Hulshorst, een gepasseerd station

Wij rijden over de Veluwe en zien ineens op een bordje Hulshorst staan. Hulshorst?!
      Ach ja Hulshorst. Een dorpje, dat bekend werd door een monumentaal gedicht van Gerrit Achterberg.
Een gedicht over het treinstation daar, waar nooit iemand kwam. Hoe zou het met dat stationnetje zijn?  
      Ik geef daar direct antwoord op, meer lees eerst het gedicht, geschreven in 1936.


Hulshorst  

Hulshorst, als vergeten ijzer
is uw naam, binnen de dennen
en de bittere coniferen,
roest uw station;
waar de spoortrein naar het noorden
met een godverlaten knars
stilhoudt, niemand uitlaat,
niemand inlaat, o minuten,
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende
uit uw bossen: barse bende
rovers, rans en ruw
uit het witte Veluwhart.


Het bos

Hulshorst heeft nog geen 2.000 inwoners en ligt vlakbij Nunspeet. Het is niet veel meer dan een verzameling huizen aan een doorgaande weg. Van rails, een overweg of een station geen spoor.  
      Wikipedia leert dat het stationnetje in 1863 geopend werd en op 31 mei 1987 gesloten.
Er kwam inderdaad bijna nooit iemand, want het ligt in de bossen een kilometer of wat buiten Hulshorst. Aan een doodlopende weg vlakbij de A-28.

Het witgepleisterde station is nu een woonhuis. De eigenaar is met een machine blaadjes aan het wegblazen. Hij kijkt niet op of om en is kennelijk gewend aan mensen, die zijn huis op de foto zetten.
      Direct naast de tuin, staat een bord met het gedicht erop.


Het Station

Het station kwam er op aandringen van een landheer, die het landgoed in die omgeving beheerde. Zo werd het in eerste instantie een soort privé-station voor een paar welgestelden, die in de buurt woonden. Verder stapte vrijwel niemand daar in of uit de trein.    
      Gerrit Achterberg wel.
Wim Hazeu schrijft in zijn biografie (1988): 'Als Bep (de toenmalige verloofde van Gerrit, onderwijzeres in Oldebroek) in de weekeinden of vakanties niet naar hem toekwam, ging hij met de trein naar haar. Hij kon tot Hulshorst met de trein komen, waar hij menigmaal op Bep wachtte, of Bep op hem, om vandaar per gehuurde fiets naar Oldebroek te gaan”.


De Locomotief



Tegenover het station is een stoomlocomotief als herinnering op een zijspoor gezet, naast een horeca-etablissement waar het in ’t seizoen wel druk zal zijn.
      Als je daar buiten zit hoor je de autoweg en hoor je af een toe een trein die voorbij raast. 


Het bord

 

Klik HIER voor alle ZoekPoëzie