De Dode Auto

 

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

 

 

Foto: Hans Molenkamp 

 

‘Hoe kunt U hier nu invullen, dat U niet meer weg wil’, zei de politieman op strenge toon.

Ik begrijp goed dat ik nu vooral rustig moet blijven.

      ‘Ik zal het U haarfijn uitleggen.. Kijk, dit is Uw papier en op Uw papier staat formulier ter verkrijging van een permanente verblijfsvergunning. Dus, als U bij vraag 27 wil weten waar ik heen wil als ik Uw land weer verlaat, kan ik niets anders antwoorden dan dat ik dat helemaal niet wil, want anders was ik aan het hele papier niet begonnen’.

De agent begint nu te zuchten. Geërgerd zegt hij dat ik Holland moet invullen. Maar ik wil helemaal niet naar Holland , maak ik hem duidelijk. Dan vult U maar elk willekeurig land ter wereld in, vindt hij. Bhutan is dat ook oké? Heeft hij nooit van gehoord, hij wil een land dat hij kent. Het wordt Liechtenstein. We gaan nog wat verder in het papier en nu komt er toch een akelig moment.
      ’Wat is Uw adres in Nederland?’

      ‘Ik heb geen adres meer in Nederland, ik ben er vertrokken.’

      ‘Dan verzint U maar een adres’

Omdat ik al toch al heel wat jaren meega, weet ik inmiddels dat Vaginastaat 16 te Luldrecht best zou voldoen, maar uiteindelijk keren dit soort grappen zich toch tegen je. Het wordt het adres van een zwager. Het zal de agent allemaal worst wezen als zijn papier maar klopt.
     
Deze man werkt dus bij de vreemdelingenpolitie in dit Oost Europese land, maar spreekt geen enkele taal dan die van zijn land. Mensen die zijn kantoor betreden zijn verre van klanten, maar meer zeikerds die zonodig naar zijn land willen komen. En die zeikerds staan iedere dag op de gang voor zijn deur te wachten. En hij maar werken voor een hongerloon.
     
Dan komt het moment dat hij wil weten over hoeveel geld per maand kan worden beschikt.
Ik vraag hem wat het minimum is. Het blijkt dat hij vijfhonderd gulden per maand genoeg vindt. Het wordt ingevuld. Maar nee, dit gaat allemaal maar niet zo. U moet dat bewijzen!

       ‘Wat voor soort bewijs verlangt U, vraag ik hem.

      ‘Een papier van Uw bank in Holland dat ze iedere maand dit bedrag naar een bank hier sturen’.

      ‘Waarde vreemdelingenman’, begin ik, ‘natuurlijk kan ik dat wel aan die bank vragen en ze geven dat document ook wel, maar een dag nadat U dat papier heeft gezien, kan ik die bank gewoon opbellen of ze ermee ophouden en daar merkt U dan niets van.’

‘Het kan me niks schelen, geen papier, geen vergunning.’

We zijn nu al weer zo’n half uur gezellig bezig als hij plotseling vraagt hoe ik naar zijn bureau ben gekomen. Naar eer en geweten vertel ik hem dat ik dat met mijn eigen auto heb gedaan. Er wordt geïnformeerd hoe oud die auto is en hoe lang het ding al in zijn land is.
     
Nu is het compleet mis. De auto is te oud,en is al langer dan twee maanden in het land.

De auto moet onmiddellijk weg.

Ik vertel hem dat ook mijn auto niet terug kan naar Holland: periodieke keuring te lang uitgesteld.

      ‘Hij kan hier ook niet zijn, Uw auto is dood.’

Ik vraag hem waar ik met die dode auto heen moet.

      ‘U moet iets ritselen en het mij niet vertellen, zo doen we dat hier’

 

 

Klik HIER voor alle Photosophieën