Een open (ganzen)dag 

 Een paar dagen geleden plaatste ik een stukje over mijn buurman Pieter van den Heuvel (Beelden 198):
      Hij is een landbouwer, die grote overlast heeft van ganzen.
Die beesten trappen de jonge aanplant stuk of vreten het op en laten grote hoeveelheden stront achter.
     
Die overlast is een landelijk probleem.
In overleg met zeven betrokken organisaties werd deze zomer besloten dat er in Nederland 100.000 ganzen worden afgeschoten.
     
Ik kreeg hierop deze bijzondere reactie van vriend & collega Ton van der Graaf (Te gast 19)
Hij is één van de zeven vaste bewoners van het Zuid-Hollandse eilandje Tiengemeten.
 
 
Ministerie deelt ganzencarpaccio uit
 
Op zaterdag 3 september was er een open dag van het Landbouwmuseum Tiengemeten. In de oude polder op de oostpunt van het eiland werden er met rooimachines uit het museum aardappelen geoogst. En was er een demonstratie met Zeeuwse trekpaarden voor de ploeg.
      Rond het museumgebouw stonden kraampjes opgesteld waar ik ambachtelijke kaas en jam kon kopen, waar ik lid kon worden van Natuurmonumenten of voorlichting kon krijgen over de landbouw in Nederland. Ook stond er een origineel spinnenwiel waarop garen werd gesponnen met schapenwol. Aan de buitenmuur van het museum hing een prachtig schapenwollen vest.
      ‘Maar dat is eigenlijk onbetaalbaar” zei de spinster “want ik heb er de hele winter aan gewerkt.’
Kortom ik kon een middagje oude ambachten tegemoet zien.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 Er was weinig wind en de zon scheen volop. Een mevrouw in een korte zomerse jurk gaf mij een schoteltje met vlees. “Ganzenborst” maakte ze duidelijk “op drie manieren klaargemaakt. Dit hier is carpaccio, dit is als biefstuk en
bij deze hebben we de borst als hamburger klaargemaakt.”
      Op de rand van het bord lag een bramensausje, waarin het vlees met een plastiek vorkje gedoopt kon worden. Het geheel smaakte heerlijk.
Ik zag dat de mevrouw naar een kraampje liep en vier nieuwe borden pakte om uit te delen. Het viel me op dat ze nergens afrekende.
      “Waarom zou dit armlastige museum gratis ganzenborst uitdelen” vroeg ik mij af. Ik liep naar het kraampje en kreeg meteen een nieuw bordje vlees in mijn hand gedrukt. “Ganzenborst” zei de man met een harde stem
      “Ja Ja” antwoordde ik “hoeveel krijgt u van mij.”
Hij keek mij enigszins trots aan.
      “Dit is geheel voor onze rekening” sprak hij met een licht Haags accent. “Wij zijn namelijk van het ministerie van Landbouw”. Waarna hij zweeg alsof hij daarmee duidelijk had gemaakt waarom ik niet hoefde af te rekenen.
Het dwong mij tot de vervolgvraag. “Waarom deelt u gratis vlees uit?”
Hij keerde vier biefstukjes in de pan, legde de vork waarmee hij dat deed op tafel en keek mij strak aan. Uit zijn hele houding werd mij duidelijk dat ik nu een ingestudeerd praatje moest gaan aanhoren.
       “Er is in Nederland een ganzenplaag, waar vooral de boeren veel last van hebben. De minister heeft besloten dat er honderdduizend ganzen worden afgeschoten. Daar is maatschappelijk verzet tegen.(...) Wij van het ministerie delen nu bij dit soort gelegenheden ganzenborst uit om een ieder te laten proeven hoe lekker gans kan zijn. Dat we de gans weer op het Nederlandse menu krijgen. Daarmee creëren we maatschappelijk draagvlak voor de afschot.”
 
      “En wat verwacht u nu van mij” onderbrak ik hem
      “Dat u komende week naar uw poelier gaat en om ganzenborst vraagt” antwoordde hij
“Als steeds meer mensen dat gaan doen, gaat de poelier weer ganzenborst inkopen. Want handel is handel. En dan heeft de afschot ook nog een ander doel.”
 
Ik knikte, doopte het laatste stukje carpaccio in de bramensaus en deed een stapje opzij voor de flink groeiende rij achter mij.
      Want gratis blijft gratis
 
P.S.
Het ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwalitiet) heeft zelfs een site ingericht met ganzenrecepten.
      Inclusief: ganzenlever (Maar die levers zijn niet vervet en opgepompt)