De ‘’Little Red Dot”

 

Logo

(Door Rolf Weijburg)

In 1998 refereerde de toenmalige Indonesische president Habibie in een toespraak aan Singapore, het op negentien na kleinste land ter wereld, als de “Little Red Dot”.
      Dat werd hem in Singapore in eerste instantie niet in dank afgenomen, het zou een kleinerende en vernederende uitspraak zijn geweest, maar de voormalige president wrong zich later in alle bochten om maar duidelijk te maken dat hij juist het tegendeel bedoelde. Singapore was, ondanks dat het op een wereldkaart niet meer was dan een Little Red Dot was, een bewonderenswaardige en belangrijke buur met een grote economie.

      De Singaporezen omarmden de benaming uiteindelijk en de Red Dot werd bij de viering van het vijftigjarig jubileum van de onafhankelijkheid in 2015 zelfs het officiële logo.

      Klein als het is, Singapore was al vanaf de 19e eeuw een zeer drukke en kosmopolitische havenplaats waar vele etnische groepen naast elkaar leefden. Letterlijk naast elkaar, maar zelden mét elkaar. Singapore bestond uit getto’s. Chinezen, Maleisiërs, Indiërs en allerlei andere bevolkingsgroepen leefden dicht op elkaar in duidelijk afgebakende etnische wijken. Er was nauwelijks sprake van enige etnische vermenging en ten tijde van de onafhankelijkheid in 1965, waren de verschillen tussen al die bevolkingsgroepen dusdanig groot dat etnische onlusten er aan de orde van de dag waren.

      Een van de prioriteiten van het onafhankelijke Singapore lag dan ook in de integratie van de bevolking. De verschillen per bevolkingsgroep moesten vervagen, men moest zich niet meer in eerste instantie Chinees, Indisch of Maleis voelen, maar Singaporees.


 
20 gesproken Talen    

Het gelijkstellen van een aantal van de twintig gesproken talen en dialecten in het land - er werd naast Engels, Maleis, Mandarijn-Chinees en Tamil ook Arabisch, een aantal Chinese en Maleise dialecten, een Chinees-Maleis creool en zelfs een Portugees creool gesproken - was een eerste stap.       Was onder het Britse bestuur het Engels de lingua franca en de officiële taal van het land, na de onafhankelijkheid werden ook Mandarijn, Maleis en Tamil tot officiële talen verheven.

Tegenwoordig gebruiken veel mensen de vier officiële talen gewoon door elkaar heen en is er een nieuwe taalvariant ontstaan, het Singlish, dat het Engels als lingua franca op veel plekken al heeft verdreven. Hoewel de regering het gebruik ervan afkeurt lijkt mij het Singlish toch ook een symbool van een althans in de gesproken taal geslaagde integratie.

Singlish

Het echte integratie succes vindt zijn basis echter in Singapore’s ambitieuze sociale woningbouwbeleid. Het idee was duidelijk: de vele etnische wijken die als enclaves over Singapore verspreid lagen en waar concentraties van lokaal etnische en culturele sentimenten een groter Singaporees nationaal bewustzijn in de weg stonden, moesten worden gebroken. Mensen moesten worden verplaatst, geherhuisvest in nieuwe steden waar een strikt vestigingsbeleid via etniciteitsquota er voor moest zorgen dat er nergens een te grote meerderheid van een bepaalde bevolkingsgroep kon ontstaan.

 Woonwijken    

      Om dat te bewerkstelligen werden vanaf de jaren zestig in razend tempo nieuwe woonwijken uit de grond gestampt. Met compensatieregelingen en aantrekkelijke aankoopfinancieringen werden bewoners overgehaald hun oude wijken te verlaten en de nieuwe comfortabele en goed ontworpen woningen die bovendien energiezuinig waren en voorzien van de laatste technologische snufjes (een geïntegreerd alarm systeem voor ouderen bijvoorbeeld) te betrekken. De subsidies en aankoopregelingen maakten de woningen voor velen betaalbaar.

 

Modern

Omdat de nieuwe woonsteden ook nog eens volgens de modernste planologische inzichten zijn gebouwd en voorzien van mooie parken, winkel- sport- en cultuurcentra en uitstekende MRT en busverbindingen, gingen de meeste aspirant verhuizers snel overstag. Het Housing Development Board, een overheidsinstelling, heeft inmiddels meer dan een miljoen huizen gebouwd, ruim 75% van het totale woningbestand van Singapore.

      De woonsteden bestaan bijna uitsluitend uit flatgebouwen en voor zo’n flatgebouw of voor een groepje flatgebouwen bij elkaar bestaan quota voor de hoeveelheid etnische huishoudens. Afhankelijk van de geografische locatie wordt gekeken naar maximale bewoningspercentages per bevolkingsgroep. Ben je Indiër bijvoorbeeld en zijn er in de door jou gewenste flat al te veel Indiërs, dan wordt de woning je, op enkele uitzonderingen na, niet toegewezen.

 

Quota

Door de bouw van al die nieuwe woonwijken enerzijds en door de quota anderzijds is Singapore er in geslaagd om de etnische verdeling op zijn grondgebied drastisch te veranderen en de etnische gettovorming te doorbreken, een vorm van nation building eigenlijk, waardoor de etnische onlusten uit de jaren zestig verleden tijd zijn geworden en Singapore nu op de Global Peace Index op de 20ste plaats van meest vredelievende landen ter wereld is, net boven Nederland. Tegelijkertijd is het erin geslaagd om het hele westelijk deel van het eiland vrij te maken van bewoning waardoor in dit gebied ruimte is gecreëerd voor grootscheepse industrie, werven en havens.

Chinatown

Hoewel er nog wel degelijk Chinezen en Indiërs wonen in de oude etnische wijken Chinatown en Little India, zijn grote delen ervan verdwenen of na grondige restauratie toeristische attracties geworden.

 

Little India

 

Food

De multi-etnische Singaporese samenleving vertaalt zich ook culinair in de talloze Food of Hawker Centers die je overal in Singapore vindt. Het zijn pleinen of overdekte ruimtes die helemaal vol staan met tafels en stoelen. Eromheen staan kleine stalletjes waarin uitbaters uit verschillende bevolkingsgroepen (de hawkers) allemaal hun eigen specialiteiten klaarmaken.
      Je kiest wat en waar je wilt, rekent af bij je gekozen uitbater en gaat ergens zitten om je maaltijd te nuttigen. De tafels en stoelen zijn gemeenschappelijk of gemeentelijk eigendom, ieder stalletje betaalt huur en stopt de inkomsten in eigen zak. Het zijn de populairste eetgelegenheden in Singapore, waar het de hele dag door druk is en je je in een lekker ongedwongen sfeer te goed kunt doen aan de heerlijkste gerechten, vers bereid vanuit een veelvoud aan kleine etnische keukens.


“Singapore: Eating out”
 

(“Singapore: Eating out”, kleurets van Rolf Weijburg 2005, 50x53 cm)

Michelin ster

Er is zelfs een hawker-stalletje, Hawker Chan in het Chinatown Food Complex, dat het geschopt heeft tot een Michelin-ster. Chan’s Chicken & Rice is met 5 Singapore Dollar (ongeveer 3 Euro) de goedkoopste Michelin bekroonde maaltijd ter wereld.


 

 

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen