SPARTAMET, GESCHIEDENISSEN 2

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

Achteraf bezien had ik het van te voren kunnen zien aankomen. Maar ja, achteraf is niet van te voren.
      Ik werkte al jaren bij de radio toen het moment kwam dat ik niet meer voor een microfoon wilden praten. En dat is als je bij de radio werkt niet echt een pré. Ik weet nog precies hoe dit moment zich aandiende. Bij het postkantoor in Hilversum hield zich altijd een soort straatfiguur zich op die je op luide toon hielp bij het inparkeren:
JA, ACHTERUIEEET….
      Als je bij de radio werkt ben je min of meer altijd op scherp voor het waarnemen en registeren van bijzondere personages; het wordt je tweede natuur. Zo benaderde ik deze man en vroeg of ik met hem kon praten. Dat vond hij aanvankelijk een goed idee. Maar toen hij de microfoon zag en het hem duidelijk werd dat het gesprek voor de radio bedoeld was, zei hij dat hij dit absoluut niet wilde. Ik wil best met U praten, maar ik praat niet door de lucht of onder de grond.
      De mededeling trof me als een bliksemschicht. Was er eigenlijk de hele dag van slag van. Dat ik jaren door de lucht of onder de grond had geluld. Wat een vak.
      De zomer naderde ook dit jaar en onze radio ging dan doen aan de zogenaamde zomerprogrammering. Dit jaar werd er een schip gehuurd, waarmee door heel Nederland werd gevaren. Aan boord werden in estafettevorm verslaggeversploegen gevormd. Iedere ploeg een week op het schip. Ook ik werd ingeroosterd. Maar ik wilde niet meer in microfoons praten….Ik verzon een truc. Ik zou die zomer als technicus optreden en de uitzendingen verzorgen die de collega’s bij elkaar praatten; acht weken lang. Een scheiding had ik net achter de rug en om de hele zomer thuis te zitten was niet echt een goede optie.
      De weken liepen van zondagmiddag tot en met zaterdagmorgen aan boord van een vrij groot binnenvaartschip. De naam: Op Hoop van Zegen. Op een bepaalde zondag ging ik aan boord te Almelo. Het stoplicht springt op rood; het stoplicht springt op groen, in Almelo is altijd wat te doen. (Herman Finkers).
      Het was een lome dag en ik deed mijn voorbereidingen, de reportageploeg zou in de avond komen. Voor het verplaatsen van de verslaggevers waren er vijf volkomen identieke snorfietsen aan boord: de SPARTAMET dus. Allen dezelfde kleur en uitrusting. We lagen in een soort haven en ik besloot die snorfietsen af te tanken in de stad. Geen mens op straat, in Almelo is altijd wat te doen. Vijf liter ging er in. Na tien minuten kwam ik met snorfiets twee en tankte die ook af. Ik zag de pompbediende verbijsterd kijken. Hoe kreeg ik zo’n ding binnen tien minuten leeg…Bij snorfiets drie en vier begonnen zijn handen te trillen, maar hij vroeg niets. Pas bij fiets vijf begon hij te stamelen. Ik begreep dat ik hem gerust moest stellen en zei iets dat de verwarring alleen maar groter maakte. Ik kom van een schip, bracht ik uit.

 

Klik HIER voor alle Photosophieën