Tandarts, Bakvisjes & Crisismanagement

(Door Marga de Graaf, bibliothecaresse te Bellingwolde)

13.30 u. Ik heb een afspraak met mijn tandarts Jelle. Bij het oprijden van de parkeerplaats achter de praktijk aan de Hoofdweg in Bellingwolde, zie ik alleen maar auto’s van het personeel. Vier mondhygiënisten, drie tandartsen en administratief medewerkster Denise. Geen andere patiënten te bespeuren. Huh, denk ik, ben ik de enige? Wat is de reden? Iets met de vijftiende letter van het Griekse alfabet?
      Ik zet mijn mondkapje op en stap de praktijk binnen. De deuren van alle ruimtes staan wagenwijd open. Een lege wachtkamer. Dat is anders nooit zo. Even denk ik in een verkeerde film te zitten, totdat ik mijn favoriete mondhygiëniste Marian hoor praten. Op het geluid aflopend zie ik nog iemand.
      Daar straalt Jelle me tegemoet, zijn vrolijke ogen glunderen boven zijn loepbril en vanachter zijn mondmasker zegt hij: ‘ga maar liggen ik doe vandaag alles, controle en gebitsreiniging. ‘Het is niet druk’ - ‘ik heb alle tijd. ‘Oh, wat fijn,’ pruttel ik. Doe mijn jas uit en vlij me ‘quasi-relaxed’ in de behandelstoel. Een druk op de knop, ik glij langzaam horizontaal, nog net niet van het grijze leer af en geef me over. Het haakje wroet zachtjes langs en tussen mijn tanden en kiezen, pockets worden opgemeten. ‘Ziet er keurig uit,’ zegt Jelle. ‘Zal ik nog even extra reinigen met de zoutstraler?’ ‘Als je het ultrasone doet dan graag, stem ik toe.’

        Marian assisteert hem door de ‘waterslang’ begeleidend door mijn mond te sturen. Zonder pijn verdwijnen alle sporen van koffie, thee en rode wijn. Deze tandarts en preventieassistente zijn een topteam samen. Na tien minuten sta ik opgelucht buiten, met een parelwit gereinigd stel tanden en kiezen. ik heb mezelf weer overwonnen, want …. ik ben heel bang voor een tandarts. Een traumaatje, opgelopen bij de schooltandarts op de lagere school - 55 jaar geleden!

       Ria en Dity zijn al druk aan het werk in de bieb als ik met mijn opgelucht gemoed binnen kom wandelen. Gelukkig Nieuwjaar!
We praten even bij.

Dollardcollege

Dan hoor ik buiten op het terras voor de bibliotheek een enorm kabaal. Trek mijn jas aan en ga kijken waar dit vandaan komt. Op twee stoelen hebben een paar mooi opgemaakte 15-jarige meiden het zich gemakkelijk gemaakt. De een een blikje cassis, de ander een flesje sinas voor zich, beide een mobiele telefoon in de hand waar jongensstemmen op de speaker allerhande testosteron-gerelateerde taal uitkramen.
      Wanneer ik nader gaat de speaker uit. Een tel later ook hun telefoon. Dan ontstaat er een geanimeerd gesprek over de huidige tijd, de docenten op hun school - het Dollardcollege naast de bieb.

 

Mondmaskers dragen in school? ‘Daar zijn we al aan gewend hoor, geen enkel probleem.’ ‘Wat moet, dat moet.’ Zin in volgende week, als ze weer naar school mogen? Nee, dat hebben ze niet. Ze missen duidelijkheid en lijnen waaraan ze zich vast kunnen houden in deze bizarre tijd. Toch proef ik alvast, deze meiden gaan zich wel redden. Vanmiddag is voor hun gewoon een chill-middag op het terras voor de bieb.

Voorleesdagen

In de bieb is het hoog tijd de Nationale Voorleesdagen van 2022 voor te bereiden. We maken een thema-tafel vol mooie kinderboeken, hangen promotiemateriaal op, plaatsen een pakkende poster in het stoepbord en bereiden ons voor op, ja op wat eigenlijk….. wat mogen we?

 

Op mijn kantoor pak ik bestelde materialen uit en check mijn mail.

Een verwarde dame     

Plots stuift Dity binnen, blik op mij gericht, die blik zegt: ‘HELP.’ In haar kielzog brult een vrouw als een leeuw. Ik denk, wat krijgen we nou. Om Dity te ontlasten schat ik de situatie vliegensvlug in. Ik zie een soort van ‘psychiatrische patiënt.’ Dat mag ik natuurlijk niet zo maar zeggen, maar ik zie het wel zo. Mevrouw wil mijn kantoor binnenstormen zonder mondkapje - tja, dan heb je een verkeerde afslag genomen. Ik roep haar halt toe, bied een mondkapje aan en wil haar te woord staan. Geen aansluiting….
      Binnen tien seconden heeft de dame de totale inhoud van haar smoezelige tas uitgestald op de tweede tree van de prentenboekenpiramide. Vervolgens zie ik haar voor mijn deur driftig heen en weer banjeren - van links naar rechts en weer terug. Een verfrommeld papieren zakdoekje onder haar neus houdend. Vergezeld van luide oerkreten heeft ze een blauw mondkapje onderuit haar tas opgeduikeld. Het maskertje bungelt inmiddels op haar kin, ze spuwt nog steeds vuur. Ze wil wel anders doen maar krijgt het niet voor elkaar. Ze is één grote uitgebarsten vulkaan. Zo aandoenlijk triest.

       En dan…. is daar onze Ria, de reddende engel. Ria ontzet Dity en mij door zich te ontfermen over de stampvoetende boze vrouw.

      Waar kwam ze eigenlijk voor? Uit het verwarrende onsamenhangende verhaal van deze klant had ik ontrafeld dat ze een kopie wilde maken van haar identiteitskaart. Die was ze door haar razernij inmiddels kwijtgeraakt in de bieb, ze krijst alles bij elkaar - ik vind de kaart terug tussen de boeken. Terwijl Ria de mevrouw tot rust brengt, maak ik de kopie en houdt Dity in mijn vizier.

      Hoe het afloopt? Ik leg de kopie voor mevrouw klaar, Dity rekent dertig cent met haar af. Ria is duidelijk het meest in haar element en begeleidt de dame met zachte hand naar buiten. Met z’n drietjes kijken we haar na terwijl ze op haar fiets richting Vriescheloo rijdt. Naar huis.

Rood licht

17.00 uur. Aangeslagen door zoveel paniek en frustratie in een mensenhoofd, drinken we samen een warm kopje espresso uit de automaat - draaien daarna de sleutel in het slot en keren ook huiswaarts.



Met het rode fietsachterlichtje op ons netvlies.

 

 

       Klik HIER voor alle biebverhalen