Verwoestingen op Grenada

(Door Rolf Weijburg)
De meeste van de 1000 inwoners van Petite Martinique stammen af van Franse kolonisten, (Franse) vrije slaven en een enkele Schotse scheepsbouwer. De Franse achtergrond verklaart deels waarom Petite Martinique een buitenbeentje is binnen het overwegend Britse Grenada en het de nationale wetgeving nogal eens aan zijn laars lapt.

      Zo bleek eens te meer aan het eind van het vorige millennium. In 1997 wilde de Grenadaanse overheid aanhaken bij het Amerikaanse plan om verspreid over de Cariben een netwerk van kustwachtstations te bouwen dat via patrouilles en het monitoren van alle scheepsbewegingen in de regio de drugssmokkel aan banden zou kunnen leggen. Eén zo’n kustwachtstation zou op Petite Martinique moeten worden gebouwd, bovenop de berg, vlakbij de school met de mooie muurschilderingen, op een klein speelveld.
      De eilandbewoners waren daar echter weinig van gediend, allereerst omdat het gebouw één van de weinige open speelruimtes op het kleine eiland zou doen verdwijnen maar vooral vanwege iets heel anders.

''Ruilhandel''

Visserij is samen met scheepsbouw de belangrijkste industrie op het eiland. De bootjes die traditioneel worden gebouwd langs de kusten van Petite Martinique, werden veelal ingezet voor de visserij. De vis werd verkocht aan eilandbewoners met grotere boten die ermee naar het veel noordelijker gelegen Franse eiland Martinique voeren, waar de vangst werd afgenomen door de vele hotels op het eiland.
      Met het verdiende geld werd drank, sigaretten, meubels en allerlei luxe goederen ingekocht en vervolgens verhandeld in Saint Lucia, de Grenadines, Carriacou en Grenada. Heel Petite Martinique leefde van deze handel, die de eilandbewoners ruilhandel noemden. De Grenadaanse overheid vond echter dat het hier smokkel betrof. Het meningsverschil zorgde al jaren  voor grote wrijving in de verhoudingen tussen Petite Martinique en de overheid.

      Hoewel de Petite Martiniqais zeiden niets met drugs te maken te hebben, waren de eilandbewoners toch bang dat het geplande Amerikaanse Kustwachtstation de “ruilhandel” zou gaan verstoren waardoor het eiland zijn belangrijkste bron van inkomsten zou verliezen. Er kwam protest, er waren demonstraties, er was zelfs wat geweld en twee jaar later, toen wij het eiland bezochten, had men het er nog steeds over, maar was er nog niets gebouwd.

      Ik ben sinds 1999 niet meer op Petite Martinique terug geweest en kom er maar niet achter of dat kustwachtstation er nu uiteindelijk gekomen is of niet. Recente lijstjes en grafieken tonen echter aan dat Petite Martinique nog steeds één van de hoogste levensstandaards van de hele Cariben geniet. Ik denk daarom dat de eilandbewoners in ieder geval hun “ruilhandel” tot op de dag van vandaag gewoon hebben kunnen voortzetten.

We verlieten Petite Martinique weer met de Osprey express-service. Terug naar Carriacou, waarvandaan we met een vliegtuigje van The Airlines of Carriacou naar Grenada vlogen. Vanuit de lucht konden we Carriacou met Petite Martinique en Petite Saint Vincent er vlak achter mooi zien liggen. We vlogen daarna over de ruige bergen van Grenada stapten over op een BA vliegtuig voor de terugvlucht naar huis …

Werkstuk

De kinderen waren enthousiast over Grenada. Lisa (10) maakte er een mooi werkstuk over, en hoewel er tot op de dag van vandaag nog regelmatig over gesproken wordt, ging het leven toch gewoon weer verder.



Orkaan IVAN 

Ook in Grenada kabbelde het leven rustig door. Er waren af en toe wat relletjes, een paar schandaaltjes en genoeg corruptie. De moeilijke jaren van de communistische staatsgreep lagen in een ver verleden, de toeristenindustrie bracht voorspoed.  Het ging eigenlijk best goed met het land.

      Totdat Ivan langs kwam.

    

Op 7 september 2004 kwam er een eind aan het 49 jaar orkaanvrije bestaan van Grenada. Ivan, een orkaan van de 3de categorie, stevende recht op Grenada af en richtte, eenmaal aan land, een gigantische ravage aan. 90% (negentig!) van alle huizen werd verwoest

        Schepen werden op de kust gesmeten, auto’s raakten te water, duizenden palmen werden onthoofd, de nootmuskaatindustrie kwam nagenoeg tot stilstand.


Cycloon Emily

De wederopbouw was moeizaam en tijdrovend en net toen het er allemaal weer een beetje uit begon te zien, arriveerde Emily, een cycloon van de 1ste categorie die op 14 juli 2005 vooral het noorden van Grenada verwoestte.
      Toch ging de wederopbouw daarna redelijk snel en in december 2005 waren de meeste hotels alweer terug in business en waren veel huizen en gebouwen orkaanbestendig herbouwd. Ook het Nationale Cricket Stadion was in 2004 dusdanig zwaar beschadigd dat er een nieuw stadium moest worden gebouwd. China voorzag naast de geldelijke bijdrage ($40 miljoen) ook in de aanvoer van honderden Chinese arbeiders voor de bouw en, nadat Emily in 2005 langs was geweest, voor de reparatie van de schade.

Stadion

Het stadion werd officieel geïnaugureerd tijdens de Cricket Wereld Cup in april 2007 en bij de openingsceremonie werd de geldschieter uiteraard in het zonnetje gezet en werd ter ondersteuning het Chinese nationale volkslied ingezet.

Althans dat dácht men.
      In werkelijkheid werd het volkslied van Taiwan gespeeld.

Diverse Grenadaanse topfunctionarissen hebben we daarna nooit meer op hun plek teruggezien …

  

 

 


Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld


KliHIER voor alle afleveringen