DOORSTAAN

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Ik wist dit allemaal wel. Hier in deze provincieplaats in het zuiden van Hongarije MOET MEN NOOIT IN HET ZIEKENHUIS TERECHT KOMEN. Het ziekenhuis is heel vaak een omweg naar het kerkhof, dus dat kan je rustig overslaan. Bij korte bezoeken aan het communistische complex krijg je al gauw een kijkje achter de façade.
      Om te beginnen bij de hiërarchie. Helemaal boven staat de directie. Die zie je dus nooit, want die hebben hun eigen aanbouwsel. Ook hun medewerksters komen zelden tevoorschijn. Vervolgens is er de medische staf met natuurlijk boven aan de chef de Clinique. Die zie je aanvankelijk ook niet. Daarna komen de vakartsen, en daar krijg je mee te maken als je na uren wachten aan de beurt bent in de diverse wachtruimtes. Hierna volgen de zusters en de broeders die hun macht uitoefenen op de diverse verpleegafdelingen.
      Vervolgens lange tijd niks en dan volgen de patiënten. Ook al weer in een hiërarchische volgorde. Boven aan staan de oude en vertrouwde personages uit de inmiddels vervlogen tijden. Daarna zij die kennissen hebben in het ziekenhuis en daarna de gewone Hongaren zonder connecties en als allerlaatsten de zigeuners.

Toch te weinig gedaan of juist te veel om in dit oord terecht te komen. Een gebroken been. Natuurlijk heb ik schaamte om erover te schrijven, want wat is nu helemaal een gebroken been in bijna alle cirkels om ons heen met hen die veel zwaardere gevallen zijn. Nieuwe hartkleppen, kanker her en der en ook nog die sterfgevallen.
      Maar toch ik zit ermee en dat is nog letterlijk ook. Het begon met het vallen op vrijdagavond. Ambulance naar het ziekenhuis. Noodgips. Men moet weten dat hier het weekend ruim wordt beleefd. Vrijdagmiddag om twaalf uur begint het en eindigt op de maandagmorgen om acht uur. Daartussen worden alleen spoedgevallen behandeld en daar hoort mijn been niet bij. Noodgips dus, MAAR HOE WEER NAAR HUIS TE KOMEN?
      Ambulances brengen je wel naar het ziekenhuis, maar mogen je niet terug brengen. Het wordt een taxi met helse pijn. Op maandag wordt er besloten tot een operatie. Geen totale narcose maar een spinale waarbij je onderlichaam gevoelloos wordt. Men komt in een soort hoorspel terecht waarbij de geluiden nog het meeste lijken op die van paarden die van nieuwe hoefijzers worden voorzien.
      Artsen zijn kundig maar maken weinig contact met je. Dan kom je op de verpleegafdeling en begint het verschrikkelijke. Geen van de zusters ziet je als mens maar in mijn geval gewoon als been. Dat aan dit been nog iets vast zit, ze kijken er niet naar om. Je krijgt wel ziekenhuiseten, maar geen bestek. Het is er warm en de hele afdeling ruikt naar kool. Er trad een bloeding op en een halve dag heb ik in die lakens moeten liggen. Op de derde dag kwam de hoogste arts met een gevolg van minstens twaalf personen. Hij keek me niet één keer aan, sprak niet met me, maar stelde alleen vragen aan de hoofdverpleegkundige die ik ook nog nooit had gesproken. Ik mocht naar huis. In de hal van het complex vraag ik om vervoer, want ik kan nog geen meter lopen. Dat vervoer is er niet en bovendien had ik het voor tien uur moeten bestellen. Dan maar een auto met een vriend erin.

      Ik zit/lig nu thuis en moet drie weken niets doen. Het typen van dit stukje maakt me bezweet.

 

Klik HIER voor alle Photosophieën