KURHAUS


(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Altijd maar weer daar heen, terug naar de jeugdjaren. Jeugdjaren die er niet meer zijn. Naar opgeheven plekken, naar mensen die er ook al jaren niet meer zijn. De oudste zijn op pleinen vol met mensen die hun wensen najagen. Veel te veel even gaan zitten. Weemoed te lijf gaan met een glas.
      Het werd dit jaar terug naar den Haag. Ik was acht of negen. De zomers bracht ik door bij zus A. in die stad. Thuis hield ik het niet vol, oude ouders die geen vrienden hadden maar wel veel kennissen. Gepraat over niks. Niks voor mij.
      Het liefst zat ik in een café. In de Wagenstraat. Maar daar was ik veel te jong voor. De oude mannen met hun glaasjes waren nog niet bereikbaar voor me. Die waren voor later. En later waren ze er misschien al niet meer, dat voelde ik toen al.

Dus werden het de trams waar ik me mee bezig hield. Bijna iedere dag nam ik er één. Graag naar Scheveningen. Lijn elf had mijn voorkeur. Die reed grote delen van het traject op een eigen baan en had een sterke motorwagen. Het eindpunt was bij de vuurtoren, en natuurlijk bij de zee. Daar was verder niet zoveel te beleven en meestal nam ik later dus de acht of negen naar Scheveningen Strandbad. Vooral de route van de acht langs het Vredespaleis was schitterend. Aan het einde wachtte het imposante Kurhaus. En ook al was ik voor het betreden ervan te jong, maakte me dat niet zoveel uit, dan liep je er maar om heen. En ja, ook toen al, een harinkje ging er wel in.

      Nu, zo’n zeventig jaar later, ben ik dus weer eens op weg naar dat Kurhaus. Vol argwaan, want zonder dat je daar met de post brieven over krijgt is iets afgebroken, veranderd in een discotheek of Aldi. Bij aankomst zag ik het hele Kurhaus niet meer. Bleek iets later verstopt achter grote buildings met uitzicht op zee. Architecten zijn ook maar mensen. In dit geval nogal gewetenloze. Niet zeuren Peter houd ik mezelf voor; naar binnen gaan en iets bestellen.

      Het is dit jaar de eerste dag van de nieuwe haring en bestel een haring met een korenwijn. Die korenwijn was er wel maar het Kurhaus deed niet aan haring. ''U moet naar de boulevard gaan en bij het stalletje van Simonis die haring vragen'', stelde de bediening voor. Een goed advies is nooit weg.
        

Eenmaal op de boulevard met uitzicht op die afzichtelijke Pier is Simonis gauw gevonden. Ik vraag een haring in stukjes want van de klassieke manier van het achterover slaan ben ik niet weg. Simonis stemt toe en ik loop naar een rond tafeltje dat ongeveer twee meter verder is. Ik bereik het tafeltje toch niet want voordat ik daar ben heeft een meeuw mijn halve haring al meegenomen…
      ''Goed dat U hem in stukjes had laten maken'', zegt het stalletje,''want gister was hier nog een Belgische mevrouw die in de mond werd gebeten door een meeuw. Ze moest naar het ziekenhuis''.

U zult het geloven of niet, maar mijn eerste gedachte was: kom ik misschien wel op You Tube.
      Na nog wat haringen die niet meer werden aangevallen loop ik om het Kurhaus heen en tref een merkwaardige auto. Nou ja, eigenlijk helemaal niet merkwaardig.

  

 Klik HIER voor alle Photosophieën