Voorjaar 2002. Longyearbyen

1. Midzomernacht: Een onttakeld bioritme

 

Ik ben met de Nederlandse Constance Andersen. Zij werkt bij een plaatselijk reisbureau. Eigenlijk zou ze nooit meer weg willen, want ze is hier ’volmaakt gelukkig’. Lyrisch is ze over het landschap, de natuur en de uitzichten. En met het klimaat kan ze inmiddels goed leven.
      ‘Ja, het doet wel wat met je’, zegt ze. ’s Winters kan het vijftig graden vriezen en in de zomer loopt de temperatuur wel eens op tot twintig graden boven nul. ’Het is hier ondanks dat het een eiland is, een droog klimaat. ’Dat helpt‘

De weinige inwoners van Longyearbyen moeten een huis en een baan hebben, anders mogen ze zich er niet vestigen. Het merendeel van de inwoners komt uit Noorwegen, maar omdat er een universiteit is, waar je arctische wetenschappen kunt studeren zijn er hoogleraren en studenten uit de hele wereld. Op de heenweg in het vliegtuig van Tromsø naar Longyearbyen zat ik naast een IJslandse hoogleraar arctische geologie, op de terugweg naast zijn Deense collega. Beide professoren zijn net zo lyrisch over het eiland als Constance.
      Dat je naar een merkwaardige uithoek in de wereld gaat, blijkt op de heenweg trouwens ook, want als we over het Beren-eiland in de Noordelijke IJszee vliegen, keert de piloot van de Noorse vliegmaatschappij Braathens het lijnstoestel en vliegt nog eens terug, zodat alle passagiers het eiland kunnen zien. “Een zeldzaamheid’, legt hij uit, ''want vrijwel altijd is het hier zo bewolkt dat het eiland niet te zien is.''

      De eeuwige zon schijnt dag en nacht fel die week. Zo fel, dat baby’s niet alleen petjes op het hoofd gedrukt krijgen, maar ook een zonnebril op hebben. Bij drie graden boven nul kun je -uit de wind- in een t-shirt op een terras zitten. Rendieren komen zomaar langs. Ze zijn mager, want de afgelopen winter was erg streng. In de stad mogen de dieren niet geschoten worden. Daar buiten wel. Iedere inwoner van Longyearbyen mag per jaar één rendier schieten. Men hoort van tevoren of dat een mannetje, een vrouwtje of een kalf is. Als een dier geschoten wordt, moet bij de overheid ter controle een tand van het beest ingeleverd worden.


EXTREEM DUUR
  

WAPENS  

 Als je het stadje verlaat ben je verplicht om een wapen mee te nemen. Je kunt namelijk zomaar een ijsbeer tegen komen. Sommige toeristen nemen dit zo letterlijk, dat ze het wapen zelfs bij zich dragen in de enige supermarkt van het plaatsje. Johan., de Noorse echtgenoot van Constance verhuurt die wapens. ’Oefenen moet, zegt hij. ’Oefenen’.
      Hij troont mij mee naar de schietbaan, die een paar kilometer buiten de stad ligt. 
’Ik ben met wapens opgegroeid’, zegt hij.
Dan kijkt hij mijn richting op.
      ‘En jij’.
      ‘Tja’, zeg ik maar eens. Zo’n dertig jaar geleden zat ik in het leger. Toen bleek dat ik wel aardig kon schieten. Maar ja, sinds die tijd heb ik 't nooit meer gedaan’.

Na wat oefenen zet Johan. een vizier op het geweer en schiet ik een mooie serie. ‘Ongelooflijk’, zegt hij. ‘Ik geloof bijna niet dat jij zolang niet geoefend hebt’.
      ‘s Avonds, als het groot feest is en er enorme hoeveelheden drank zijn omgezet in Huset, het plaatselijke restaurant annex feestzaal, staat Johan. op en begint mij luidruchtig te prijzen.
      Applaus klinkt en nog meer drank is ons aller deel.
     
                                Op naar Spitsbergen!

‘s Winters als het 24 uur lang pikkedonker is, schijnt er wel eens een verdwaalde Japanse toerist te komen.

1a. Rubicon
     
En ik had een walkman op met muziek uit de films Rubicon en Orions Belte. Die laatste film, een spionageverhaal uit de Koude Oorlog, speelt zich voornamelijk af op Svalbard. De muziek is van de Noren Geir Bøhren en Bent Ǻserud. Het begint en eindigt met Svalbardtema.
      Iedere nacht draaide ik die muziek. Het zat verankerd tussen mijn oren en meer en meer ging de muziek op in het landschap.

Luister  HIER naar Svalbardtema uit Orions Belte, De Riem van (sterrenbeeld) Orion.

 

 

2. Zonnebadende walrus 

  

Deze aquarel is van de Noorse kunstenares Ellen Linde-Nielsen. Ik kocht een reproductie (47 x 37 cm) in Galerie Svalbard te Longyearbyen, waar het schilderij ook gemaakt is. 
      Het heet: Soltilbeder 79 N'' (Zonnebaden op 79 graden Noorderbreedte)

 

 

3. Toeristen met geweren

 Als je Longyearbyen, de hoofdstad van Spitsbergen verlaat moet je een geweer bij je hebben.
      Je kunt dan namelijk een ijsbeer tegenkomen. Die moet je doodschieten als ‘ie agressief wordt.
Op de schietbaan even buiten het stadje wordt het je allemaal uitgelegd.
       Er hangen zelfs plaatjes met de plekken waar je het beest ‘t best kan raken.
Dat de theorie en de praktijk hier wel eens lelijk kunnen botsen, lijkt me duidelijk.

 

 

Verhalen

De verhalen op Spitsbergen gaan vaak over ijsberen. Dat lijkt logisch, maar het is ‘t niet.
      Er zijn maar weinig van de 1500 inwoners van Longyearbyen, die een beer in het echt gezien hebben.
Ze komen namelijk vrijwel nooit naar het stadje.

IJsberen op Spitsbergen zitten in het noorden en het oosten. De geschatte aantallen variëren van 3.000 tot 5.000.
      Je moet een tocht per schip maken om ze te zien. Er worden zelfs cruises aangeboden waar je je geld terugkrijgt als je geen beer ziet.

Dit jaar in augustus werd een groepje Britse jongeren nog aangevallen door een ijsbeer.
      Zij kampeerden op veertig kilometer afstand van de hoofdstad. Een jongen van zeventien kwam om het leven, vier andere kinderen werden ernstig gewond.
      De ijsbeer werd doodgeschoten.
Autopsie leerde dat het beest zo agressief was omdat hij tandpijn had. De zenuwen van twee hoektanden lagen bloot.


Standbeelden

Er zijn op Svalbard -waaronder Spitsbergen valt- diverse standbeelden van ijsberen.
     
Er hangen tal van foto’s en in ieder boek over de eilandengroep wordt er ruim aandacht aan besteed.
Logisch dus dat je in de plaatselijke souvenirwinkel veel ijsberen vindt.
    Deze moeder met kind heb ik daar gekocht.