Apollo en de slang

Zelfs voor gewone stervelingen is ’t herkenbaar. Er schiet je iets te binnen. Iets waar je al tijden op zit te vlassen. Iets ‘’briljants’’.
      Maar dan komt het. Je moet het onthouden.
En dat is vaak een probleem.

De curieuze dichter Hans Vlek (1947-2016) gebeurde dat ook.
      Hij, de zelfbenoemde Goddelijke Gek, de belezen en erudiete dichter, de wereldburger, die onder meer in Marokko en Spanje woonde, de man die in 2007 Poëtry International in Rotterdam op zijn kop zette door een verward en volkomen krankzinnig optreden, stapt een kantoorboekhandel binnen om z’n zingende zin, zijn epitaaf van weken denken, zijn briljant aforistisch kortpoëem, op te kunnen schrijven.


      En dan ontstaat dit bijzondere gedicht.

Van Hans Vlek

Voor M.

Apollo en de slang

Een zingende zin als python flitst even, onder
kindergefluit en claxongetoeter
op in het oerbos van Pan waar
onder je oude brusselse hoed, goden
denkers en dichters hun agorisch
lyceum onder vilt en olmloof
levend houden, zodat je -papier-
loos als ‘n socratiër-

’n kantoorboekhandel binnenschiet,
-de zin als apollo nog steeds bij de kop-
een goedkoop gelinieerde bloknoot
en ’n patronenvulpen koopt met plasticdop en,
doorsnelt naar ’n terras
om bij ‘n wijntje die
gedistingeerde epitaaf van weken denken
dat briljant aforistisch kortpoëem, in
snelle krabbels hijgend te noteren.

Maar gevlogen is de python. En
je zit voor ’n volle, zin-
ledige rhyton-

Hans Vlek was niet alleen belezen, hij kende zijn klassieken en liet dat ook graag blijken.

Apollo was de Zonnegod, de god van het licht, beschermer van de poëzie en aanvoerder der muzen in het Griekse Delphi.
      Apollo versloeg de monsterlijke slang, de Python. En ter ere van hem werden in Delphi om de vier jaar de Pythische Spelen gehouden, begonnen als een soort poëziewedstrijden.

Maar … en dan begint de cryptische verwarring in dit gedicht, python staat ook voor programmeertaal.

Socratiër voert terug naar Socrates, filosoof te Griekenland (-469-399). Ter dood veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. En dat komt weer terug in de rhyton aan het eind, want dat is een drinkbeker.

Agorisch komt van agora, een Volksvergadering, die in het oude Griekenland plaats vond op het centrale plein in de grote steden.

Een epitaaf is een grafschrift en aforistisch is afgeleid van aforisme, een korte bondige uitspraak.  

Hans Vlek overleed vorig jaar in een psychiatrische inrichtichting te Den Bosch.

      Hij schreef ook ‘’recht voor z’n raap poëzie’’. Voortvloeiend uit activiteiten, die hij verrichtte om in leven te blijven. 

Van Hans Vlek

Mijn maat

Tussen het werk door draaien we
een zware of praten wat
over Sparta, mijn maat en ik
Zijn stopwoord is een woord dat ik
op muren schreef

Koude thee uit limonadeflessen
achttien jaar lang voor
zes geeltjes per week-
een neger zou de blues uitvinden

Sparta slaat in dit verband niet op het Griekse Sparta, maar is een voetbalclub in Rotterdam.  


Klik HIER voor alle ZoekPoëzie