Ontwaken in wilde stilte

(Door Martine van Bree-Jonink, vrijwilliger bibliotheek Bellingwolde)

 
Lucinda Riley: De Zilverboom (2020/541 pag.)

Deze roman is onder de titel Not Quite an Angel in 1995 voor het eerst uitgegeven. Op verzoek heeft de auteur deze roman  zodanig herschreven (zie Noot van de auteur) dat er een compleet nieuwe roman is ontstaan, die in 2015 is verschenen onder de titel The Angel Tree.

    De Nederlandse uitgever had deze titel beter rechtstreeks kunnen vertalen, want De Zilverboom slaat nergens op. Als u deze roman leest begrijpt u waarom. In het kort het verhaal: Greta keert na 30 jaar terug op Marchmont Hall, het landgoed dat ooit een belangrijke rol in haar leven speelde. Ze kan zich alleen niets meer herinneren over die tijd omdat ze door een tragisch ongeluk al jaren lijdt aan geheugenverlies.
      De enige die haar al die jaren heeft bijgestaan en die ze volledig vertrouwt is David, de man die blijft proberen haar geheugen op te frissen. Eenmaal op Marchmont Hall, als er flarden aan herkenningen boven komen, ontdekt ze langzaam maar zeker wat voor leven ze ooit heeft geleid.

Weer een prachtige fascinerende roman.


Stacey Halls: De vondeling (2020/317 pag.)

In 1748 moet de arme Bess noodgedwongen haar pasgeboren dochter achterlaten in een kindertehuis in Londen. Zij laat bij de baby een herkenningsteken achter, dat wordt genoteerd bij het nummer van registratie. Zes jaar later denkt zij genoeg te hebben gespaard om haar “Clara” terug te kopen. Tot haar verbijstering is haar baby al meteen de eerste dag weer opgeëist, zogenaamd door haarzelf. Dat kan niet, dus gaat Bess op onderzoek uit. Als op een dag een jong meisje in een gele jurk uit een koets stapt, herkent Bess haar als haar dochter.

      Ze ontdekt waar het meisje woont en weet te regelen dat zij als kindermeisje wordt aangenomen door de jonge weduwe, die al 10 jaar lang haar huis alleen heeft verlaten om per koets naar de kerk te gaan.

Een historische roman over enorme klassenverschillen, rijkdom versus uitzichtloze armoe, maar ook geestelijke armoe onder de rijken en levenskracht onder de armen en bovenal: de kracht van moederliefde die van alle tijden is.

 

Nora Roberts: Ontwaken (2020/477 pag.)

Breen is niet gelukkig met haar leven. Ze heeft hard gestudeerd, heeft jaren bijbaantjes gehad om het hoofd boven water te houden, en is docent Engels. Precies het leven dat haar kille en dominante moeder haar heeft opgedrongen, terwijl zij zelf iets heel anders voor ogen had. Samen met Marco, haar beste vriend en toeverlaat sinds de kleuterschool, woont zij in een klein appartement in Philadelphia. Hij en zijn homovrienden zijn haar “thuis”. De mooiste jeugdherinneringen heeft ze aan haar Ierse vader, al verliet hij het gezin 10 jaar geleden toen zij 6 was. Als Breen in de villa van haar moeder de planten moet watergeven en de ramen moet openzetten, waaien er papieren op de grond. Tot haar stomme verbazing zijn het bankafschriften op haar naam en ontdekt zij dat haar vader haar door de jaren heen geld heeft gestuurd; en niet zo’n beetje ook. Marco en zij gaan samen naar Ierland om op zoek te gaan naar haar familie en afkomst.
      Breen voelt zich er gelijk thuis. Als Marco weer terug moet, blijft zij voorlopig in de knusse cottage, waar op een dag een hondje komt aangelopen dat haar de weg wijst naar een boom, waarna zij terecht komt in een parallelle wereld. Een wereld van mensen die ieder op zich over eigen magische krachten beschikken. Tot haar grote geluk ontmoet zij haar oma en vele vrienden, die haar over haar vader kunnen vertellen en de reden waarom hij bij haar en haar moeder is weggegaan. Oma leert Breen haar eigen magische krachten te ontwikkelen; van een verlegen vrouw die altijd werd gekleineerd, verandert zij in een stralende zelfbewuste vrouw. Toch moet zij nog terug naar Philadelphia om de confrontatie met haar moeder aan te gaan en e.e.a. af te wikkelen. Zij belooft haar oma terug te komen.
     
Een fantastisch geschreven magisch verhaal waarin je wordt meegezogen. Deel 1 van de Drakenhart-serie.


Simon Stranger: Een vreemde in de wereld (2020/443 pag.)

Waar liggen je roots, als je vader én grootvader geadopteerd zijn? In de zoektocht van de schrijver worden vier verhaallijnen met elkaar verbonden. Het verhaal van Jan van Riebeeck, die in 1652 de eerste handelspost op Kaap de Goede Hoop stichtte. Het verhaal van de 16-jarige Noah, een zwarte jongen, geadopteerd in een wit gezin en woonachtig in de betere buurten van Kaapstad. Het levensverhaal van Adele, die op haar zesde jaar samen met haar familie is verdreven uit hun woonwijk, omdat het een witte wijk moet worden.
      Ze groeit op in de armoe van golfplaten behuizingen zonder sanitaire voorzieningen. En als laatste het verhaal van Simon, de schrijver, die een riskante zeiltocht onderneemt over de Atlantische Oceaan samen met zijn beste vriend en diens vader. Hij moet op stel en sprong naar huis omdat zijn eigen vader in het ziekenhuis ligt. Een deels autobiografisch, deels fictief verhaal waarin de auteur erachter komt waarom hij Stranger (vreemdeling) heet.
     

Een in briljante stijl geschreven boeiend relaas over de ontwikkelingen die zich tussen 1652 en het heden hebben voorgedaan in Zuid-Afrika.


Raynor Winn: Het zoutpad (2019/316 pag.)

Bejubeld autobiografisch verhaal over het echtpaar Ray en Moth, dat binnen een paar dagen alles kwijt raakt: ze verliezen hun huis en ze krijgen te horen dat Moth een ernstige ziekte heeft waar geen remedie voor is. Hun kinderen studeren. Met het beetje geld dat ze nog hebben besluiten ze het South West Coast Path te gaan lopen, met alleen een tent, hun oude rugzakken en te dunne slaapzakken om te overnachten. Een tocht vol ontberingen, leuke maar zeker ook minder leuke ontmoetingen.
      Ray wil er niet aan denken Moth kwijt te raken, steekt haar kop in het zand, maar houdt hem wel in de gaten. Moth praat nergens over. Er gloort hoop, want Moth krijgt langzaam maar zeker zijn oude energie terug. Tegen de winter zijn zij halverwege de route, overnachten in een tent kan niet meer en ze moeten ook op tijd ergens onderdak vinden vlak bij de universiteit waar Moth een studie gaat volgen. Ze hopen van de studiefinanciering rond te kunnen komen.
     
Prachtige natuurbeschrijvingen, daar niet van, maar ik mis persoonlijke gesprekken tussen beiden waardoor het verhaal voor mij minder diepgang heeft dan verwacht.

 

Vervolg: De wilde stilte (2020/313 pag.)

Ray en Moth leven in een klein onderkomen in een kerkgebouw. Moth gaat dagelijks naar de universiteit; Ray wordt op zichzelf teruggeworpen en kan alleen maar slapen in de tent, die ze in de woonkamer hebben opgezet. Als haar moeder in het ziekenhuis belandt kijkt zij terug op haar jeugd en wordt zij weer het kleine, onzekere meisje vol faalangst dat de buitenwereld schuwt. Om zichzelf uit dit moeras te trekken begint zij haar aantekeningen over de voettocht uit te werken, hetgeen uiteindelijk resulteert in een boek: Het zoutpad. Door het succes moet zij wel voordrachten en signeersessies houden waardoor zij haar mensenschuwheid overwint.

      Met zijn laatste krachten weet Moth zijn studie af te ronden. Precies op het juiste moment krijgen ze de kans nieuw leven te blazen in een prachtige oude boerderij in Cornwall en dat is hun redding.  In dit boek ben ik eindelijk  meer te weten gekomen over haar karakter en hun leven samen waardoor zij zo’n twee-eenheid zijn geworden.
     
Mooi. (het reisverhaal over IJsland heb ik grotendeels overgeslagen; te langdradig naar mijn zin)


Brit Bennett: De vervlogen helft (2020/365 pag.)

De licht getinte tweelingzussen Desiree en Stella groeien op in een kleine, zuidelijke, bekrompen zwarte gemeenschap, waar men elkaar puur op afkomst en uiterlijk de maat neemt; hoe lichter hoe hoger in aanzien. Als zij door hun moeder van school gehaald worden en gedwongen zijn de meest vernederende baantjes aan te nemen, besluiten zij te vluchten naar New Orleans. Qua uiterlijk lijken zij sprekend op elkaar; qua karakter zijn zij tegenpolen.

Desiree is opstandig en vrijgevochten en had een hekel aan school; Stella is de bedachtzame ijverige leerlinge en wil verder komen. Ze hebben elkaar altijd in vertrouwen genomen, totdat Stella tot de ontdekking komt dat zij, als ze maar durft, gewoon voor een witte vrouw kan doorgaan. Als ‘witte’ vrouw trouwt zij met een witte man die haar adoreert, krijgt tot haar grote geluk een blonde dochter, maar de altijd aanwezige angst dat haar bedrog zal worden ontdekt drijft haar ertoe notabene zelf racistisch te handelen.
      Desiree’s leven loopt heel anders; zij trouwt met een diepzwarte man, krijgt een pikzwarte, maar bloedmooie dochter, en keert terug naar haar moeder en haar geboortedorp, waar uiteraard haar dochter voor de nodige ophef zorgt. Ooit waren de tweelingzussen onafscheidelijk, maar na jarenlang radicaal verschillende levens te hebben geleid, moeten zij opnieuw een keuze maken als blijkt dat hun dochters elkaar hebben leren kennen.
     
Bijzonder goed geschreven uitermate boeiende pageturner.

 

 

Veel leesgroeten van Martine van Bree-Jonink.
      Vrijwillige medewerker van de Bibliotheek in Bellingwolde.


Klik HIER voor alle biebverhalen