JUST BENDIEN


(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Dat komt niet vaak voor. Dat ik zo lang aarzel om het op te schrijven. Alle zinnen zijn wel aanwezig, maar telkenmale stel ik het uit om ze op papier te zetten. Misschien wel veertien dagen. En dan is ineens daar de krant met het bericht. Bernard van Beurden is dood. Tweeëntachtig jaar. Dood.
      Het is wel veertig jaar terug dat ik met hem bevriend raakte. Hij was componist en dirigent en ik kon in die tijd bij de radio hem opdrachten geven om muziek te schrijven voor documentaires. Dat zou nu totaal ondenkbaar zijn, muziek wordt nu ergens gedownload en moeiteloos gebruikt. Bernard schreef niet alleen de muziek maar zorgde ook voor de uitvoering er van.
      Hij woonde in Amsterdam, maar de stad begon te veel op hem te drukken en vestigde zich samen met zijn vrouw Lydia in België, vlak over de Nederlandse grens. Ook ik huurde daar naast hem een huisje en vele zomers hebben we daar met elkaar doorgebracht. Bij toneel komt het voor dat bepaalde delen van het podium fel verlicht worden. Zo ook hier; als ik erop terug kijk zie ik Bruegeliaanse taferelen met onverstaanbare Vlamingen, bloedworst, bier en amusante gesprekken. Lichtflitsen die de wolken doorkliefden en nooit eindigende muziek.
      Nu is hij er niet meer en het verdriet is hevig maar te dragen. Dat was wel eens anders en dat moet ik dus nu opschrijven. Er waren jaren dat ik de dood, iets of iemand dat maakte niets uit, dat de dood me van slag maakte. En niet zo’n beetje. Vooral de gedachte aan het onherroepelijke was niet te verdragen. De wanhoopgevoelens hielden veel te lang aan. Ik zocht naar oplossingen en vergetelheid en die combinatie is fataal. Naar een psychiater, dat kon niet anders. Maar naar welke in godsnaam. Ik kocht een boek waarin tien psychiatrische methodes werden beschreven. Ik wist wel wat ik niet wilde. Geen akelige herbelevingen graag, niet janken in groepsverband, niet in de één of andere trance gaan.

Uiteindelijk koos ik voor de methode van Just Bendien; zachtaardig, geen haast en gericht op aanvaarding van moeilijke gevoelens en gedachtes.
      Ik belde hem op. Zijn stem beviel me onmiddellijk. Natuurlijk vroeg hij meteen voor welke toestand ik hulp zocht. De dood Just, daar kan ik maar slecht mee leven. En ik zou graag een man willen zijn die hout hakte voor zijn partner en haar zou doen lachen. Hij antwoordde dat hij over mijn verzoek moest nadenken. Goed, zei ik, zal ik u over een paar dagen terug bellen. Nee, zei hij, ik denk er nu meteen over na. Het bleef twee minuten stil aan de telefoon. Toen kwam het korte antwoord: komt u maar.
      Zijn werkruimte was in de Betuwe, met uitzicht op de Waal. Hij had een vriendelijk en innemend gezicht en het duurde maar heel kort voordat ik me begon te uiten op een ongeremde manier met op de achtergrond langzaam voorbij trekkende schepen. Ik voelde dat ik op het ritme van die schepen mijn tempo van spreken aanpaste. Soms als er geen schepen waren zei ik niets en dat bleek geen probleem. Na enige weken trad er een mij onbekend verschijnsel op. Ik voelde altijd bij hem mijn botten in de benen tintelen. Aangenaam tintelen.
      Just had hierover wel eens iets in de boeken gelezen, maar nog nooit een klant gehad die dit vertoonde. Zijn woorden: we zijn op weg.
Na een paar maanden werd me duidelijk waarom hij bij het eerste telefoongesprek bedenktijd had gevraagd. Just had nog maar een half jaar, zijn dood was aangekondigd. Dat hij die dood inzette om mij op andere wegen te brengen, maakte diepe indruk.
     
Toen die dood eenmaal kwam was ik bij hem met al zijn vrienden en vriendinnen. En Just ging zoals hij was: zonder verzet, met volle aanvaarding. Zijn woorden kwamen zonder moeite: ik ben gewoon hartstikke nieuwsgierig wat er dan met me gebeurt. En gebeurt er niets, dan heb ik daar mooi geen weet van.

  

 

 Klik HIER voor alle Photosophieën