De Taalbank

Onderstaande lijst heb ik overgenomen van De Taalbank, een weblog over taalverandering in het Nederlands. Een initiatief van Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale.


Corona-apocalyps 

corona (de) ziekte veroorzaakt door een coronavirus, vaak gepaard gaande met koorts en klachten aan de luchtwegen, m.n. ziekte veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2 2 verkorting van coronavirus, Latijn, letterlijk krans

corona-angst (de) angst het coronavirus op te lopen en/of er ziek door te worden

corona-apocalyps (de) doemvoorstelling van de rampzalige maatschappelijke en economische gevolgen van een grootschalige corona-epidemie of -pandemie

coronabrandhaard (de) besmettingshaard van het coronavirus

coronacontainer (de) verblijfscontainer waarin een of meer personen die mogelijk besmet zijn met een coronavirus tijdelijk in quarantaine kunnen verblijven

coronacrash (de) beurscrash die het gevolg is van de (angst voor een) coronacrisis of -recessie

coronacrisis (de) economische en/of financiële crisis die het gevolg is van een oncontroleerbare corona-uitbraak

corona-epidemie (de) epidemie die veroorzaakt is door een coronavirus, m.n. SARS-CoV-2

coronagriep (de) ziekte als gevolg van infectie met het coronavirus, voorgesteld als een vorm van griep in de aspecifieke betekenis: infectieziekte die gepaard gaat met klachten aan de luchtwegen en koorts

coronahamsteren (werkwoord, alleen onbepaalde wijs) hamsteren uit voorzorg dat je geveld wordt door corona of dat je gedwongen wordt in zelfisolatie te gaan als gevolg van mogelijke coronasymptomen

coronakoerier (de) koerier die een pakje niet afgeeft, maar voor de deur zet ter voorkoming van een besmetting met het coronavirus

coronakoorts (de) ziekte veroorzaakt door een coronavirus, vaak gepaard gaande met koorts en klachten aan de luchtwegen, m.n. ziekte veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2

coronamaatregel (de) maatregel ter bestrijding van het coronavirus en de uitbraak van de daardoor veroorzaakte ziekte COVID-19

coronamedicijn (het) medicijn ter behandeling van de gezondheidsklachten die het gevolg kunnen zijn van een infectie met het coronavirus

corona-ontkenner (de) iemand die de ernst van de door het coronavirus SARS-CoV-s veroorzaakte virusziekte COVID-19 ontkent; gevormd naar analogie van klimaatontkenner

coronapandemie (de) wereldwijde epidemie die veroorzaakt is door een coronavirus, m.n. SARS-CoV-2

coronapaniek (de) grootschalige angst onder de populatie van een stad of land voor het coronavirus en/of een corona-uitbraak

coronaparanoia (de) overdreven achterdocht jegens bepaalde mensen van wie je (al dan niet terecht) vreest dat ze je met het coronavirus zouden kunnen besmetten

coronapatiënt (de) iemand die lichte of zware klachten heeft als gevolg van een besmetting met het coronavirus

coronaracisme (het) racisme en de uitingen daarvan gericht tegen mensen die behoren tot een volk of etnische groep die op grote schaal getroffen is door een uitbraak van het coronavirus en dientengevolge beschouwd wordt als verspreider daarvan

coronarecessie (de) recessie door de economische schade die het gevolg is van (draconische overheidsmaatregelen in reactie op) een uitbraak van het besmettelijke en in sommige gevallen levensbedreigende coronavirus SARS-CoV-2

coronaslachtoffer (het)  iemand die ernstig ziek is als gevolg van een besmetting met de virusinfectie COVID-19 2 iemand die gestorven is als gevolg van een besmetting met de virusinfectie COVI-19: er vallen honderden coronaslachtoffers te betreuren 3 persoon of organisatie die economische schade lijdt als gevolg van de coronapandemie: KLM is een van de grote coronaslachtoffers op de beurs

coronaspijbelaar (de) leerling die niet besmet is met corona en die zelfs niet verkouden is, maar die de uitbraak van het coronavirus aangrijpt als excuus om te spijbelen

coronastress (de) stress als gevolg de uitbraak van corona, bv. stress om met het virus besmet te raken of stress in verband met de economische gevolgen van de coronacrisis

coronasymptoom (het) symptoom van corona, m.n. COVID-19, zoals droge hoest, kortademigheid en koorts

coronatoerisme (het) toerisme naar een plaats waar geen of weinig beperkingen worden gesteld aan het leiden van een normaal leven, inclusief uitgaan en feesten

coronatest (de) test om te bepalen of iemand besmet is met het coronavirus

coronatestkit (de) buis­je waar­in slijm uit de mondholte en neus van iemand wordt ver­za­meld om vervolgens in een laboratorium te kunnen be­pa­len of deze persoon besmet is met corona

coronatriage (de) triage waarbij bepaald wordt of iemand die ziekteverschijnselen vertoont die kunnen wijzen op een coronabesmetting op corona wordt getest of voor corona wordt behandeld

corona-uitbraak (de) uitbraak van een door een coronavirus veroorzaakte ziekte, m.n. de virusziekte COVID-19

coronavakantie (de) als een vakantie voorgestelde periode dat iemand als gevolg van corona geen contactonderwijs kan volgen en/of niet naar zijn werk kan

coronavirus (het)  virus uit een geslacht van virussen die uiteenlopende aandoeningen veroorzaken, zoals verkoudheid, SARS, MERS en COVID-19: het nieuwe coronavirus, informele benaming voor SARS-CoV-2 2 het coronavirus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt

coroneus (bijvoeglijk naamwoord)  betrekking hebbend op een door het coronavirus veroorzaakte infectie: een coroneuze hoest 2 lijdend aan corona: coroneuze patiënten 3veroorzaakt door een corona-epidemie of pandemie: een coroneuze depressie; gevormd van corona en het achtervoegsel –eus, dat ontleend is aan het Franse achtervoegsel –eux