlees. Maar rund, kip, varken, geit of zelfs paard kan ook.
Goede rijst is volgens de p.r.functionaris het geheim van een goede plov. Het beste is Devzira rijst uit de Fergana-vallei.
De marktkooplieden verdringen zich om het haar te verkopen. Sterker: ze willen het haar voor niets geven.
Hoe maakte de kokkin mevrouw Aliantin die avond haar Oezbeekse plov?
Voor zes personen:
Zes kopjes rijst, twee wortels, drie preitjes, drie rode uien, twee spitskooltjes, 1 ons rozijnen, zes bolletjes knoflook, eetlepel korianderzaad, eetlepel komijnzaad, twaalf draadjes saffraan, ruim 1 kilo lamsbout.
DRAADJES SAFFRAAN
De draadjes saffraan een paar uur van tevoren in water laten ‘weken’. De zaadjes in een droge pan roosteren. Fijn maken in een vijzel.
De groenten in grove stukken snijden. Het vlees in dobbelstenen.
Eerst wordt de rijst in boter gebakken. De saffraan wordt erbij gevoegd. De rijst is goed als het glazig en geel is.
In een braadpan wordt het lamsvlees aangebraden in olijfolie. Dan de uien erbij. Even laten meebakken.
Daarna volgen de groenten en de kruiden. Beetje peper en zout. Hierover gaat de rijst. Rozijnen later toevoegen.
Doe er zoveel witte wijn bij dat alles onder staat. Ongeveer een uur en een kwartier heel zacht laten sudderen.
Het vocht moet geheel worden opgenomen.
Zes bollen knoflook worden apart klaargemaakt.
Het kopje eraf halen, insmeren met olijfolie en in aluminiumfolie wikkelen. Een uur in een oven van 180 graden laten roosteren.
De bollen later in zijn geheel in de plov steken.
Een wodka als aperitief.
Dan hoor je groene thee te drinken, maar de bankdirecteur, zijn Noorse echtgenote, een paar Amerikaanse buren, Shandira en ik hielden het op wijn.
Veel wijn.