ONHANDIG OF GEWOON NIET GOED WIJS
Door Peter Flik (1938), photosooph te Hongarije
Was ik nogal dol op haar? Zeker. Maar dat ik ooit met haar op reis zou zijn had ik niet durven dromen.
Goed, er was een alibi: dit was een werkreis met de schrijver R. Hij zou ons Portugal laten zien zoals geen tourist dat land ooit zou zien.
Eenmaal in Portugal maakte hij zijn belofte waar en toonde ons een land vol verrassingen. We zaten met z'n drieën in de huurauto en kwamen door een dorp. Er stak een meisje over. R. liet het raam zakken en sprak het meisje aan. U hebt de mooiste ogen die ik ooit heb gezien. Ze straalde en we reden verder.
Maar R., begon ik. Hij: Ik weet wat jij als Hollandse kaaskop nu gaat zeggen... Dat meisje had helemaal geen mooie ogen en waarom zeg je dat dan ? Precies, antwoordde ik, dat wilde ik vragen. R.: Jullie Hollanders zullen nooit begrijpen dat het leven af en toe gelogen moet worden, dat maakt alles veel dragelijker. Dat meisje heeft nu een gelukkige dag. Een oudere man, die verder niets van haar wil, geeft haar een compliment.
We zijn dus met een Portugees en dat merken we een uur later nogal fel.
Hij kiest het Bussaco hotel in de buurt van Coimbra. Bij het benaderen door een enorme tuin zijn we diep onder de indruk.
Het is zestienhonderdvijftig, daar valt niet aan te ontkomen. Wat zeg je daar nog in die ambiance. Als R. even naar het toilet is vraag ik haar hoe de nacht door te brengen. Er zijn maar twee kamers. We besluiten samen een kamer te delen. Dan zegt zij onmiddellijk dat ik niet te veel verwachtingen moet hebben want ze is inmiddels met een nieuwslezer.
De avond moet nog beginnen en nu al dit. R. komt terug en verneemt de kamerindeling. Hij is tot het uiterste beledigd en vertrekt met een taxi. Wij nemen een fles witte wijn. Ik proost met haar op de nieuwslezer, wat zij niet echt waardeert. De stemming zit er goed in, zo mogen we dat wel zeggen.
Beledigd
De ober heeft vanaf een afstand de zaak waargenomen en stelt ons gerust.
Onze vriend is beledigd, maar dat gaat bij Portugezen gewoon weer over.
Hij zal terugkomen en doen alsof er niets aan de hand is. En zo geschiedt.
Sterker nog hij biedt ons een fles rode wijn aan en tot onze stomme verbazing wordt die met een gloeiende tang aan tafel onthoofd.
Na enige tijd vraagt de schrijver hoe deze wijn smaakt. Ik neem een slok en zegt tussendoor dat het allemaal oké is.
Weer een toestand, want wat blijkt: de schrijver heeft een wijn besteld uit het jaar 1938!
Ik ben de volgende dag jarig en dat wilde hij nu vast vieren...
De avond moet nog verder en wat de nacht zou brengen daar hadden we op dat moment nog geen idee van. R. begint opnieuw over de waarde van de leugen in de Portugese cultuur.
Zeventiende eeuw
Neem dit hotel; je waant je in de zeventiende eeuw, maar de werkelijkheid is dat het gebouwd is in 1910.
De nacht kondigt zich aan en zij gaat als eerste naar de kamer. Ik praat nog wat door met de schrijver, die ook zeer onderhoudend is.
Het licht wordt plotseling gedempt en op de tast vind ik onze kamer. Zodra ik de deur open doe zie ik iets wat ik nog nooit eerder gezien heb. Er is een grote wolk in onze kamer binnen gedreven. Ik roep haar naam, maar zij slaapt al.
Op handen en voeten sluip ik de kamer in op zoek naar het bed. Ik zie niks en voel iets later een bed. Kruip erin en tast naar haar, zonder resultaat.
Pas de volgende morgen blijkt waarom: ik lig op een aparte sofa. Zij ligt in het grote bed en heeft een blauw oog.
Ze vertelt me hoe dat toch gekomen is. Haar man (niet de nieuwslezer!) belde als zij in het buitenland was tweemaal per dag en daar kreeg ze vannacht in die dikke mist goed de ziekte over in. Woedend bracht ze in die mist de telefoon naar haar oor, maar het bleek haar oog. Dit waren de gevolgen.
We moesten nog met de schrijver ontbijten, wat zou die nu weer denken.
Klik HIER voor alle Photosophieën