TURKS FRUIT

(Door Iris Driessen)

Oké. Stel me een vraag. Alles mag. En ik ga dan een antwoord geven en er een stukje over schrijven. Als juf, maar ook als Iris.

Die vraag stelde ik een tijdje geleden op Twitter. Ik kreeg daar een aantal leuke reacties op. Ik vind het sowieso sympathiek als mensen op Twitter reageren. Nou, dat is ook niet helemaal waar, want vaak reageren mensen heel erg hatelijk.
      Onderwijsmensen kunnen ook heel hatelijk reageren. Ik volg een aantal onderwijzers en over-onderwijzers. Vaak is dat interessant, omdat er nieuwe inzichten worden gedeeld, linkjes naar artikelen worden gepost en omdat ik zo kan lezen wie in onderwijsland wat ergens van vindt. Maar ik lees ook heel vaak nare en rare reacties. Leraren vinden het blijkbaar vaak leuk om onaardig te zijn tegen elkaar. Of leuk; misschien is dat niet het juiste woord. Maar mensen vinden er zo vaak iets van.
      En daarom vind ik het helemaal niet leuk om antwoord te geven op een aantal vragen. Niet omdat ik bang ben voor reacties, maar omdat ik gewoon wil schrijven wat ik vind. Over wat ik doe. Genuanceerd en ongenuanceerd.
      En ook omdat dit blog niet per se gaat over nieuwe inzichten en manieren van lesgeven. Of over pedagogische tact. Of over onderwijsvernieuwing.

Ik word vaak al moe als ik sommige discussies lees. Daar gaaaaaaan we weer.

Dus, lieve Jorrit Blaas. Je krijgt geen antwoord op je vraag. In ieder geval is dat antwoord niet onderbouwd met allerlei theoretische verwijzingen of met lesideeën. Ik doe namelijk maar wat.

Leerlingen in de les die (schijnbaar) niet willen leren. Hoe pak ik dat pedagogisch-didactisch aan?

Je hebt het denk ik niet over af en toe een lesje waar ze geen zin in hebben. Omdat hun verkering het net heeft uitgemaakt. Of omdat ze een onvoldoende bij economie hebben gehaald. Maar je hebt het over een algeheel motivatiegebrek, denk ik.
      De ene keer ga ik het ‘hoe-kan-ik-je-beter-motiveren-gesprek’ aan. Geen idee hoe ik dat doe. Wellicht zeg ik zoiets als: ‘Volgens mij heb je er geen zin in en vind je school kut.’
      Een andere keer probeer ik een lessenserie zodanig te maken dat ik er een aantal opdrachten speciaal voor die leerling inzet.

Of ik bespreek het gedrag van de leerling met collega’s. ‘Is hij/zij bij jullie ook zo? En wat doe jij dan? Ah oké. Thanks.’
      En soms doe ik helemaal niks. Dan kan dat gebrek aan motivatie me gestolen worden.
Maar wat ik wel doe en waar ik wel heel goed in ben, is dat ik de leerling altijd zie. En ook dat ‘ik zie de leerling’ is zo’n uitgekauwd onderwijscliché. Maar het is wel zo. En daarom weet ik, dat 99% van de leerlingen met plezier naar mijn les gaat. En er uiteindelijk iets van leert. Want of ze dat nou (schijnbaar) willen of niet, ze pikken er gaandeweg wel iets van op.
      De titel van een mooi boek met veel seks, of een woord dat ze eerst niet kenden, of hoe ze het beste met een budget van drie euro per dag twee maanden lang door Thailand kunnen reizen.

          

Is dat pedagogisch-didactisch verantwoord? Geen idee. En het maakt me niets uit.
      Ik weet alleen dat ik voor mijn vijftiende heel graag Turks Fruit gelezen had willen hebben. En voor mijn vierentwintigste had willen weten wat pedagogisch-didactisch nou precies betekende.

Jorrit Blaas. Dit is jouw antwoord.


Zie HIER voor alle Juffen