Voorjaar 2009. Margarida & Guadalest
1. Contrasterende dorpen in de Costa Blanca
Dit is Margarida. Een Moors dorpje in de Spaanse Costa Blanca.
Een kilometer of veertig het binnenland in.
Het stamt uit de elfde eeuw en is nog authentiek. Margarida staat niet in de reisgidsen.
Het is een beetje verloederd.
Veel mensen hebben het verlaten en wonen nu in één van de kustplaatsen, waar in het toerisme veel geld te verdienen is.
Het dorpje ligt prachtig. Vanuit Dénia ga je naar Pego en dan verder over een bochtige weg met sublieme uitzichten. Bij helder weer -en dat is het daar zeer vaak- kan je de zee nog lang achter je zien.
GUADALEST
Dit is Guadalest. Een Moors dorpje in de Costa Blanca.
Een kilometer of 25 het binnenland in.
Het stamt ook uit de elfde eeuw, maar is niet authentiek meer. Alle huizen zijn wit geverfd.
Guadalest staat prominent in alle reisgidsen. Er zijn cafés, stalletjes en souvenirwinkels.
Er wonen nog permanent zo’n 200 mensen, die geld verdienen aan het toerisme.
Volgens één van die reisgidsen is Guadalest inmiddels de grootste toeristische trekpleister van Spanje.
Vorig jaar zou het meer bezoekers dan Het Prado in Madrid hebben verwerkt.
MOOIE UITZICHTEN
Het dorpje lig wel heel erg mooi.
Vanuit Benidorm is het zo’n 25 kilometer over een uitstekende weg met weinig bochten.
Maar ook weer een weg met adembenemend mooie uitzichten.
Die zijn er ook vanuit Guadalest.
In dit dorpje waar je maar beter ’s ochtends vroeg naar toe kunt gaan zijn een paar interessante bezienswaardigheden.
Ondermeer het kasteel van San José en het fort van Alcozaiba, de toren van Alcalá en een barokke kerk uit de achttiende eeuw. Ook is er een museum met martelwerktuigen.
UITBUNDIG GROEN
Als je een mooie rit wilt maken ga je vanuit Guadalest naar Callosa d’en Sarrià. Dat is ongeveer 10 kilometer.
Dan rij je over een smalle hevig kronkelende weg naar Pego. (44 kilometer).
Je hebt hier voortdurend fantastische uitzichten en in de valleien is het uitbundig groen met amandelbomen, sinaasappelboomgaarden, olijfgaarden en palmbomen.
Bij Pego ga je richting Alcalà de la Jovada, waar een beeld is opgericht voor de Moorse leider Alsahir ibn Al-Azzaq.
Hierna is het nog een kilometer of vijf naar Margarida.
Dénia-Alicante
Voorjaar 2009
2. Witte kusten met brede stranden
De Costa Blanca bevindt zich in het zuidoosten van Spanje aan de Middellandse Zee.
Het betekent letterlijk witte kust.
De naam komt -denk je dan- van de brede witte stranden, die je regelmatig tegenkomt.
Maar dat is weer niet waar.
De naam is ontleend aan de wit bloeiende amandelbomen die je hier vooral in het vroege voorjaar ziet. Ze zorgen voor een soort witte glans om de bergen.
De Costa ligt tussen Gandia in het Noorden en Torrevieja in het Zuiden. Grootste plaats is Alicante en andere bekende plaatsen zijn natuurlijk Benidorm, Gandia en Dénia.
Gandia
Jàvea (Xàbia)
Dénia (kasteel)
Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten voor de 4 miljoen inwoners.
In het gebied wonen meer of minder regelmatig nog 50.000 buitenlanders, die daar vaak een tweede huis hebben.
La Granadella
Het klimaat is er zeer aangenaam, hoewel het zomers wel erg heet kan worden.
Soms zijn de stranden breed, soms is er helemaal geen strand. Vaak is het zand ,maar er liggen ook stenen.
Cabo de la Nao
Soms zie je steil uit zee oprijzende rotsen.
Men spreekt er Castellano (Castiliaans) en dat lijkt erg veel op gewoon Spaans.
Hoewel: Alicante heet daar Alacant.
Ibiza & Palma de Mallorca
Als je er een beetje genoeg van hebt kun je in Dénia de boot nemen naar de Balearen.
Ibiza is twee uur varen; Palma de Mallorca drie uur.
Paella Valenciana
3. Rijst met opgewarmde kliekjes
De beste Paella van Spanje komt uit Valencia.
Zeggen ze in Valencia.
Omdat ik het voor goede vrienden wilde klaarmaken, heb ik behoorlijk gezocht naar het authentieke recept.
Dat viel niet echt mee.
Van oorsprong is Paella een uiterst simpel gerecht: in bouillon opgewarmde kliekjes waaraan rijst wordt toegevoegd.
In Valencia was dat vaak kip en konijn -daar zijn er in die streek heel veel van- en in stukken gesneden snijbonen. Allengs werd het gerecht verfijnder. De rijst werd met saffraan vermengd en dat bepaald niet alleen om een gele kleur te krijgen. Er kwamen schaaldieren bij.
Garnalen, langoustines, inktvisjes, mosselen. Slakken. Eend. Ook meer groenten: Sperzieboontjes, paprika , zelfgemaakte tomatenpuree. Artisjokken. Gedroogde bonen. Knoflook. Zwarte peper.
Soms ook erwtjes en uien, maar die zijn omstreden.
Er zijn Valenciaanse puristen die erwtjes in de paella verafschuwen en er zijn ook mensen, die beweren dat uien de rijst papperig maken.
(Daar heb ik overigens nooit iets van gemerkt)
EIGEN RECEPT
Kortom: Je improviseert wat en maakt je eigen recept.
Als je maar rijst met ronde korrels hebt en goede Spaanse saffraan
Voor vier personen heb je nodig:
500 gram rondkorrelrijst (Het liefst Spaanse; bijvoorbeeld arroz SOS)
1 gram saffraandraadjes
4 tomaten
2 liter visbouillon
150 gram sperziebonen
100 gram groene erwtjes
1 paprika
750 gram konijnenbouten
8 langoustines
8 pijlstaartinktvisjes
4 teentjes knoflook
3 bosuitjes
1 limoen
Zwarte peper
(Geen zout, want dat zit al in de bouillon)
EIGEN BOUILLON
We maken van koppen en graten, uien, wortelen, bleekselderij , peterselie en verse koriander onze eigen visbouillon. Zeven en een glas witte wijn erbij. Hierin een paar draadjes saffraan oplossen.
De tomaten worden een halve minuut in kokend water gelegd. Daarna worden ze ontveld en ontpit en maken we er in de keukenmachine een puree van.
De in reepjes gesneden bosuitjes en geplette knoflookteentjes in Spaanse olijfolie in de Paellapan fruiten. De in reepjes gesneden paprika toevoegen. Konijnenbouten aanbraden. Tomatenpuree er bij en de bouillon langzaam toevoegen.
Aan de kook brengen en op getemperd vuur ongeveer een uur laten sudderen. Een kwartier voor tijd de gesneden sperzieboontjes erbij.
De bouten uit de pan halen; het vlees van de botten snijden en terug in de pan doen. Erwtjes erbij.
Alles weer aan de kook brengen; het vuur temperen en de rijst toevoegen. Nog wat draadjes saffraan er overheen.
Rondkorrelrijst vraagt zo’n twaalf minuten. De rijst moet al het vocht opnemen zonder droog te worden.
Als dit klaar is wordt de pan afgedekt met een doek.
De paella zo’n tien minuten laten rusten.
Intussen worden de langoustines en de inktvisjes gegrild. De langoustines vragen zo’n zes minuten; de inktvisjes vier minuten.
Daarna gaan de schaaldieren op de paella.
De hand is van mijn vriend Ton van der Graaf..
Flashmob te Valladolid
4. Hállelujah, Hallélujah
Het verschijnsel bestaat nu bijna 20 jaar: Flashmob. Je zou dat kunnen vertalen in flitsmeute of flitsmassa. Plotseling verschijnt iemand in een drukke menigte, die iets aparts gaat doen. Vaak verschijnen er andere mensen, die dan hetzelfde gaan doen. Fascinerend fenomeen.
Het publiek is verbaasd of zelfs verbijsterd.
Maar soms gaat datzelfde publiek ook meedoen en dan ontstaat een soort happening met een groot saamhorigheidsgevoel.
Het begon in 2003 in New York. Uitvinder is Bill Wasik, redacteur van Harper’s Magazine.
Flashmobs vinden heden ten dage in de hele wereld plaats. Vaak komt er muziek aan te pas en gaan de mensen zingen en dansen. De sociale media spelen een grote rol. Mensen worden via die media opgeroepen om te komen. Spontaan gaan ‘’onbekenden’’ dan vaak meedoen, hoewel de mob regelmatig beperkt blijft tot een optreden van de initiatiefnemer(s).
Het event duurt nooit lang en eindigt vaak net zo abrupt als het begonnen is.
DEZE FLASHMOB speelt zich af in de openbare bibliotheek van Valladolid in Spanje. De mensen lezen en studeren tot er een aantal leden van een Gospel Koor in het publiek blijkt te zitten.
5. Kleinkinderen op een paal
Uitzicht op zee
Vijf van mijn kleinkinderen zijn ieder jaar met vakantie in dit optrekje.
Het staat in Spanje. Met uitzicht op zee.
Uitzicht op bergen
Aan de achterzijde is er uitzicht op bergen.
Paal
Bij die bergen staat een paal. Sommige kleinkinderen klimmen op die paal.
Daar krijg ik dan weer een foto van
Daan
Jip
Sam
Santa Cruz de la Palma
6. LA NEGRA TOMASSA
dat gehele ritueel nu, wordt eenmaal sjaars hier in santa cruz op een dag -de DIA DE LOS INDIANOS- nagespeeld. letterlijk de GEHELE bevolking van la palma -met hoogfrequente pendelbussen gedurende 24 uur aangevoerd- begeeft zich dan IEDEREEN gekleed in het wit, met een panamahoed op, met een havana in het hoofd, met nepbankbiljetten puilend uit hun borstzakken, eventueel met een vilten papagaai op hun schouder, de dames in het lang met parasollen, sommige mannen met houten koffers op hun schouder, andere mannen vermomd als negerslavin LA NEGRA TOMASSA met kroeshaar, dikke rode lippen, gouden oorringen en een ENORME aangeplakte reet -zwartepietdiscussie ver te zoeken- naar de boulevard en binnenstad van SANTA CRUZ. waar alle verkeer is stilgelegd, waar, van gemeentewege verordonneerd, alleen oude cubaanse salsamuziek ten gehore mag worden gebracht, zodat de hele massa licht swingend in de heupen op en neer flaneert of gezellig danst, in de tussentijd langzaamaan verschrikkelijk dronkenwordend van rum-en-coca-cola, en mekaar intussen, onophoudelijk met een enorme hoeveelheid TALKPOEDER bestookt, zodat iedereen -net als vroeger- witbestoven als INDIANOS, steeds meer op elkaar gaat lijken. wat waarschijnlijk de diepere bedoeling is van carnaval.