Een doosje zonnestralen

(Door Iris Driessen, docent Nederlands VWO/Gymnasium)

Mensen gaan dood. Als ze oud zijn, of als ze ziek zijn, of als ze een ongeluk krijgen. Ze laten dan een kat achter, of geld of een gezin. Het is zielig voor de kat, maar die vindt vast wel een ander baasje. Het geld kunnen ze nalaten aan een goed doel of mee de kist innemen. Voor het gezin is het verdriet hartverscheurend.

Mijn leerlingen zijn de kinderen in zo’n gezin. Hun vader(s) en of moeder(s) komen op ouderavonden, zijn bij rapportuitreikingen, staan trots met zoon of dochter op de foto als zij hun diploma krijgen, smeren boterhammen met pindakaas, wassen vergeten gymkleding uit, geven huisarrest, vinden lege plastic buisjes onder het bed waar eerst een joint in zat, ontmoeten eerste en grote liefdes, halen hun kind op van een schoolfeest, kussen hun kind bij het weggaan in de ochtend, mailen docenten vanwege onvoldoendes, geven zakgeld, zetten thee bij thuiskomst, drogen tranen, ondergaan onredelijke woede-uitbarstingen, stoppen hun kind onder de dekens, bellen af vanwege een tandartsbezoek, gaan met ze op vakantie, staan langs de lijn bij een sportwedstrijd, mopperen op puberale lamlendigheid.

En dan gaat er een vader of een moeder dood. Of dan zijn beide ouders ineens dood.
      Wie droogt je tranen dan, als je veertien bent?
Wie schrijft er dan een absentiebriefje voor je, als je zestien bent?

Op de pont zie ik Amber. Ze heeft een bos zonnebloemen onder haar snelbinders. Ik vraag haar waarom ze die bloemen heeft gekocht.
      ‘De vader van Suus is overleden. Hij was wel heel erg ziek, maar Suus is ontzettend verdrietig. We hebben met ons vriendinnengroepje afgesproken dat we haar cadeautjes gaan geven. Allemaal gele cadeautjes, voor een ‘pocket full of sunshine’.

Een doosje zonnestralen.
      Dat is op dit moment meer waard dan duizend briefjes voor de tandarts.


Zie HIER voor alle Juffen