GASTEN EN DE REURING

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Vroeger in Nederland kregen we ook vaak bezoek, maar steeds toch van korte duur. Hier blijven de meeste gasten veel langer, en dat bevalt ons meer.
      Ruwweg zijn er twee types gasten. Zij die van opwinding en beweging houden, de reuringtypes dus. En zij die het liefst op het terrein blijven en een boek lezen.
      Deze week kwam nicht G. Met het vliegtuig, met een trein, en met een streekbus. Ik wachtte haar op, want het laatste stuk moest met de auto. Nogal schaars gekleed kwam zij al zingend met een paar Hongaren uit de bus. Die kunnen er wat van, riep ze me tegemoet. Een reuringtype dus.
      En dat hebben we geweten, want zij heeft een karakter dat nog het meest met een bepaald soort terriër te vergelijken is. Wat zij eenmaal in de bek heeft, dat krijg je er niet zomaar uit.

Kom P. Morgen zal ik je eens leren tekenen. Drie D nog wel P. Ik liet niets merken, maar de middelbare school kwam terug. In volle hevigheid. DE TEKENLESSEN…
      We hadden een tekenleraar die nooit ergens zin in had. Verveeld zat hij achter zijn lessenaar en mompelde opdrachten. VANDAAG GAAN JULLIE EEN VAAS TEKENEN, HIJ STAAT HIER. Gatverdamme die rotvaas dacht ik meteen. Op mijn  papier verscheen iets dat nog niet in de verste verte op een vaas leek. Ook nog krom. Bij de beoordeling kreeg ik een 1. Toch nog meer dan nul, zei ik.
      Maar de volgende dag had zij het takje nog steeds in de bek en we moesten gaan tekenen. Drie dimensionaal. Ik moest een ei tekenen, vanuit een speciale hoek. Mijn kin op een stapel boeken. Met zacht potlood de schaduwen aanbrengen. Ook dit ei begon weer krom, maar dat gaf niets, zei ze. Als we klaar zijn over een paar uur en je legt het papier met jouw ei iets terzijde dan zal je zien dat het ei recht overeind staat en dat je hem zo zou willen pakken.

De tijd verstreek en maar mijn ei wilde maar niet overeind komen. Hier zie je het wanhopige resultaat.

                    

STOP! Riep ze. We reden niet hard en de auto kwam tot stilstand vlak voor een overreden das. Hij lag er nog redelijk intact bij. We maakten een foto. Thuisgekomen zie ik aan haar blik dat ze ergens over zit te broeien. DIT VARKENTJE GAAN WE WASSEN, zei ze. Ik begin het ergste te vrezen. Terecht. TERUG NAAR DAT BEEST, WE HALEN HEM OP.

                    

Haar plan is om hem te villen en de haren te verzamelen. DAAR MAKEN ZE DE DUURSTE KWASTEN VAN.
      Ik zie het komende tafereel al voor me. Stank, een ontvild dood beest. Hoe afvoeren en ga zo maar door. Hoe krijg ik deze tak uit haar bek? Een daverende klap redt me. Een hevig noodweer breekt los. Planten waaien om, de vuilnisbak rolt over de straat. De hond kijkt als een bange hond. Het licht valt uit.


Klik HIER voor alle Photosophieën