Het functioneringsgesprek
Ze is bijna vijftig. Josefien.
Een leven lang vrijgezel.
Lang & mager. Broeken & bloesjes.
Ze woont aan de rand van Haarlem met uitzicht op weilanden en koeien. Onhandig; vaak onzeker.
Goed geheugen.
Kan zo al haar klasgenootjes opnoemen uit klas zes van de lagere school.
Nieuwe spullen
Ze weet niet goed wat ze moet aandoen. Josefien. Het is nu zeven uur en om elf uur is haar functioneringsgesprek met Joost Cornet. Dat is haar chef van de afdeling Financiën van het kantoor van de papierfabriek aan de Prinsengracht in Amsterdam.
Ze heeft een tijdje geleden een geheel nieuwe outfit aangeschaft bij H & M in de Barteljorisstraat. Maar ze heeft dat nog nooit op kantoor aan gehad.
Joost kende haar zo niet. Misschien zou hij wel denken dat ze hem wilde inpalmen als ze haar nieuwe spullen zou aandoen.
Josefien besluit om ‘normaal’ te doen. Ze is ook behoorlijk zenuwachtig. Al meer dan 25 jaar werkt zij op die afdeling. Nog nooit heeft ze een functioneringsgesprek gehad. Maar volgens haar collega Rietje Meinders was dat tegenwoordig noodzaak.
Zij was al aan de beurt geweest. Joost Cornet was heel aardig en voorkomend tegen haar geweest.
‘Hij beoordeelt je , maar jij kunt ook melden wat je van hem vindt‘, zei Rietje.
‘Bovendien kun je allerlei wensen uiten. Of je iets anders binnen het bedrijf wilt doen bijvoorbeeld. Of dat je meer geld wil verdienen.’
Een beetje verliefd
Josefien had daar behoorlijk lang over nagedacht. Ze was in stilte een beetje verliefd op Joost. Maar dat kon ze tijdens zo’n officieel gesprek toch niet zeggen?
Bovendien keek hij nogal vaak naar Rietje Meinders als hij op de afdeling was.
‘Zou Joost daar wel eens iets van gemerkt hebben?’
‘Was hij eigenlijk getrouwd?’. Hij sprak nooit over privé zaken.
Als het eindelijk zo ver is komt er een uiterst vriendelijk gesprek. Joost zegt dat hij zeer tevreden over haar is. Ze werkt snel en consciëntieus. Zij beoordeelt heel streng de vaak hoge declaraties van de buitenland-vertegenwoordigers en geeft op tijd de planten water.
‘En’, zegt Joost ineens.
’Wat vind je van mij?’.
Josefien slikt en krijgt een kleur.
Ze weet even niet wat ze moet zeggen.
‘Hoe bedoelt u?’, stamelt ze.
‘Nou gewoon. Hoe vind je dat ik functioneer?.
‘En zeg maar jij hoor‘.
‘Oh’, denkt Josefien.
‘Dat bedoelt hij dus’.
‘Ik eh..vind dat u eh.. Dat jij.. Eh .. Het goed doet..’.
En dan ineens vindt ze haar zelfvertrouwen terug.
‘Je hebt een goed inzicht wat er speelt‘,zegt ze.
‘Je beoordeelt situaties goed en hebt een natuurlijk overwicht.
Ik kan me eigenlijk geen betere chef wensen dan jij’.
Een date
Joost is duidelijk ingenomen. Verrast door die ommekeer. Hij schenkt haar nog een kopje koffie in, kijkt haar taxerend aan en zegt:
‘Mag ik je nog iets vragen als we het officiële deel achter de rug hebben?‘.
Josefien krijgt opnieuw een kleur.
‘Eh .. Ja natuurlijk!’.
Joost maakt een eind aan het functioneringsgesprek met een korte samenvatting.
‘Je krijgt het nog op schrift’.
Hij kijkt haar weer indringend aan en gooit het eruit:
' Zullen we deze hernieuwde kennismaking op een meer informele manier voortzetten?‘
‘Je bedoelt dat je een afspraakje met me wil maken?’, zegt Josefien een beetje ondeugend..
‘Eh.. Ja… Zoiets ja. Eigenlijk wel’, zegt Joost.
‘Goed’, zegt Josefien.
‘Komend weekend?’
Ze maken een afspraak.
Als Josefien het kamertje verlaat en op haar afdeling terugkeert kijkt ze even triomfantelijk naar Rietje Meinders.
‘Ze moest eens weten!’.