Vogels & een Dorpsschool

Martinus Nijhoff was zo’n dichter, die altijd bleef schaven en klooien aan zijn teksten. Uiteraard voordat ze gepubliceerd werden, maar ook daarna nog.
      Iedere nieuwe publicatie en vrijwel iedere nieuwe druk van een bundel laat veranderingen zien. Fascinerend wel om dat eens te volgen.
      Ik heb daarvoor één van zijn meer bekende gedichten genomen.


Van Martinus Nijhoff


De Vogels

De arbeiders der fabriek aan de overkant
wanneer de stoomfluit schaften heeft gefloten
gaan op een wei, door muren ingesloten,
in groepjes liggen eten. Onderhand
verzamelen de vogels langs de goten.
De hemel vraagt om kruimels aan het land.
De meeuw zwenkt boven de uitgestreken hand
en bij de schoen zijn mussen toegeschoten.

Andere vogels hebben het niet zo.
Ik heb hen vaak op de brug găgeslagen
zij haalden brood op het stempelbureau

Wanneer de kruimels van den hemel vragen,
een bioscoop, een fiets, een radio,
komt de cavalerie den hoek om jagen.

Dit gedicht verscheen in de bundel Nieuwe Gedichten (1934)
      Maar twee jaar eerder had hij het al gepubliceerd in het poëzietijdschrift Helikon (1931-1939).
Toen heette het Fabriek & Dorpsschool. Dat gaat zo:


Van Martinus Nijhoff

Fabriek & Dorpsschool

De arbeiders der fabriek aan de overkant
Gaan als ’t signaal voor schaften heeft gefloten
Op ’t stukje wei door muren ingesloten,
Voetballen, vechten, etend onderhand,

Dan snelt er een gerucht langs alle goten
De hemel krijgt de kruimels van het land
De meeuw komt zwermen om de werkmanshand
En bij zijn voet zijn mussen toegeschoten

‘k Herinner me den ouden dorpsschoolmeester
Die na zijn maaltijd altijd een homp bruin brood
In ’t kippenhok tussen de tralies drukte

Zoo vindt de eenvoudigheid uit ’s levens drukte
Haar weg naar vrijheid. Woord! Wees onbevreesder!
Ook gij hebt de natuur tot bondgenoot.

De eerste kwatrijnen lijken enigszins op elkaar, maar de terzinen zijn totaal anders.

   Is dit esthetiek, taalgevoel of is er iets anders aan de hand?

Theun de Vries had er wel een verklaring voor. Nijhoff zou zijn sonnet aangepast hebben omdat de dichtbundel in 1934 verscheen. Vlak na het Jordaanoproer, toen stakende arbeiders uit en in elkaar werden geslagen door eenheden van de politie. Maar of dit werkelijk zo is, valt te betwijfelen.
      Misschien was hier wel de wens de vader van de gedachte, want Theun de Vries was een overtuigd communist en redacteur van De Tribune, voorloper van De Waarheid.
      Hij lanceerde zijn theorie in het essay Wandelaar in de werkelijkheid in 1946. In datzelfde jaar verscheen de zesde druk van Nieuwe Gedichten, waarin Nijhoff opnieuw enkele wijzigingen aanbrengt.

In de laatste regel bijvoorbeeld wordt de cavalerie, die de hoek komt omjagen vervangen door:

dan geven antwoord tank en pantserwagen.

Dat was direct na de oorlog kennelijk toepasselijker.


  

 Klik HIER voor alle ZoekPoëzie