Een hoofddoek in de fietstas 

      (Door Marga de Graaf, bibliothecaresse te Bellingwolde)

      Heeft u kleinzoons? Ik wel en dat vínd ik een cadeautje! Af en toe komen ze met hun moeder bij mij in de bieb.
      Het leukste vinden ze een verrassingsbezoekje. Ik zit dan geconcentreerd te werken op mijn kantoor, steekt er ineens zo’n lief koppie om de hoek van de deur - ‘Boeh!' Ah! Ik smelt, knuffel en laat m’n werk graag even voor wat het is.
      Merlijn loopt samen met mij de bieb in en daar zie ik de jongste spruit Olivier, hij zit met een boek over dinosaurussen in de favoriete stoel. Hun moeder snuffelt al tussen de nieuwe aanwinsten. Ze heeft leeshonger, van jongs af aan.
      Ook mijn kleinzoons zijn leesbeesten, dol op de Gorgels, de Waanzinnige Boomhut met veel verdiepingen, Donald Duck, de Kleine kapitein en nog veel meer.


Aantrekkingskracht

De aantrekkingskracht van onze roze stoel blijkt bijzonder.
      Zo ook op onze Interculturele High Tea met Poëzie. Een jaarlijks terugkerend evenement in onze bibliotheek waar jong en oud, autochtoon en allochtoon elkaar ontmoeten in gedichten en verhalen. Met zo’n 100 mensen luisterden we ademloos naar de vertellers. De stoel als ondersteunend middelpunt, een belangrijke taak.

      Dit jaar kwam een meneer langs met een speciaal verzoek. Hij had in het Dagblad van het Noorden gelezen over deze plaatselijke activiteit. Plande een fietstocht door het mooie Westerwolde. Bij binnenkomst in de bieb vroeg hij of het echt een Interculturele middag was.
      Jazeker meneer. Kom gezellig binnen, neem plaats, eet iets, drink iets en geniet.
Ja maar, of hij iets mocht voorlezen - hij had een zelfgemaakt gedicht in zijn fietstas. 
      Uiteraard, we zijn dol op spontane invallen. Hij maakte zich bekend als Ids Vlieg en zijn gedicht heette Hoofddoek.
Nadat ik het gedicht had gelezen, programmeerde ik hem tussen de andere voordragers.


Sarah

Daaronder was Sarah uit Syrië. Ze was nog maar 8 maanden in Nederland. Leergierig en vastberaden weer iets moois van haar leven te maken stortte ze zich op onze Nederlandse taal.
      Ze schreef en las het volgende gedicht.

 

Ik miss mijn familie in Syrie

Mijn zus, tante, oma en opa

Elke dag wij praten

Met de telefoon

 

Wij wonen in wedde westerwolde

Mijn vrienden weten dat wel

 

Blauw is de kleur waar ik van hou

Ik denk vrij als de lucht

…Gewoon

 

Ids Vlieg

En toen nestelde Ids Vlieg zich in de stoel. Hij voelde zich duidelijk op z’n gemak en begon te lezen.


HOOFDDOEK                                                              

De vrouwen uit een oorlogsland
lopen of zitten aan de kant.
Met een hoofddoek om hun hoofd
van alles onderweg beroofd.
Ze schichten door verwoeste straten,
langs lijken doorzeefd met gaten.

Vele dagen niets gedronken,
slingerend als waren ze beschonken.
Doodmoe met hun kindjes op de arm,
schrikkend van het zoveelste alarm.
Weg, naar elders op de vlucht.
In een tent, nog steeds beducht.

Familie achterlatend in de vaderstad,
broer en zussen in een bloedig bad.
Als ze door onze straten gaan,
is er niemand die hen kan verstaan.
Alles is aan hen ontnomen.
Hier zouden ze niet mogen komen?

Vol  argwaan door ons gade geslagen,
omdat ze een mooi hoofddoekje dragen?
Kijk in die zwart bruine ogen,
die nooit iemand hebben bedrogen.
En een welgevormd gelaat,
dat voor benadering echt open staat.

Nergens welkom worden ze ontvangen,
omdat ze te veel van ons verlangen?
Een broodje, een dak boven hun hoofd.
Worden wij van onze welvaart dan beroofd
Laten we onze hoofden koeltjes houden,
ze bij elkaar steken in vertrouwen.

De afstand onderling verkleinen
ter vermindering van hun vele pijnen.
Geen tijd om er hoofddoekjes om te winden:
Het liefst zouden ze hun vaderland hervinden.
En waar ik inmiddels achter kom:
mijn lieve oma had ook een hoofddoek om!

Ids nam het applaus in ontvangst, at een Iraanse versnapering, dronk een kop muntthee en stapte voldaan weer op zijn rad.

En onze stoel?
      Die heeft - net als wij - weer een bijzondere middag gehad.

 
Klik HIER voor alle biebverhalen