Scheißestaat

(Door Theo Uittenbogaard)

Met collega Peter Flik deel ik het genoegen dat wij door de VPRO in de gelegenheid werden gesteld om, betrekkelijk dichtbij, te mogen rondreizen in onbestaanbare sprookjeslanden vol verbazingwekkende ongerijmdheden. Het socialistisch paradijs. Het oostblok, dus. 

In Moskou bijvoorbeeld; waar, tijdens de net uitgebroken glasnost, een hoteleigenaar mij vol trots zijn glanzend spiksplinternieuwe Mercedes liet zien, met Westduitse kentekenplaten, en waar uit het gat, waarin het slot van het rechterportier zou moeten zitten, nog een ijzerdraadje stak. Of waar we, in de sovjet-tijd tegen de middag een hapje wilden eten, maar waar we op de dichte deur van het restaurant een briefje aantroffen met de tekst: "GESLOTEN WEGENS LUNCH". 

Of in Gdansk tijdens Solidarnosz, waar het toiletpapier zo schaars was, dat we dachten sigaretten te krijgen gepresenteerd uit een bekertje, maar dat het slechts opgerolde velletjes toiletpapier bleken te zijn, waarvan men discreet eentje mocht meenemen op weg naar de wc. 

Maar het toppunt van schizofrene vreugde verschafte toch wel de Eerste Arbeiders- en Boerenrepubliek op Duitse bodem, de DDR. Welks succes werd verbeeld door krachtig rokende schoorstenen in stad en platteland, waardoor het altijd en overal penetrant naar kool stonk. Adembenemende bruinkool of walgwekkende witte kool -'mit Eisbein'. 

Waar de lijm van de grauwe papieren verpakking op de drempel van de winkel reeds losliet. 

Waar kameraad-regeringsleider in het dagelijkse tv-journaal voor de zekerheid, immer van volledige titulatuur werd voorzien: "General Sekretär des Zentral Komitees der SED und Vorsitzende des Staatsrates, Genosse Erich Honecker"

En waar vriendin B door een bewaker van een, hoofdzakelijk leeg, warenhuis in de hoofdstad der DDR, bijkans weer naar binnen werd gesleept, toen zij net het gebouw onverrichterzake verlaten had door een uitnodigend openstaande nooduitgang naar de straat. Omdat het verboden is, blafte de bewaker op haar waarom. En dus werd zij gesommeerd mee naar binnen te gaan om het pand op reguliere wijze te verlaten. Maar toen ze erop wees, dat het een nooduitgang was, en dus geen ingang, duizelde de consequentie daarvan de ambtsdrager dusdanig, dat hij haar maar liet gaan. 

          

           Paardentrabi DDR (afbeelding aan de muur bij Peter Flik)

Wat me doet denken aan een grapje dat mijn droevige, bijna gepensioneerde Pressebegleiter der DDR waagde te vertellen, tersluiks op straat naast onze auto, nadat hij net een -waarschijnlijk illegaal- boek van Christoher Isherwood over Berlijn van me had gekregen, als geschenk, tot  slot van een reportagereis door de DDR, die we samen hadden gemaakt. 

"Op een zonnige, zeer vroege ochtend, loopt een man over de Stalin Allee in de Hauptstadt der DDR. De straat oogt uitgestorven. En dus ziet de man zijn kans schoon en roept zo hard hij kan tegen de gevels: "Was ein Scheissestaat !" Twee minuten later wordt hij op z'n schouder getikt door een agent in burger: "Mitkommen. U bent gearresteerd". "Waarom ?", vraagt de man. "Wegens belediging van de Eerste Arbeiders- en Boerenrepubliek op Duitse bodem". "Hoho", zegt de man, "ik heb toch niet gezegd welke Scheissestaat ik bedoelde ?"  "Haben Sie recht", zegt de agent en laat hem gaan. Twee minuten later wordt hij opnieuw op z'n schouder getikt. Door dezelfde agent. Hij zegt: "Sie sind doch verhaftet. Es gibt nur ein Scheissestaat".