IN MEMORIAM ARTAN METOHU
(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)
Het waren maar een paar dagen, van maandag tot en met woensdag. Dat zich alles voltrok.
Maandag. De dag begon gewoon, Ontbijt, douche en in de auto. We wilden na jaren een professionele koffiezetmachine. Het voorwereldlijke opschenken op een kopje moest maar eens afgelopen zijn. We zijn geen yuppen, dat niet. Toch gingen we er voor. We wisten dat het allemaal nogal prijzig zou gaan worden. In de winkel bleek dat ook zo te zijn en in plaats van de dure Jura werd het dus de goedkopere Saeco.
Vriend Artan, Albanees, bevond zich op die maandag met zijn dochter van zestien in Turkije op vakantie. In het hotel waar zij verbleven kreeg hij een hartaanval en was bijna onmiddellijk dood.
Wij wisten van niets.
Dinsdag. De Saeco doet niet wat hij moet doen: koffie zetten. Hij geeft wel heet water maar maalt verder de koffie niet. We gaan hem omruilen. Dan toch maar een Jura.
Als we weer thuis zijn proeven we de koffie. Het is alsof we in Italië op vakantie zijn.
Het lichaam van de dode vriend wordt overgevlogen naar Tirana en meteen begraven.
Wij wisten van niets.
Woensdag. Om negen uur in de morgen komt de verschrikkelijke email van Artan’s nicht.
Artan dood en al begraven. We zijn intens verdrietig. Koffie drinken we die dag niet meer.
Wisten we dit maar niet.
De vriendschap met Artan begon voor mij ergens in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Albanië was een van de strengst afgesloten communistische landen ter wereld. Men kon er niet zo maar naar toe reizen. Mondjesmaat werden er wat toeristen toegelaten die in groepsverband het land mochten bekijken. Busreizen met twee Albanese gidsen die behalve toelichtingen op de bezienswaardigheden ook onderricht gaven in de communistische leer. Bij de grensovergang tussen het toenmalige Joegoslavië en Albanië begon de controle al. Baarden moesten er af, Libelle’s met vrouwen in badpakken werden afgenomen.
Veertien dagen lessen in de bus. Landbouwcoöperaties, musea, stranden, fabrieken. Het hield allemaal niet op. Artan was één van de twee gidsen die een oogje liet vallen op een lid van de Nederlandse reisgroep: Germaine Groenier. Hij stelde haar voor om na afloop van de trip met haar de bergen in te trekken en naar beren te gaan kijken. Het heeft maar een haar gescheeld of ze was meegegaan. Gelukkig zag ze op tijd de beren op de weg.
Wat we natuurlijk niet kregen te zien waren de gevangenissen waar politieke gevangenen soms voor meer dan dertig jaar werden opgesloten. Iedere dag tegen het einde van de middag was er in het hotel de gelegenheid om met de gidsen allerlei gesprekken aan te gaan. De Hollandse luchtigheid kwam bij de Albanezen natuurlijk vreemd over. Zij leefden in een land waar de discipline hoog in het vaandel wapperde en ja, in discipline zijn Hollanders niet echt kampioenen. Artan was daar nog wel het meeste tegen bestand en we konden enigszins privé met elkaar om gaan. Ik ben in die periode bijna ieder jaar naar Albanië gegaan en ben zelfs een keer met hem bij zijn ouders thuis op bezoek geweest.
Het communisme valt in zijn land rond 89 en Artan besluit zijn land te verlaten; hij voorziet de komende chaos. Komt naar Nederland. Valt in handen van Christenen die zich ten doel stellen zendingsactiviteiten te gaan bedrijven in Oost Europa. Hun kruiwagen was hulpverlening.
Ik vind hem terug bij een andere Albanees die zijn land al tijdens het communisme was ontvlucht te Rotterdam. Artan woont in een soort kast en ik nodig hem uit bij mij in den Bosch te komen wonen. De vriendschap kan zich verdiepen. Hij vertelt me heel veel over de communistische jaren. De leugenachtigheid, die spionage, de vernederingen die zijn landgenoten hadden moeten ondergaan. Maar ook over de onderlinge genegenheid, de muziek en de literatuur. Absurde situaties deden zich voor. Dat Artan bang werd voor de aan hem persoonlijk gerichte reclame van bijvoorbeeld de Keukenhof… Hij begon dan onmiddellijk aan spionage en geheime diensten te denken. Of het bezoek van één van zijn christelijke chefs die in mijn huis met hem begon te bidden.
Hij werd later gehuisvest in Almere, waar ik hem vaak heb opgezocht. Vertwijfeld zie ik hem nog op zijn balkon naar buiten kijken. Peter, ik denk dat ik een hond moet nemen. Hoe kom ik anders in contact met Nederlanders? Komend uit de nogal emotionele kookpot die Albanië is in het regenachtige stille Nederland. Hij heeft het later zo verwoord: Holland is to me a sad paradise, Albania is a joyfull hell.
Artan is één en vijftig jaar geworden. Jezus Christus.
Klik HIER voor alle Photosophieën