BIJ DE RADIO AANGENOMEN
(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)
Was ik te jong? Ja
Onervaren? Ja
Vol goede moed? Nou ja…
Ik was onderwijzer en had het wel naar mijn zin op een vrij progressieve school in Utrecht. Alleen die kinderen, hoe moest je die aanpakken. Van alles geleerd op de toenmalige kweekschool. Schuifkrijt, solfège, didactische principes, figuurzagen, zang en dans en wat niet. Maar hoe om te gaan met wanhopige kinderen die de scheiding van hun ouders meemaakten. Daar was in de opleiding nooit iets over verteld. Ook niet hoe je houding moest zijn ten opzichte van uitgesproken domme of slimme kinderen. Ordening in hun levens aanbrengen, terwijl je zelf nog maar net daaraan toe was. Het was een prima baan, maar voor mij te zwaar.
Er verscheen een advertentie van de V.P.R.O. Die omroep zocht iemand die schoolradioprogramma’s wilde maken. Een introductiegesprek, stemtest. Aangenomen.
De eerste werkdag. Allereerste ervaring in radioland. Collega’s vroegen me of ik misschien wist hoe de kerst in dat jaar zou vallen. Ik had geen idee en begreep ook niet wat ze wilden weten. Pas na geruime tijd werd me dit duidelijk: zou de kerst op vrijdag en zaterdag vallen, dan hadden we drie vrije dagen aaneengesloten.
Het werken voor de schoolradio was niet moeilijk, maar ik zag wel in dat dit werken in de luwte was. Het echte werk: nieuws, lezingen, documentaires, muziek, reportages, daar kon ik nog niet bij. Oudere collega’s waren daar zeer bedreven in en sommigen van hen lieten dat merken ook. Omroepster Mieke van Dillen schreeuwde me een keer toe dat ik niet moest denken als jonkie dat ik nog met iets nieuws kon komen, alles was al een keer gedaan.
Kasteel Belvedere Wenen
Na een paar maanden waagde ik de stap naar het echte werk te maken, en zocht steun bij een vijf jaar oudere collega die op het punt stond naar Wenen af te reizen om verslag te doen van een politieke bijeenkomst ergens op een kasteel. Hij gaf mij instructies. Onberispelijk gekleed zijn. Naar de kapper. Apparatuur op compleetheid controleren. Ik zou me gedeisd moeten houden, hij zou het echte werk doen, daar kon ik dan wat van leren.
Hotel te Wenen. De avond er voor niet de stad in gaan, niet drinken. Je inlezen. Hij gaf me knipselmap met zeker twintig bladen. Op mijn kamer studeren. Ik snapte er werkelijk geen hout van. Moeilijk Duits, onuitspreekbare namen, onbegrijpelijke verwijzingen. Een diepe slaap redde me.
De volgende morgen met een taxi naar de plaats des onheils, zo voelde ik het. Zakdoek vergeten, alsmede schrijfgerei. Geen nood, de collega had er wel drie van. Tijdens de rit nog wat instructies. Nooit iemand bij zijn voornaam noemen of tutoyeren. Nooit directe vragen stellen, maar eerst aan een omweg beginnen. Het liefst niet gaan zitten maar blijven staan, een stoel houdt je vast. Niet opvallen.
Bij binnenkomst in de grote spiegelzaal van het kasteel loop ik tegen een tafeltje. Tien glazen op de grond. Dit moet dus niet fluistert de collega. En dit ook niet bijt ik hem toe: een Oostenrijkse politicus komt op mij af en negeert mijn collega. Hij ziet dat ik een microfoon in de hand heb en de collega niet. Stellen Sie jetzt die Fragen, zegt hij vriendelijk tegen mij In mijn hoofd ontrolt zich een film. Politieagenten voeren mij af naar een somber gebouw met martelkamers. Tegelijk ben ik me er van bewust dat ik die film niet moet afwachten. De politicus wacht op mijn vragen. Vragen die ik niet heb en ook niet kan verzinnen. En die eerste omweg heb ik ook al niet. Welke kapper doet Uw haar, dat is het enige dat mij te binnen schiet. Maar dat kan je toch echt niet vragen. Mijn collega ziet in welk parket ik zit en grijpt in. Vielleicht Herr Schönbrunn Wartelegger können Sie uns erklären was der ÖVP…….
Het eind van de zin heb ik nooit gehoord. Werd wakker in een ambulance.
Terug in Hilversum vroegen collega’s hoe het was in Oostenrijk. Weihnachten fällt dieses Jahr auf Mittwoch und Donnerstag, antwoordde ik en zij wendden zich af.
Klik HIER voor alle Photosophieën