Van Hiëronymus van Alphen
(1746 - 1803)
De pruimeboom
Ene vertelling
Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voort ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het lopen tegen,
voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje! zei de vader,
kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging Papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.
[ Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen , 1779 ]
Vader & Zoon
3. Alain Teister: Correspondentie
5. Rutger Kopland: (Zonder titel)
6. Willem Hussem: (Zonder titel)
7. Eddy van Vliet: (Zonder titel)
8. Bob Dylan: A Hard Rain's A-Gonna Fall
9. Cees Buddingh': Soms, 's avonds
10. J.B. Charles: Ik ben mijn eigen vader
12. Simon Vestdijk: De overlevende
14. Jan Arends: (Zonder titel)
15. Boudewijn de Groot: Hoe sterk is de eenzame fietser
17. Simon Carmiggelt: Mijn zoontje
18. Johan de Molenaar: Ik vroeg....