Hoedjes & afval

Lesotho dus. Een onafhankelijk land dat geheel omringd wordt door Zuid-Afrika. Een land met een geheel eigen cultuur, eigen tradities; eigen muziek,
     
En ... geheel eigen hoedjes.

In het voorjaar van 2000 zat ik 's avonds wat te drinken met de eigenaar van een hotel in de hoofdstad Maseru. Plaatselijk geproduceerd bier onder de naam Maluti.
      Ik was de enige gast. 

De man had vroeger in de dimantmijnen van Zuid-Afrika gewerkt, Daar had hij stoflongen aan over gehouden. Met af en toe een rochel in zijn stem vertelde hij nostalgisch over zijn land. Over de armoe, de uitbuiting door Zuid-Afrika, maar ook over trots en overlevingsdrang.
     
Hij liet mij het nationaal volkslied horen en gaf mij een cassette cadeau. Met Sotho Music. 

U kunt HIER luisteren naar vijf schaapsherders, die muziek maken met instrumenten, die ze zelf gemaakt hebben van afval en schroot. En natuurlijk hebben ze de karakteristieke Lesotho-hoedjes op.
     
Daar schreef ik in 2007 al eens dit stukje over.   

Voorjaar 2000 

Meshoeshoe de Grote

Eén van de merkwaardigste gebouwen in Afrika staat in de belangrijkste straat van de hoofdstad Maseru in Lesotho. Een onafhankelijk land dat geheel omringd wordt door Zuid Afrika. Een koninkrijk. Een land, dat er prat op gaat het -denk even na- hoogste laagste punt ter wereld te hebben. Het land heeft ook een ijsbaan, volgens mij de enige in heel Afrika. 

      Kingsway heet die straat. En daar staat een vrij groot gebouw in de vorm van een hoed, de zogenaamde Basotho hoed. Er is een restaurant in gevestigd, waar je hele dikke omeletten kunt eten. Het bouwsel is van onderen rond en loopt omhoog in een punt met een kroon erop. Het is felgeel met een bruine rand. Het is gevormd naar de heuvel, die zich in het land bevindt bij het fort van de voormalige koning, Meshoeshoe de Grote. 
      Deze hoed is het nationale symbool van Lesotho. Je vindt het overal terug. Bijvoorbeeld in de vlag, maar ook op nummerplaten van auto’s.

 

Pitriet

In Maseru, maar ook in kleinere plaatsjes op het platteland, kun je van die hoedjes kopen. Ze worden gemaakt van een soort pitriet. Uiteraard met de hand.  
      Recht tegenover mijn hotel aan Kingsway op een pleintje was zo’n verkoopplaats. Er stonden twaalf verkoopsters. Als ze je zien gaan ze elkaar beconcurreren. ’ You want hat, mister? Selfmade hat. Very very cheap‘.
      Ze zijn leuk en druk en kleurrijk gekleed. Ze trekken aan je haar, aan je broek, aan je trui. Ze lachen en flirten. En ze bieden zo hard tegen elkaar op, dat de hoedjes uiteindelijk vrijwel niets meer kosten.
      Ik keerde in Holland terug met 12 hoedjes in verschillende soorten en maten.
      Op Internet wordt zo'n wat groter hoedje inmiddels aangeboden voor 175,95 US $. 

 Ik heb er nog een paar over. 

 

Muziek bij de borrel (1):
Night in Tunisia; Art Blakey's Jazz Messengers

Muziek bij de borrel (2): 
Kanonensong van Bertolt Brecht und Kurt Weill 

Muziek bij de borrel (3)
The Singing Detective

Muziek bij de borrel (4)
Ramses II

Muziek bij de borrel (5)
Svalbardtema

Muziek bij de borrel; (6) 
De Finse Tango

Muziek bij de borrel (7)
The song of the black-necked crane

Muziek bij de borrel (8)
Bob Dylan's Hard Rain

Muziek bij de borrel (9)
Vladimir Vyssotski

Muziek bij de borrel (10)
Han Reiziger

Muziek bij de borrel (11)
Privé-concert in Tasjkent

Muziek bij de borrel (12)
Meidengroep Värttinä & Jean Sibelius

Muziek bij de borrel (13)
De Moldau van Bedrich Smetana