TIJDCAPSULE

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

    Tijdcapsule. Wel ooit van gehoord, wel eens iets over gelezen, maar er in gezeten: nee dus. Tot gisteren. En dat brengt je hoofd op hol, zelfs zenuwen houd je niet rustig. Hoe ging dit in werking, of heb ik het zelf in werking gesteld. Ik weet het niet meer.

     In de jaren vijftig van die vorige eeuw zat ik op een middelbare school in ’s Hertogenbosch. Naam van die school: Rijks Hogere Burgerschool. Ik wist toen ook al niet wat nu precies Hogere Burgers waren. Waren die buiten te zien, was ik er één, wat zat daaronder; lagere burgers, mispunten school? Het bleef een raadsel en dat is het nu nog.
     Maar goed ik zat er op. Een hele overgang van de lagere school naar dat onbekende systeem. Geen klassenleraren maar vakdocenten. Ik vond de meesten niet te pruimen. Namen die ik nog weet: Kuylaars (Nederlands), een oerlelijke dikke man die misschien wel eens een boek las; Truyens (Natuurkunde), een man met verschrikkelijke driftbuien, waarbij hij met een ijzeren liniaal op zijn tafel beukte; Plancken (Frans), een joyeuze vrouw die helaas veel ziek was; Cox (Wiskunde), als je zou mogen kiezen koos je de gevangenis boven hem.. Terreur en niet iets minder; Opstelten (Engels), bijnaam Het Slagschip vanwege de omvang, maar wel heel vriendelijk met haar Shakespeare; To Jansen (Aardrijkskunde), je zou zo met haar op vakantie willen; Ir Hopster (directeur), nooit les van gehad, had iets met de KNVB.

Dit om een paar namen te noemen, ik zie ze zo voor me al is het meer dan zestig jaar geleden. Maar toch: ondanks die vrij sterke herinneringen -je komt er niet mee dichtbij-. Tot gisteren dus. Door een ingeving of was het door de drank: ik begon me af te vragen wat voor soort mensen die leraren van toen waren. Als ze vergaderingen hadden, waarover ging het dan. Zijn daar soms notulen van en waar zijn die dan. Ik zou Christel eens moeten bellen, die woont niet ver van ’s Hertogenbosch.
      Ik bel haar. De lieverd is niet voor één gat te vangen en zij belandt op het stadsarchief van ’s Hertogenbosch. En ja hoor DAAR is het archief van de RHBS terecht gekomen. Normaal mag je dat in het archief bekijken, maar omdat ze dit doet voor een vriend in Hongarije mag ze kopieën maken. Die stuurt ze op en ik stap na enige tijd in de tijdcapsule.

De notulen zijn met de hand geschreven; typmachines waren er wel maar die maakten te veel herrie. Moeilijk leesbaar al went het na enige tijd

Ik ben terug in negentienhonderdvierenvijftig. Wat blijkt? Ze hadden het uitsluitend over de schoolprestaties. Nooit over iets anders. Regelmatig wordt een leerling gewoon DOM genoemd en dat wordt ook nog opgeschreven. Ze zien niet of ze willen niet zien dat er meer met een kind is dan cijfers. Dat een kind verliefd kan worden, ziek kan zijn, de dood thuis op bezoek heeft gehad, sportieve eigenschappen najaagt, het foute pad maar net ontwijkt, schoonheid heeft, van dieren houdt. NOOIT ZIEN ZE DIT. Cox niet, Truyens niet en geen van de anderen. Omdat ik er nu toch ben vraag ik het woord. Ik houd het kort en zeg: ‘’WIE ZIJN JULLIE?’’

 
Klik HIER voor alle Photosophieën