Twee kleine enclaves

(Door Rolf Weijburg)

Singapore is het op negentien na kleinste land ter wereld. Het is een eiland-stadstaat die onderaan het Maleisische peninsula bungelt, nèt boven de evenaar.

Het is lastig om te bepalen hoe groot Singapore precies is. Het hoofdeiland en de eilandjes eromheen blijven namelijk alsmaar groeien.
      Bij Singapore’s onafhankelijkheid in 1965 was de totale oppervlakte van het land nog 581 km², tien jaar later, in 1975 was het land gegroeid tot 596 km².

Masterplan 1958-2003

Weer twintig jaar later in 1995 waren daar maar liefst 50 km² oppervlak bijgekomen. In 2019 was het totale oppervlak van de republiek 725 km², 144 km² meer dan bij de onafhankelijkheid. Als dat zo door gaat haalt het land het Koninkrijk Tonga (met 748 km² het op twintig na kleinste land) binnen tien jaar in.


Masterplan 2019-2030

Landwinning
Het land presenteert iedere vijf jaar zogenaamde masterplans waarbij zaken als infrastructuur, havens en industrieterreinen, maar ook ruimte voor recreatie en wonen worden ingepland. Waar nodig worden daar dan ook grootse landwinningsprojecten aan vastgekoppeld, die in de loop der jaren of bij een volgend master plan, kunnen worden bijgesteld of uitgebreid.

     


Witte Rots

Het zal nog wel even duren voordat het Singaporese grondgebied dusdanig is uitgedijd dat het contact maakt met de twee kleine exclaves die het bezit: Pedra Branca oftewel Batu Puteh, de 8,500 m² grote Witte Rots, ongeveer 45 kilometer oostwaarts in de Straat van Singapore (precies halverwege Johor State in Maleisië en het Indonesische eiland Bintang).
      Vijftig kilometer ten westen van Singapore ligt het Maleisische eilandje Pulau Pisang, Bananen Eiland, waarop een vuurtoren staat die samen met een stuk land eromheen, de toegangsweg er naartoe en de aanlegsteiger officieel Singaporees eigendom is.


Pedra Branca

 

Proces

Pedra Branca, de Middle Rocks en South Ledge waren tot 1979 nauwelijks onderwerp van discussie totdat Maleisië in 1979 een kaart publiceerde waarop de eilandjes als Maleisisch gebied stonden ingetekend. De Britten hadden er in 1850 vanuit hun kolonie Singapore een vuurtoren (Horsburgh Lighthouse) gebouwd, ze waren er actief aanwezig voor onderzoek naar scheepswrakken, bouwden er een militaire zendmast en een paar gebouwtjes en maakten plannen om het eilandje uit te breiden.
      Toen Singapore in 1965 onafhankelijk werd, erfde het als het ware het beheer over de vuurtoren op Pedra Branca. Na de publicatie van de Maleisische kaart in 1979 begon een jarenlang  gesteggel over de soevereiniteit van de rotsen en in 1998 besloten beide landen de zaak bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag neer te leggen. 
      Na een drie weken durend proces in 2008 oordeelde het Hof uiteindelijk (eigenlijk hoofdzakelijk op basis van het feit dat Maleisië vóór 1979 nooit echt belangstelling voor de eilandjes had getoond), dat de soevereiniteit over Pedra Branca met haar vuurtoren, zendmast en constructies, naar Singapore ging. De Middle Rocks, niet groter dan 250 m², mocht Maleisië hebben. Het onbeduidende South Ledge dat bij hoog water onder water verdwijnt, bleef betwist gebied.

      Hoewel Maleisië not amused  was en nieuwe bewijzen zei te gaan aanvoeren, is de termijn van tien jaar voor het mogelijkerwijs heropenen van de zaak inmiddels verlopen.

Banana Light

 

Pula Pisang

De Singaporese enclave op het Maleisische Pula Pisang heeft in Maleisië sinds de uitkomst van de Pedra Branca zaak nieuwe aandacht gekregen.
      Toen er rond 1900 een noodzaak ontstond voor een vuurtoren aan de westelijke ingang van de steeds drukker bevaren Straat van Singapore, werd het hoge deel van het eilandje Pulau Pisang ( Banana Island) aangewezen als de meest geschikte locatie.

      Sultan Ibrahim van Johor sloot een overeenkomst met de Britten waarin hij, terwijl de Britten de soevereiniteit van de Sultan over het eiland bleven garanderen, een stuk land tezamen met de toegangsweg ernaartoe en de aanlegsteiger “tot in de eeuwigheid” toekende aan de Britten “zolang de noodzaak van een vuurtoren op deze plek bleef bestaan”.
      De vuurtoren werd in 1914 gebouwd en kreeg de naam Banana Light. Hoewel het eiland ook na de onafhankelijkheid van Maleisië en Singapore onbetwist Maleisisch territorium bleef, bleven vuurtoren, toegangsweg en aanlegsteiger integraal in het bezit van Singapore en bemand en onderhouden door Singaporees personeel. Het stukje grond is niet alleen een Singaporese exclave, het is doordat het geheel door Maleisië is omsloten ook een Singaporese enclave in Maleisië.

Vuurtoren

Het langdurig touwtrekken om Pedra Branca en de voor Maleisië nadelige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, zetten de situatie rondom de vuurtoren op Pulau Pisang weer helder op de kaart. Om het de Singaporezen niet al te makkelijk te maken kwam er een regel die vereiste dat Singaporezen die wilden aanleggen aan de Singaporese steiger van Pulau Pisang, ook al kwamen ze direct over zee vanuit Singapore, éérst hun paspoort moesten laten stempelen bij de Maleisische immigratiedienst in Kukup op het vaste land.

      Toen enige jaren geleden werd ontdekt dat Singapore het hek rondom de vuurtoren honderd meter verderop had gezet en was begonnen om de toegangsweg te verbreden, gingen de alarmbellen in Maleisië af. Als de Singaporezen zó beginnen, kan het vast niet lang meer duren voordat ze het hele eiland innemen.

      Maleisië zocht naar een list en lijkt die nu gevonden te hebben. Als er rondom Pulau Pisang slimme boeien gelegd konden worden die de zeevaart voldoende kunnen waarschuwen en de routes veilig kunnen aangeven, zou de noodzaak van een vuurtoren weggenomen zijn en zou de overeenkomst uit 1900 zijn geldigheid verliezen.
      Dan zou Singapore opeens weer een stukje kleiner zijn.

 

 

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen