Mooi, lekker & licht verend

In De Volkskrant schrijft Diederik Samwel een verhaal over het voetbalstadion van Clarence Seedorf in het binnenland van Suriname. Kop: Verbondenheid kweken op beschuitgras.
      In het artikel wordt niet uitgelegd wat beschuitgras is. De auteur vindt dat niet nodig, omdat hij er kennelijk van uitgaat dat iedere lezer weet wat beschuitgras is. Bij het artikel is een grote foto geplaatst met enigszins korrelig laaggroeiend gras.
      Een nader onderzoekje leert dat dezelfde Diederik Samwel in 2002 een boek schreef onder de titel Blootvoeters en beschuitgras; over het Surinaams voetbal en de band met Nederland. Op internet kan je dit door Prometheus uitgegeven boekje overal kopen. Als je dat doet, kom je natuurlijk snel te weten wat het is. Maar in die advertenties staat het niet.

In de Surinaams-Nederlandse woordenlijst die is opgenomen in het Groene Boekje komen we de volgende verklaring tegen:
      'Soort gras. Veel gebruikt voor het aanleggen van grasvelden (gazons)'.

Tja.

De dikke van Dale dan.
      'Zekere grassoort, gebruikt voor gazons'.

Tja.

Het Witte Boekje dan.
      Staat er niet in.

Het is een Surinaams woord. Dat is wel zeker.
      De soort beschuitgras valt onder de boeskoetoegrassi.
Gras, dat plat op de bodem groeit. Het schijnt voor vee prettig te grazen zijn.

In veel advertenties voor huizen in Suriname wordt vermeld, dat het gazon in de tuin bestaat uit beschuitgras. Het Bromptji pren plein is er bijvoorbeeld ook mee begroeid. 
      Het gras van de Paramaribo golfbaan is eveneens van de kwaliteit beschuit.

Beschuitgras is dus zowel siergras als verbruiksgras. Het is mooi, lekker en licht verend en -begrijp ik- prettig om op te spelen voor technisch begaafde voetballers.

Waarom in de Amsterdam-ArenA nog steeds geen beschuitgras te vinden is, is mij inmiddels een raadsel.

Goedemorgen!