Ontslagen bij de NCRV; waardering bij de VPRO-Radio 


Theo Uittenbogaard (Amstelveen/Nieuwer-Amstel, 10 april 1946) is een Nederlands programmamaker voor radio en televisie. Hij werkt sinds 1965 voor bijna alle grote publieke Nederlandse omroeporganisaties (NCRV, AVRO, VARA, KRO, VPRO, NOS, RVU, Teleac, NPS). Van 1962 tot 1964 levert hij bijdragen aan AVRO's jeugdomroep Minjon, met onder andere een verslag van een optreden in een Haagse voetbalkantine van de totaal onbekende Engelse band The Who. Op 16 juni 1964 presenteert hij eenmalig het televisieprogramma Rooster van de AVRO, waarin de introductie in Nederland van de nieuwe dans 'Ploem Ploem Jenka'.

Na het maken van vele reportages en -documentaires voor de VPRO-televisie, en de regie te hebben gedaan van discussieprogramma's en van muziek- en theatervoorstellingen, zoals het Holland Festival, stapt Uittenbogaard, na knetterende ruzie met Roelof -"jij kan het niet"- Kiers, in 1987 over naar de VPRO-radio, waar hij in 'Het Gebouw' twee jaar bijdragen levert aan de buitenlandrubriek 'NL', één zomer een 'VPRO-radioreis' leidt naar Oost-Duitsland en Polen, en als correspondent tijdens de serie 'Standplaats Lima' in Peru werkt.


In dit hilarische stukje legt hij uit, waarom hij na een bezoek aan Gerard (van het) Reve in oktober 1966 ontslagen werd bij de NCRV.

 

 

Hoc Est Corpus                  

                                                                                                                                                    Voor VPRO’s Diogenes in Genève (1976)


Bovenin het grauw verlichte trappenhuis van een tragisch flatgebouw in een westelijke tuinstad wacht de Volksschrijver mij op. Ik mag hem voor de radio interviewen naar aanleiding van het feit dat hij ontslagen is van rechtsvervolging in een proces, tegen hem aangespannen op instigatie van de fractievoorzitter van de Staatkundig Gereformeerde Partij ir. C.N.van Dis, wegens 'smalende godslastering op een voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze', alleen omdat hij zich God had voorgesteld als een lief grijs ezeltje, dat hij, voorzichtig, van achteren zou willen bezitten. De Officier van Justitie mr. J.J. Abspoel had daar begrip voor.
       De flat is spartaans ingericht, in de keuken beweegt een leptosome jongeman. Een lichte teleurstelling; ik had mij Teigetje altijd wat meer des tijgers voorgesteld.
       De band loopt.
Het interview verloopt zoals verhoopt. Desgevraagd: "Als Moeder van God, kan Maria -in mythische zin- niets anders zijn dan de Heilige Maagd", allitereert de schrijver, "Maar natuurlijk heeft Zij zich als mens, misdragen met de melkboer. Daar heb ik helemaal geen moeite mee".
      Ik vermoed dat ook deze zin zal sneuvelen in de montage, daar mijn opdrachtgever de Nederlands Christelijke Radio Vereniging is, die ik al met moeite had overtuigd van het historische karakter van een proces-wegens-godslastering en dat de NCRV dat, en de aanstichter ervan -hoewel een Neo-katholiek-, niet kon en mocht negeren in zijn uitzendingen.
      Na het interview nodigt de schrijver mij spontaan uit voor de maaltijd. Het gebodene reflecteert zowel zijn notoire gierigheid, als zijn culinaire kwaliteit; glazige aardappelen, andijvie, waarin zand knarst, en zure rode wijn.
 Op mijn verzoek declameert de schrijver na afloop van de maaltijd sonoor zijn Gedicht voor dokter Trimbos : "'Goedkope wijn, masturbatie, bioscoop', schrijft Céline. De wijn is op, en bioscopen zijn hier niet. Het bestaan wordt wel eenzijdig".
      Ik neem mij voor hierachter een Toccata van Bach te laten losbarsten, in een uitvoering van de organist Feike Asma, om het nog erger te maken.
 Na nog meer wijn, die steeds lekkerder begint te smaken, buigt de schrijver vertrouwelijk over tafel en vertelt: " Nu ging ik afgelopen zondag naar de Heilige Mis in zo'n lelijke katholieke kerk hier in de buurt. En ik dring me zo'n beetje naar voren bij de Heilige Communie. Ik kniel. Ik steek m'n tong uit en ik krijg zo'n ouweltje in m'n mond. Ik sla een kruis. Scharrel snel naar buiten. In de auto. Ik hol de trap hier op. Naar de badkamer. Vul een glas water en schraap die ouwel van m'n gehemelte. Ik laat de hostie in het glas water zakken. -Net een kwakje in het bad.- En zeg tegen Teigetje: "Kijk es: Dit nu, is het Lichaam van Christus ''!


Klik HIER voor alle bijdrages van Theo