De triomf van de Trommelaeren van Roesendaele

Eregasten

We zien hier uw bloghouder in smoking; 25 jaar oud.
      Het was 16 januari 1970. Locatie: De grote Redoutensaal van de Hofburg in Wenen, het voormalige paleis van de Oostenrijkse keizers.
Daar werd op die dag de Wiener Fasching gehouden, een muziekgala waar naast de pas overleden Johannes Heesters die avond maar liefst 27 muziek-, dans- en balletgezelschappen optraden.
      Eregasten waren De Trommelaeren van Roesendaele, een show- en dansorkest uit Roosendaal dat in die dagen grote triomfen vierde.

Ik was toen verslaggever bij het Brabantse Dagblad De Stem. En ik verzeker u dat het gezelschap in Wenen groot succes had.
      Bovendien werd er -zoals u ziet- goed voor de pers gezorgd.

Foto's: Dick de Boer

 

De Trommelaeren in Wenen met dirigent Wim Laros

Wim Laros
    Bij boekhandel De Boekenwurm in de Roosendaalse Molenstraat vond ik een boekje van C.J.Heeren, die de achtergronden van dit korps schetst in een uitvoerige en zeer gedetailleerde sociaaal/culturele beschouwing. De band werd in 1953 opgericht en groeide uit tot een internationaal vermaard gezelschap, dat bij de wereldmuziekconcoursen in Kerkrade in 1958 en 1962 wereldkampioen werd. Het korps bestond op enig moment uit 59 instrumentbespelers: negentien slagwerkers met een overslagtrom, twee pauken, acht parade- en acht concerttamboers, zestien jachthoornisten, vier tubaspelers, twee sousafonisten of bassisten, twee bekkenisten en zestien trompettisten.

      Muzikaal leider was Wim Laros, een gedreven man. Aan hem vooral wordt het succes van de Trommelaeren toegeschreven.

      Hij was niet alleen de dirigent, maar ook een componist, die voortdurend naar vernieuwing streefde.
Met grote ijver, enorme discipline, inspiratie en een ongekende inzet leidde hij het gezelschap. Soms werd zeven dagen per week geoefend.
Muzikanten die een keertje niet kwamen opdagen, werden eruit gezet.
     
Bij het eerste wereldmuziekconcours haalden de Trommelaeren 118 punten, slechts twee punten onder het maximum.

C.J.Heeren: ‘Voor een menigte van 30.000 toeschouwers etaleerden De Trommelaeren hun Rijsdijkmars. De band had amper de mars ingezet of bij de eerste exercitiefiguur ging er een golf van applaus door de rijen en dat hield niet meer op voor het korps de sintelbaan helemaal rond geweest was. De jury had reeds na enige minuten de formulieren ingevuld. Voor de rest keken ook zij vol bewondering toe!’

Nadat de band in 1962 opnieuw wereldkampioen was geworden, volgden steeds meer optredens in binnen- en buitenland.
      Maar het absolute hoogtepunt was de voorstelling in Wenen, waarvoor Wim Laros een parafrase op het Weense carnavalssymbool ‘Der Lieben Augustin’ had gemaakt.
      Na het Weense avontuur ging het door allerlei verwikkelingen, ruzies en onbegrip bergafwaarts met het orkest. Een paar jaar later werd het roemloos opgeheven.

Monumentaal eerbetoon

Veel mensen hebben zich in die jaren afgevraagd hoe er zo’n vermaard gezelschap kon ontstaan in een provincieplaatsje als Roosendaal.
      Niet in de laatste plaats de Roosendalers zelf.
Het antwoord is steevast: Wim Laros.
      De dirigent overleed in 2007 en dat was aanleiding om het initiatief te nemen voor een blijvende herinnering.
Dat werd een kunstwerk van Léon Vermunt; negentien in staal gesneden manshoge figuren, die geplaatst zijn op het dak van een winkelgalerij aan de Nieuwe Markt in Roosendaal.