STOKOUD
(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)
Alsof die dag nooit zou komen. Je dacht er niet aan. Nooit.
Je zag wel mensen met een stok op straat, maar dat waren anderen.
Tot nu.
Hoe is het zover gekomen.
Het laatste jaar ben ik nogal eens gevallen.
Drank, duisternis, ongelijk terrein, gladheid, eigen schuld, dikke bult.
Dat doet veel pijn en geeft ongemak.
Mijn levensgezel is daar bezorgd over en uit haar woede.
Dan komen vrienden.
Die brengen een stok, een aristocratische dat wel.
Maar toch een stok.
Daar moet ik mee leren lopen.
Vroeger, ja vroeger, toen dus, kon je bijvoorbeeld met een klimtouw naar boven klimmen. Naar de toekomst.
Nu met die stok wandel je naar beneden.
En iedereen ziet het en iedereen heeft zo zijn commentaar.
Maar ook de vooruitzichten zijn er. Ondanks die stok kan je toch nog vallen.
En dan in deze tijd van een riskant virus begint het afscheid. De ambulance zal komen. Die zal me meenemen. De levensgezel mag niet mee. Naar het ziekenhuis. De levensgezel mag daar niet komen. De dood wacht. Er zijn daar al veel mensen besmet en gestorven. Ook zonder stok. Maar ik zet de stok naast mijn bed en wacht.
Ik lees terug wat ik hierboven heb geschreven en denk. Dacht ik. Maar dat is niet zo. Ik pieker.