EEN BROER

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

                
Nu hij dood is kan ik het opschrijven, hij zal er niet onder lijden. Ouder was hij dan ik, maar hij was er eenvoudig niet in de oorlogsjaren. Een kind werd toen nooit iets verteld of uitgelegd in mijn familie. Hij bestond gewoon niet. Pas jaren later heb ik de puzzelstukjes kunnen leggen en kunnen begrijpen wat zich allemaal had voorgedaan.
      Ergens in het begin van de veertiger jaren van de vorige eeuw werd hij op aandringen van onze vader lid van de SS en opgenomen in de oorlog die Duitsland over Europa bracht. Ingezet in de veldtocht tegen Rusland; hij kwam tot Stalingrad.
      Of hij meegedaan heeft aan de gruweldaden tegen Joden heb ik nooit kunnen achterhalen. Volgens zijn eigen zeggen was hij verpleger en haalde de gewonde en dode soldaten van het front. Met behulp van paarden.
      Er zijn twee momenten in die jaren die mijn kinderziel bereikten. Op een avond kwam zijn stem door de legerradio in onze huiskamer binnen. Dat het een broer was begreep ik niet. Het andere moment moet in 1944 zijn geweest. Op een ochtend stond er een man naast mijn bed die de woorden sprak: ik ben je broer. Ik wist niet wat een broer was. Teruggekeerd uit die verschrikkelijke oorlog, later opgepakt wegens collaboratie en gevangen gezet in Nederland.

      Dan volgen de jaren van het zoeken naar een nieuwe toekomst, een toekomst van zich vernederd voelen en tegelijk doordesemd zijn van schuldgevoel. Vroeg om vergeving en was deemoedig. Hij woonde bij ons thuis in ’s-Hertogenbosch en bemoeide zich met de opvoeding. Dat pakte niet zo goed uit en hij keerde terug naar Groningen.
      In het begin zocht ik hem niet veel op, wat een broer en wat een sombere Groningse man! Zijn onophoudelijk vragen om vergeving lag me zwaar op de maag en andere organen. Het kwam zover dat ik niet zonder een fles jenever in de trein naar Groningen plaats nam en in Zwolle omkeerde. De last was voor mij niet te dragen.
      Door bemiddeling van mijn psychiater kwam er een opluchting. Volgens deze man moest ik hem recht in het gezicht zeggen dat hij moest ophouden met zijn verzoeken om vergeving. En ik moest dat doen in het bronnenbad te Nieuwe Schans. Tot mijn stomme verbazing accepteerde hij dat en hij vroeg me na afloop van dat bad of ik een wens had om deze verzoening te vieren. Ja, zei ik, een gehaktbal te Winschoten. Zulks geschiedde. Jaren daarna zijn we gewoner met elkaar omgegaan. Ik had een broer.

 

Klik HIER voor alle Photosophieën