Een omstreden rode vlag
Vijfenveertig jaar geleden op 1 mei 1974 werd de kiem gelegd voor de anti-Pv.d.A. stemming bij een deel van de bevolking in Rotterdam.
André van der Louw was aangetreden als burgemeester en één van zijn eerste beleidsdaden was, dat op 1 mei de rode vlag op het stadhuis zou wapperen. Bovendien kreeg al het gemeentepersoneel een dag vrij.
Het openbaar bestuur werd gepolitiseerd.
Het leidde tot felle pro en contra reacties, gevoed door de pers. Ik werkte indertijd als verslaggever in Rotterdam voor de Volkskrant. Een linkse Amsterdamse krant in de ogen van veel Rotterdammers en daar hadden ze wel een beetje gelijk in.
Op het Roooievlaggenplan kwam veel kritiek. Dat mag natuurlijk, maar er waren ook kwalijke reacties. Scheldpartijen, doodverwensingen noem maar op. Er waren toen nog geen sociale media, maar de trollen, kankeraars en hufters zijn van alle tijden.
Een actiegroep kondigde zelfs aan -desnoods met geweld- de vlag te zullen weghalen. Het college besloot toen -om de rust te bewaren- de Nederlandse driekleur te laten wapperen.
Kranten
Er waren veel kranten in Rotterdam in die tijd.
---Het Vrije Volk had nog een eigen Rotterdamse editie.
---Het Algemeen Dagblad en de NRC waren landelijke in Rotterdam gevestigde kranten.
---Trouw had zijn eigen editie: De Rotterdammer.
---Het Rotterdamsch Nieuwsblad.
---De Tijd (Vanaf 1974 weekblad)
---De Havenloods (weekblad)
---De Telegraaf had twee correspondenten; de Volkskrant eveneens twee, de Rotterdamse redactie van het ANP bestond uit drie redacteuren en de GPD had eigen mensen.
Opwinding
De opwinding in Rotterdam werd nog groter nadat de P.v.d.A. bij gemeenteraadsverkiezingen later in mei van dat jaar met 24 van de in totaal 45 zetels de absolute meerderheid haalde.
De sociaaldemocraten gingen bij elkaar zitten en formeerden een college van uitsluitend P.v.d.A. wethouders. Geen zeven -het wettelijk maximale aantal-, maar negen, want er werd een constructie gevonden om dit mogelijk te maken.
Twee voormalige D’66’ers waren namelijk ’overgelopen’, omdat hen een wethouderspost beloofd was. Dat waren mevrouw Elizabeth Schmitz, die later als staatssecretaris van justitie belast werd met het moeilijke vreemdelingenbeleid en Hans Mentink, de advocaat die later Bram Peper verdedigde in de ’bonnetjesaffaire’.
Dit was arrogantie van de macht.
Dat was de strekking van veel commentaren in Rotterdamse kranten. En ook daarin hadden ze wel een beetje gelijk.
Op markten en in wijken vooral op Rotterdam Zuid hoorde je rabiate anti-P.v.d.A. stemmen.
Kreten die je later bij aanhangers van Pim Fortuyn en Leefbaar Rotterdam hoorde terugkomen.
En weer later bij de PVV en nu weer bij F.v.D.
En toch was Van der Louw een populaire burgemeester. Ook in de haven.
Er waren toen geruchten, dat hij niet zo blij was met deze machtspolitiek, maar als dat al zo was dan bracht hij dat niet naar buiten.
Toen Van der Louw in 1981 zeer tegen zijn zin vertrok om minister te worden in het rampzalige kabinet Van Agt/Den Uyl vonden veel Rotterdammers dat erg jammer.
Idaarderadeel
Ik schreef indertijd dat het uitsteken van die rode vlag een primeur voor Nederland was.
Daarna werd ik -nog voor 1 mei- gebeld door een inwoner van de gemeente Idaarderadeel in Friesland. Zijn gemeente met Grouw (Grou in het Fries) als grootste plaats was een rood bolwerk. Daar werd al sinds jaar en dag de rode vlag uitgestoken. De medewerkers hadden vrij.
In 1984 ging Idaarderadeel op in de gemeente Boarnsterhim. Ambtenaren behielden toen hun vrije dag.
Sinds 2014 hoort het bij de gemeente Leeuwarden.
In Grouw staat ook al heel lang de hout- en palletfabriek Halbertsma.
Daar mocht het personeel in het begin van de vorige eeuw geen lid zijn van de vakbond NVV.
Op een gang in die fabriek was een bord aangebracht. Personeelsleden, die ’illegaal’ toch lid van de bond waren geworden, sloegen een spijker in dat bord.
Er zaten heel veel spijkers in, zoals ik zelf toen tot mijn genoegen heb kunnen constateren.
André van der Louw zou dat ook zeer gewaardeerd hebben.
In 1977 ontving ik bij mijn afscheid bij de Volkskrant dit briefje van hem.
(EMBARGO was een vermaard VPRO-radioprogramma en Koos Trotsenburg een al even vermaard café op Delfshaven Rotterdam)