Zo lang mogelijk, maar het begin is begonnen

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Eerst maar eens drie foto’s, dan gaat het nog goed. Wat?, zult u vragen.
      Vrolijk blijven, af en toe iets te lachen. Melancholie kan altijd nog en het liefst helemaal niet. Want het brengt meestal niets.
Somberheid en dat wat daar weer aan vast zit.


                        




Wat is er met die foto’s?
      Ze zijn hier achter gelaten door vrienden. En daarna gingen ze dood. “We laten dit hier dan denken jullie nog eens aan mij of ons”. Wel, dat laatste is goed gelukt.


Foto 1

De eerste foto met BON APPETIT gaf Lida, collega en later vriendin. Het opmerkelijkste? Dat zij en ik een kamer moesten delen in een hotel in Hilversum. We werden wakker de volgende ochtend met luidruchtige conversaties in het Chinees in de belendende kamer. Li, er moet vannacht iets raars zijn gebeurd. “We zijn nu in China, ik weet ook niet hoe dit gekomen is”. Zij: “ we maken er het beste van”.


Foto 2
De tweede foto van de pen werd achter gelaten door vriend Artan. Meegenomen uit Albanië. “P, we hebben samen veel gereisd in mijn land. Je hebt gezien hoeveel er kapot of ontwricht is, maar onze pennen doen het nog steeds goed!”


Foto 3
De derde foto is het meest pijnlijk. Geschilderd door mijn broer. Nam altijd één van zijn kunstwerken mee als hij hier kwam. Verschrikkelijke taferelen, vreemde landschappen en veel doorkijkjes. Werden na zijn vertrek door ons meteen opgeborgen. Kwam hij na een jaar weer, dan brak er een soort paniek uit. WAAR ZIJN ZE?


De eindigheid der dingen

Waar zijn we nu? Niet ver van het einde en dat breekt me soms wel op. Piekeren? Ja zo iets, in die richting. P. Je schrijft nog heel weinig, hoor ik te vaak.

In welk jaar zal het zijn geweest, Ik denk 1941. Ik werd weer eens uitgelaten door mijn moeder. In Groningen. In een karretje. Heerlijk, niet lopen met die malle beentjes. Malle beentjes omdat ze toen nog te klein waren. We zijn nog geen vijf minuten van huis als zij zomaar uit het niets tegen me zegt dat ik uit dat karretje moet opstaan en gaan lopen. Dat was een grote schok. Nooit meer terug in dat karretje, dat begreep ik meteen.
      Veel later, jaren later, zag ik pas in dat we hier te maken kregen met de eindigheid der dingen. Maar het begin was begonnen. Ik noem dat verschijnsel van de eindigheid de paardenbloem. En de paardenbloem kwam steeds maar weer tevoorschijn. Altijd min of meer onverwacht.


Albert Speer

Het zal 1979 zijn geweest. Ik had inmiddels wat naam opgebouwd bij de radio en mij werd veel gegund. Ik wilde één van de grootste oorlogsmisdadigers na Adolf Hitler ontmoeten: Albert Speer. Eerst architect en bouwmeester, later minister van bewapening. Kwam na de oorlog ook terecht in Neurenberg voor het proces. Ontkende toen en veel later ook nog, ooit iets te hebben geweten van de gruwelijke vervolgingen van joden, zigeuners en gehandicapten. Het werd geloofd en daarmee ontliep hij de doodstraf. Kreeg twintig jaar, die hij in Spandau doorbracht.

      Met de trein naar Heidelberg. Een stad in het zuiden van Duitsland, toen nog West Duitsland genoemd, nooit gebombardeerd. Waarom weet niemand. Ik loop naar het aangegeven adres. Ben zenuwachtig. Na de bel gaat de deur open en daar staat hij. Automatisch geef ik hem een hand. Speer, die een zeer voorkomende indruk maakt, op het vriendelijke af, Speer brengt mij naar de ontvangstsalon. Thee en koekjes. Dan begin ik aan het interview. Ik heb dit later maar één keer terug gehoord en me dood geschaamd. Er was van te voren een voorwaarde gesteld: ik mocht niet de vraag stellen of hij als minister in het kabinet van Hitler iets wist van de grote Jodenvervolgingen. Want daar had Speer in diverse bladen al uitvoerig antwoord op gegeven. En toch bleef dit onderwerp tussen ons liggen. Ik kreeg twintig minuten de tijd om met hem te spreken en die minuten waren snel voorbij. Ik wilde de uitzending ervan voorkomen, maar dat lukte niet. Twee jaar later was hij dood. Paardenbloem.

 

Componist B.

Het zal 1966 zijn geweest. Was bevriend met de componist B. Die woonde weliswaar in Amsterdam maar had een zomerhuisje in de Nederlands Belgische grenstreek. Kwam daar wel eens. Wilde ook zo’n huisje maar die daar in de buurt waren reeds bewoond door ratten. Veel ratten. Toen kwam er die uitnodiging. Een uitnodiging om in een bepaald weekend te verschijnen op de BLOEDWORSTPARTY…
      Dat weekend breekt aan en één ding weet ik vanaf het begin. Hier hebben we te maken met de paardenbloem; alles is er, liefde, warmte, drank, muziek, zon, bloedworst en ingewikkelde gesprekken, Vlaams, Duits en Nederlands door elkaar. Het zal eindig zijn, maar het is wel nu.

      We zitten onder grote bomen in de enorme tuin. Het zonlicht valt gefilterd door de bomen, Kippen, honden en poezen lopen door het vrij grote gezelschap heen zonder ruzie te maken. Af en toe stelen ze bloedworst, en dat kan niemand iets schelen. De Vlamingen versta ik slecht. Dat los ik op door dan maar veel zelf te praten. Waar is de componist B. wil ik weten. Achter de muziekskes aan antwoordden  ze.

''Hebben de muziekskes rokjes'', vraag ik overmoedig. Hier moesten ze hard om lachen en halen nog een liter bier voor me. De muziek gaat harder spelen en de samenhang raakt wat op de achtergrond. Er wordt gedanst, maar dat kon ik niet. Ik stond op en viel achterover in een struik brandnetels. ''Ach Menneke, riepen de Vlaamse boeren.Van achteren stoat ge in brand. Denk aon de veurkant"..
      Ik hoor het wel, maar iemand (wie?) brengt me naar bed in het huis en masseert met olie mijn rug. Dan weet ik niets meer en word de volgende ochtend wakker naast de vrouw van de componist B. Op ons zit een kip. In de vensterbank staan paardenbloemen.


Radiomaker L.

Dan is het 1971. Door collega S. is er een uitwisselingsprogramma tot stand gekomen met een radiostation in New York. Hij had daar een jaar over onderhandeld. L., de Amerikaanse beroemde radiomaker zou drie maanden in Hilversum komen werken en ik zou zijn werk in New York overnemen.
      Maar ach… ondanks dat jaar onderhandelen wist niemand bij dat radiostation iets van mijn komst, en ondanks dat jaar leuteren had L. ter voorbereiding op zijn komst naar Nederland een cursus Vlaams gevolgd. Hij kreeg geen programma bij de VPRO en moest het doen met korte interviews die ook nog vertaald moesten worden.
      L. had een ochtendtalkshow, en die moest ik dan maar gaan doen. Live en iedere dag. Soms blijven paardenbloemen wel heel lang staan. Drie maanden, Maar dan gaan ook zij.

 
Klik HIER voor alle Photosophieën