Het onbereikbare eiland

 
         


(Door Rolf Weijburg)

São Tomé was een werkelijk prachtig eiland, maar zustereiland Príncipe zou zo mogelijk nog spectaculairder zijn. Ik had een oude Africa Pilot uit 1963 in mijn boekenkast, een fascinerend boek voor zeevarenden vol beschrijvingen, kaarten en tekeningen van de Afrikaanse kusten, waarin ook het eiland Príncipe stond beschreven. De tekst intrigeerde me al jaren:

> Ilha do Príncipe is a Portuguese possession, and is, in its physical features and aspect, one of the most remarkable islands in the world. <

Ik wilde er dolgraag heen, maar in het kantoortje van de nationale vliegtuigmaatschappij LASTP (Linhas Aéreas de São Tomé e Príncipe) vertelde men dat alle vluchten naar Príncipe voor onbepaalde tijd waren gecanceld. Ook de ferry die op onregelmatige tijden tussen beide eilanden voer, bleek voorlopig niet uit te varen.
      Er waren problemen op Príncipe. Er was een opstand geweest omdat de eilanders er zich achtergesteld en gediscrimineerd voelden en de nationale overheid verweten de aanvoer van goederen en levensmiddelen vanuit São Tomé stelselmatig te frustreren. De opstand zou hardhandig zijn neergeslagen en het eiland was voor straf van de buitenwereld afgesloten. Príncipe was onbereikbaar.
      Na ruim een week op São Tomé moesten we toch weer eens aan ons vertrek gaan denken.

Uitreisvisum
São Tomé verlaten bleek echter minstens zo moeilijk als São Tomé binnenkomen. Niet alleen was een uitreisvisum vereist dat je op het ministerie van immigratie moest aanvragen, maar om dat te kunnen krijgen moest je ook nog een soort Bewijs van Goed Gedrag kunnen overleggen, een formulier dat je op het politiekantoor moest halen. Een soort vergunning dus eigenlijk om een vertrekvergunning te kunnen verkrijgen. Jaime de Menezes reed ons in zijn voorruitloze rode kevertje naar de diverse instanties en na twee dagen hadden we de papieren, stempels en handtekeningen bij elkaar gesprokkeld. We waren klaar om te vertrekken.
      Alleen een vliegtuig  ontbrak nog.
De enige reguliere vlucht die het eiland aan deed, een tussenstop tijdens de wekelijkse verbinding tussen Portugal en Angola, was niet wat we zochten. We wilden naar een land in de buurt, naar Gabon of Kameroen. Naar Nigeria misschien. Of naar Equatoriaal-Guinee als het echt niet anders kon. Het waren alleen privévliegtuigjes die deze bestemmingen wel eens aandeden, en informatie daarover was moeilijk te krijgen.

Geruchten alom

Op een dag vertelde iemand dat er een vliegtuigje met Wereldbank medewerkers uit Gabon onderweg was. Na een paar uur wachten op het vliegveld meldde zich echter een groepje Roemeense diplomaten dat alle stoelen in het vliegtuig op de terugweg naar Gabon had gereserveerd. Een paar dagen later was er opnieuw een gerucht over een aankomend vliegtuig, maar toen we eenmaal op weg naar het vliegveld waren zagen we het vliegtuig alweer de lucht in trekken en aan de einder verdwijnen. Te laat.
      Gelukkig had Hans altijd de radio aan staan in zijn appartement. Zo hoorden we op een ochtend een officiële aankondiging op de nationale radiozender: het enige vliegtuig van de nationale luchtvaartmaatschappij LASTP zou over een paar dagen naar buurland Equatoriaal-Guinee vliegen. De minister van Buitenlandse Zaken zat er na een officieel bezoek vast in de hoofdstad Malabo en wilde graag terug naar huis. Omdat er geen reguliere vliegverbinding bestond tussen beide buurlanden, moest de minister met het eigen nationale vliegtuig worden opgehaald.
      Dat kostte geld en daarom zocht men betalende passagiers.

Ticket

We kochten een ticket naar Malabo in het kantoor van de LASTP.

“Als er voldoende passagiers zijn vertrekken we morgen,” werd ons een beetje optimistisch te kennen gegeven, maar het zou nog twee dagen duren voordat  we uit Hans’ radio vernamen dat de vlucht die middag zou vertrekken.
      Op het vliegveld zat een dertigtal passagiers. Alle bagage werd gewogen, alle passagiers ook. Er werden lijsten ingevuld, labels aan koffers gehangen, boarding passen uitgedeeld. Er heerste een opgewonden drukte die na enige tijd kalmeerde, daarna overging in berusting om vervolgens helemaal stil te vallen in het Grote Wachten. Twee, drie, vier uur later, ik weet het niet meer, begon de luidspreker te kraken.

Senhoras e senhores, helaas moeten wij u mededelen dat de ingelaste vlucht van LASTP naar Malabo vandaag niet door kan gaan.”

      Het Grote Wachten was door het Grote Mopperen wakker geschud, maar na enige tijd was er toch weer die berusting en begon iedereen de bagage bij elkaar te pakken. Toen kraakte er opnieuw een bericht uit de luidsprekers.
      “Senhoras e senhores. De ingelaste vlucht van LASTP naar Malabo zal vandaag wél doorgaan. Er is echter een probleem met de verkeerstoren, dus wij vragen nog even uw geduld, por favor.”

Weer wat later zou dan toch alles in orde zijn. De bagage kon op de handkarren worden geplaatst en werd naar het klaarstaande vliegtuig getrokken.
      Alleen was de piloot zoek.

Na nog een uurtje wachten kwam er plots een prachtige rood-witte Amerikaanse cabriolet het vliegveld op rijden. De slee hield vlak voor de terminal bij het vliegtuig stil en een in pilotenuniform gestoken man stapte soepeltjes uit. Hij zwaaide even naar de verbaasde passagiers, rende op een drafje de vliegtuigtrap op en nam plaats in de cockpit.

We konden vertrekken.

“Ilha do Príncipe”, 1990, kleurets  Rolf Weijburg

Het vliegtuig trok de lucht in en maakte een grote bocht. Onder ons zagen we het mooie hoofdstadje dat zich weer in zijn zelfopgelegde vergetelheid terugtrok. Stil lag het daar, de rode daken, de kathedraal, de boulevard, de lege haven. Alles werd opgeslokt door het omringende groen en daarna de zee.
      Drie kwartier later zagen we tussen dikke wolken door nog even een oerwoud begroeide glimp van het onbereikbare eiland Príncipe.

Ooit moest ik er toch eens heen …

  

 


Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld


Kl
iHIER voor alle afleveringen