Vissers, kapers en toeristen 

 

(Door Rolf Weijburg)

Eind jaren tachtig van de vorige eeuw ebde de coupdreiging in de Seychellen geleidelijk weg. Het bewind van de in 1977 zelf door een coup aan de macht gekomen socialistische president René versoepelde. Er begonnen zich positieve contouren af te tekenen aan de Seychelse skyline.
      In 1991 kwam er een nieuwe grondwet en kregen de Seychellen een meerpartijenstelsel. James Mancham, de afgezette eerste president van de republiek, keerde terug uit ballingschap in London en stelde zich bij de eerste democratische verkiezingen in 1993 direct kandidaat. Maar France Albert René won.
      Niet geheel verwonderlijk want hij had in de loop der jaren toch wel het één en ander voor elkaar gekregen in de eilandstaat. Er was inmiddels gratis onderwijs en gratis ziekenzorg. Het land was één van de meest voortvarende Afrikaanse economieën geworden en ontpopte zich als een voorvechter voor duurzame ecologische initiatieven in de Indische Oceaan regio. De Noord-Koreaanse bullebakken waren naar huis gestuurd. Hoewel het land een socialistische republiek bleef en de Amerikanen op hun grote basis op Diego Garcia in de Britse Chagos Archipel vlak om de hoek zaten, stond René niet toe dat er buitenlandse, bijvoorbeeld Russische, bases op de eilanden werden gevestigd.

Het toerisme was, toen ik, samen met mijn vrouw Catherine deze keer, in 1997 weer op de ferry van Praslin Island naar La Digue zat, het belangrijkste onderdeel van de Seychelse economische motor geworden. We waren allang niet meer de enige buitenlanders aan boord maar werden omringd door groepjes toeristen. Joggingpakken, filmcamera’s en honeymooners vulden het bootje.
      De steiger van La Digue was van beton geworden. Fietsen kon je op tientallen plaatsen huren. Geen oude Raleighs meer, maar mountainbikes met tien, twintig versnellingen. Het licht was nog even mooi in de zanderige laantjes, maar er waren nu heel wat guesthouses, hotelletjes en souvenirwinkeltjes en hier en daar reed een auto. Het huis waar Emmanuelle twintig jaar geleden in soft focus klaar kwam was een soort nationaal monument geworden en om het landgoed te betreden moest je nu voor tien Rupee een ticket kopen.  

 

''Wij vertrekken"

De Seychellen hebben geen oorspronkelijke bewoners. De eilanden waren onbewoond toen de Fransen er in de achttiende eeuw neerstreken. Alle Seychellers zijn immigranten, de meesten van Franse, Frans koloniale, Indische of Chinese afkomst die allemaal hun eigen talen spraken. Om met elkaar te kunnen communiceren ontstond er een soort lingua franca, het Creol Seychellois, dat een mengeling is van Frans, een beetje Engels en allerlei Indiase en Afrikaanse talen, die door 90% van de bevolking wordt gesproken. Dit Creools heeft nog niet zo lang geleden een officiële grammatica en spelling gekregen en is nu één van de drie officiële talen in de Seychellen. De andere zijn Engels en Frans.
      En dat kwam goed uit.
Na mijn eerste bezoek aan de Seychellen was ik dermate enthousiast dat de wens om enige tijd op de eilanden te wonen me niet meer losliet. Het duurde even, maar tien jaar later was het plannetje gesmeed. Mijn vrouw is Française en onze twee dochters zijn tweetalig opgevoed.  Ze waren 4 en 8 jaar oud en we wilden ze een andere ervaring meegeven: een jaar op de Seychellen, leven onder de palmen en leren op een lokale Franstalige school.
      In oktober 1997 vertrokken we ter voorbereiding naar de verre eilandenrepubliek in de Indische Oceaan. De dametjes bleven nog even thuis . 
Het viel in vergelijking met mijn eerste bezoek wel een beetje tegen. Het was er niet meer het onontdekte paradijs zoals ik het in 1986 had ervaren, maar La Digue bleef van een ongekende schoonheid.

School

We vonden een school, maakten een afspraak met de directrice, kregen een rondleiding en besloten de kinderen in te schrijven voor het schooljaar 1998 – 1999.
      Een verblijfsvergunning voor een jaar was een voorwaarde en we regelden een onderhoud met iemand van het Department of Immigration and Civil Status in Victoria op Mahé. Een uiterst aimabele man ontving ons in zijn airconditioned kantoor, begreep helemaal waar we het over hadden, goochelde wat met cijfers en kwam na een kort rekensommetje uit op een bedrag van een kleine 15.000 Euro. Voor de hele familie. Voor een jaar, no problem.
      Dat was dus alleen voor de vergunning. Huur en verblijfskosten zouden daar nog bij komen.
Zoveel geld hadden we niet helaas en we moesten ons plannetje afblazen. De kinderen hebben de Seychellen nooit gezien.

Een jaar later, in 1998, won René de verkiezingen opnieuw, maar in 2004 trad hij terug en werd zijn vicepresident James Michel president.
      De economie leunde zwaar op de inkomsten uit het almaar toenemende toerisme.  Té zwaar, zo bleek in 1991 en 1992 toen het toerisme door de effecten van de Golf Oorlog een belangrijke terugval kende en het land acuut in financiële problemen kwam.

Nieuwe inkomstenbronnen moesten worden aangeboord.

Net als veel Caribische landen en ook bijvoorbeeld Cyprus en Malta, bieden de Seychellen voor een flinke prijs paspoorten te koop aan. Daarnaast wordt er geld verdiend met de verkoop van olie. Er is, ondanks langdurig onderzoek nooit olie gevonden in het land en het spul moet worden ingevoerd vanuit Koeweit en Bahrein. Maar de Seychellen importeren ongeveer drie keer zoveel olie als voor eigen gebruik nodig. Het overschot wordt, met winst, doorverkocht aan scheepvaart- en luchtvaartmaatschappijen die de eilanden als tankstations gebruiken.
      Er wordt geïnvesteerd in uitbreiding van de vissersvloot en vooral de tonijnvisserij wordt gestimuleerd. De inkomsten uit de visserij samen met de verkoop van visvergunningen overschreden in 2009 de opbrengsten uit toerisme. Ook kleinschalige industrie wordt van overheidswege gestimuleerd en gesubsidieerd en steeds meer producten worden tegenwoordig lokaal gefabriceerd.


Dat het toerisme maar een wankele economische basis vormt bleek eens te meer toen in 2009 een Brits echtpaar dat met een zeiljacht op weg was naar Tanzania in de Seychellen werd geënterd door een snelle open boot met een zestal zwaarbewapende Somalische piraten. Het schip werd gekaapt en het echtpaar meegenomen. Dertien maanden duurde het, dertien maanden gevangenschap en marteling ergens in de hete Somalische woestijn, voordat het echtpaar, na betaling van waarschijnlijk een miljoen dollar losgeld, eindelijk werd vrijgelaten.

Nooit eerder hadden Somalische piraten in hun kleine bootjes zóver - we hebben het over ruim 1500 kilometer open zee - uit de Somalische kust toegeslagen. Je kan zeggen wat je wil, maar ze hebben wél lef.  De kaping gooide roet in het toeristische eten. Jachtverhuur, maar ook cruiseschepen werden in een groot deel van de Seychellen verboden en na enige tijd was ook de steady stroom jachten die op hun trans Indische Oceaan route de Seychellen steevast aandeden, geheel opgedroogd.
      Maar de Somaliërs bleven komen. Een Italiaans cruiseschip werd aangevallen, een hele Spaanse vloot tonijnvissers werd gekaapt, een Duitse tanker verdween etc. etc.
      De klad zit er goed in. Niet alleen is de toeristenindustrie ingezakt (wat als de kapers hun zinnen gaan zetten op één van de kleine resort-eilanden?) maar ook de inkomsten uit de visserij zijn inmiddels flink gedaald door de angst voor nieuwe piratenaanvallen.

Het blijft rommelen in het paradijs.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen