Geslagen maar hersteld
Wij hadden in de vakantie een logeerhond. Een bastaard, die op een Mechelse herder leek. Een reu, die zich gedroeg als een echte jonge hond. Hij was een jaar of vijf, maar dat was niet geheel zeker. Gyorsan - spreek uit Djorsan- kwam namelijk uit een dorpje in het zuiden van Hongarije.
Gyorsan was een zwerfhond, die -om het zacht uit te drukken- niet erg welkom was bij de dorpsbewoners. Hij werd soms geschopt en met stenen bekogeld.
Toen hij vel over been , gewond en met een gebroken poot aan de kant van de weg werd aangetroffen werd hij hiernaar toe meegenomen door Nederlanders, die daar een tweede huis hebben.
Inmiddels is hij helemaal opgeknapt en gewend aan Nederlandse hondenbrokken.
Leverworst en zelfs kaas vindt hij ook lekker, maar garnalen hebben niet zijn voorkeur.
Wespen eet 'ie en vliegen. Maar geen groene.
Katten & kippen & andere honden
Wij wonen aan een dijk op het platteland. De mensen hebben daar katten, kippen en andere honden. Sommigen hebben geiten of pony’s. In de hagen, langs de slootkanten en op de akkers nestelen tal van vogels. In de velden lopen hazen.
Er zijn muizen, mollen en ratten. Gyorsan vindt het allemaal heel interessant. Als wij hem los lieten, ging hij voortdurend achter die beesten aan. Niet zo serieus, maar speels.
Maar hij was toch snel ver weg en dan was het altijd afwachten , wanneer het hem uitkwam om weer terug te komen.
In het dichtstbijzijnde bos worden veel honden uitgelaten. Die lopen ook allemaal los. In het begin legden wij de hond aan als er andere honden naderden, maar we leerden al snel dat je dat juist niet moet doen.
Zo kwam ik op een dag mijn tandarts tegen, die twee nog grotere honden heeft.
Toen ik Gyorsan weer had uitgelijnd gingen de honden ’spelen’, zoals hij dat noemde. Ondertussen informeerde hij naar de implantaten in mijn onderkaak, die daar ruim een maand geleden ingegaan zijn.
‘Ach het gaat wel’, zei ik maar eens.
’Ik heb een noodoplossing. Je kunt er niets van zien; ik kan alleen bijna niet eten’.
‘Ja’, zei hij opgewekt, ’het duurt tien weken voordat we echt iets kunnen gaan doen.
Dat stelde mij weer teleur, want de kaakchirurg had gezegd, dat er na twee maanden al een begin kon worden gemaakt met de ‘restauratie’.
Langs de oevers van de Delta
Ook in het bos raakten we de hond regelmatig kwijt.
Het strand bleek ook geen oplossing, want dat is op veel plekken verboden voor honden.
En als ze er wel op mogen, moeten ze worden aangelijnd.
Dat is niets voor Gyorsan.
Hij trekt dan enorm en gaat zichzelf vermoeien.
Eén van de oplossingen bleek de kust van de Oosterschelde bij St. Philipsland.
Je kunt daar ongestoord over een onverhard pad langs het water lopen.
De hond kan vergeefs achter een stern of een meeuw aanzitten en je kunt hem voortdurend in de gaten houden.
En zelf kan je weer even lekker uitwaaien.